1. Perspectief voor het landelijk gebied

Perspectief voor het landelijk gebied

Terug naar navigatie - Perspectief voor het landelijk gebied

Voor natuur en landschap waren er in 2024 veel externe ontwikkelingen met impact voor ons beleidskader. Zo werd de Europese Natuurherstelverordening aangenomen en is deze per augustus 2024 in werking getreden. Vooralsnog betekent dit dat er tot de zomer 2026 gewerkt zal worden aan een plan van aanpak, waarvoor de impactanalysen door het ministerie in samenwerking met provincies eind 2024 zijn gestart.

Het Kabinet Schoof I is in 2024 gestopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Daarmee verviel de opdracht van het Rijk aan de Provincie om het eerste concept Limburgs Programma Landelijk Gebied (LPLG), opgesteld in 2023, door te ontwikkelen. Via het LPLG kon waarschijnlijk aanspraak gemaakt worden op Rijksmiddelen uit dat transitiefonds. Met het vervallen van het NPLG is ook de tijdelijke wet transitiefonds ingetrokken. 

Tenslotte was er in december 2024 de uitspraak van de Raad van State inzake intern salderen die ingrijpende gevolgen heeft voor vergunningverlening en noopt tot het sneller oplossen van de stikstofopgave. De gevolgen daarvan worden in 2025 duidelijk en zullen impact hebben op de opgaven in dit beleidskader. 

Onze ambitie om aan de slag te gaan met de uitdagingen en door ons gestelde opgaven in het landelijk gebied is echter onverminderd. Op het vlak van natuur en landschap is en wordt ingezet op het uitvoeren met alle partners in het landelijk gebied van dat wat wel kan, met de beschikbare middelen. Hieraan werden door onze inzet  in 2024 middelen toegevoegd vanuit onder andere de SPUK Programma Natuur fase 2, Regeling provinciale maatregelen PAS-melders (Rpmp) en Maatregel gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties 2024 (MGB.) De reguliere wettelijke taken werden conform plan uitgevoerd. 

Voor het thema Water geldt eveneens dat de uitvoering van de diverse in het waterprogramma voorgenomen acties op koers ligt. Dit betreffen echter vooral acties voor de Provincie zelf. De voortgang is dan ook vooral procesmatig op koers. Kijken wij ook naar buiten, dan zien wij dat het veranderende klimaat, met langere perioden van droogte en zwaardere stortbuien ervoor zorgt dat onze opgaven op het gebied van wateroverlast en droogte groter zijn geworden en nog groter zullen worden. In het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg richten wij ons op een betere bescherming van de Limburger. De klimaatverandering maakt deze opgave groter. Het vasthouden van water en het verhogen van de waterbeschikbaarheid is van belang. De waterkwaliteit in Limburg is nog niet op orde. De Kaderrichtlijn water vraagt van ons om uiterlijk in 2027 maatregelen te hebben genomen om deze doelstelling te bereiken. Wij zien dat wij dit niet overal en niet tijdig zullen gaan halen. Via onder meer het aanvalsplan waterkwaliteit gaan wij ons inzetten om de waterkwaliteit in de komende jaren te verbeteren.

De vitaliteit van de Limburgse bodem staat onder druk. Hiermee zijn wij aan de slag gegaan. In 2024 is de beleidsnota Bodem in nauwe samenwerking met gemeenten en het Waterschap Limburg opgesteld en is gestart met operationalisering.

Onze beleidskaders

Terug naar navigatie - Onze beleidskaders

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?

1.1. Natuur en landschap

Terug naar navigatie - 1.1. Natuur en landschap

Ten aanzien van Natuur en Landschap streven wij deze statenperiode de volgende doelstellingen na:

  • wij hebben de kwaliteit van het Limburgse landschap versterkt, en daarmee ook de leefbaarheid van het landelijk gebied zowel voor de mens als de natuur;
  • in 2027 is de bescherming van en de staat van instandhouding ten gunste van biotopen en leefgebieden van dieren en planten verbeterd;
  • in 2027 is uitstoot van broeikasgassen en ammoniak door de landbouw in Limburg verminderd. 

Liggen we op koers?

Wij liggen op koers in de zin dat op alle onderliggende doelen uitvoering plaatsvindt, van de plannen en maatregelen die zijn beoogd, vanuit het beleidskader met de middelen die wij hebben. Tegelijkertijd is het tempo van de voortgang minder hoog dan wij wensen en soms dan wij nodig hebben om de doelen en ambities binnen de gestelde termijn te bereiken. Deels komt dit voort uit eerder genoemde externe ontwikkelingen en de afhankelijkheid van het Rijk. 

Dat geldt zeker voor het behalen van de stikstofdoelen. De uitspraken van 18 december 2024 benadrukken de noodzaak en urgentie van een (generiek en specifiek) pakket aan maatregelen dat zorgt voor een geborgde daling van stikstofdepositie en het benodigd natuurherstel. Vastgelegd dient te worden hoe de verslechtering van de natuurdoelen van de verschillende Natura2000-gebieden kan worden gestopt en op termijn de instandhoudingsdoelstelling kan worden gehaald. Borging van het daadwerkelijk (gaan) realiseren van de noodzakelijke stikstofreductie en natuurdoelen op termijn is cruciaal voor de vergunningverlening. Wij zetten ons in om, naar onze provinciale wettelijke taak, te komen tot dit geborgde maatregelenpakket.   

Daarnaast is de actuele realisatiesnelheid voor nieuw ingerichte natuur (de 'ontwikkelopgave') niet voldoende om de doelstelling in 2027 te behalen. Dit is ook medegedeeld aan PS (brief gedeputeerde Faassen van 29-10-2024 (GS DOC-00714319)). Wij zullen enerzijds maatregelen nemen om een versnelling van de gerealiseerde hectares in werking te zetten en anderzijds in overleg met IPO en LVVN treden om te bezien hoe omgegaan moet worden met het niet kunnen halen van de deadline in 2027 en het gebrek aan middelen om de volledige opgave te kunnen realiseren. Onder het kopje 1.1.2. wordt specifiek gemaakt waar in 2024 nieuwe hectares ingericht zijn of het proces daartoe is gestart.

Op agrarische gronden buiten het Natuurnetwerk Limburg, binnen de vastgestelde leefgebieden van het Natuurbeheerplan, geldt de subsidieregeling Agrarisch Natuur-, en Landschapsbeheer (ANLb). Voor de inzet van dit instrument, via het agrarisch collectief Natuurrijk Limburg, liggen wij op koers.

Wat merkt de Limburger ervan?

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicatoren zijn terug te vinden in het onderdeel "Indicatoren begrotingsprogramma's". De stand van de indicatoren is gelijk aan de stand zoals gepresenteerd bij de Najaarsnota 2024.

1.3. Water

Terug naar navigatie - 1.3. Water

Water

De beken zijn schoon, lopen meanderend door het landschap, zijn ecologisch gezond en passeerbaar voor vissen. De beken kunnen omgaan met langere perioden van droogte en sterke neerslag. Er is weinig wateroverlast vanuit de beken en ze vallen zo weinig mogelijk droog. De natuur en de landbouwgebieden hebben een aanvaardbare last van droogte en er is voldoende grondwater van een goede kwaliteit voor drinkwater, voedselvoorziening, natuur en industrie.

Verder is de Maas veiliger tegen hoogwater en is de ruimtelijke kwaliteit langs de Maas op diverse plekken verbeterd. 

Om het bovenstaande te bereiken streven wij deze collegeperiode ten aanzien van Water de volgende doelstellingen na:

in 2027 is er een duurzamer, robuuster en ecologisch gezonder watersysteem dat beter kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water en verbeterde kwaliteit.

Waterveiligheid  en Ruimte Limburg (WRL)

In WRL werken de Provincie Limburg, het Waterschap Limburg, de 31 Limburgse gemeenten en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanaf juni 2022 samen aan de opgave om Limburg beter te beschermen en voor te bereiden tegen de gevolgen van extreme neerslag. WRL heeft de focus op het regionale watersysteem (beken en zijrivieren van de Maas), met ook aandacht voor het hoofdwatersysteem.

Bodem

De vitaliteit van de (Limburgse) bodem staat onder druk. ln het coalitieakkoord is een ambitie opgenomen gericht op vitalisering van de Limburgse bodem. Een speerpunt hierbij is om organische grondstofstromen (blad, snoei, maaisel), indien deze niet vervuild zijn, niet meer te zien als 'afval', maar in te zetten als bodemverbeteraar. Deze organische stromen kunnen worden teruggebracht in de bodem om deze vitaler te maken. Op deze manier wordt de natuurlijke kringloop hersteld, waardoor onder andere de biodiversiteit en de waterretentie/sponswerking van de bodem verbeteren. De aanpak voor een betere bodemvitaliteit  is vastgelegd in het beleidsplan "Gezond fundament". Een vitale Limburgse bodem door organisch stofbeheer, dat integraal uitmaakt van het beleidskader 'Perspectief Landelijk gebied'. 

Wij streven in deze collegeperiode ten aanzien van Bodem de volgende doelstelling na:

  • in 2027 is de Limburgse bodem verbeterd. 

Liggen we op koers?

Water

Door Provinciale Staten is in december 2021 het Provinciaal Waterprogramma 2022-2027 vastgesteld. Dit programma geeft het provinciaal waterbeleid voor deze periode weer. Bij de vaststelling hebben Provinciale Staten aangegeven dat over de voortgang van dit programma elke 2 jaar gerapporteerd dient te worden. Medio 2024 is de rapportage over de eerste twee jaar (2022 en 2023) aan Provinciale Staten aangeboden. Conclusie van deze voortgangsrapportage was dat de uitvoering van de in het waterprogramma voorgenomen acties op koers ligt. Dit betreffen vooral acties voor de Provincie zelf. Het voorgenomen proces verloopt volgens planning. In deze jaarstukken kijken wij ook naar buiten en kijken wij hoe wij er voor staan.

Het veranderende klimaat, met langere perioden van droogte en zwaardere stortbuien zorgt ervoor dat onze opgaven op het gebied van wateroverlast en droogte groter zijn geworden en nog groter zullen worden. In het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg richten wij ons op een betere bescherming van de Limburger. De klimaatverandering maakt deze opgave groter. Wij verwachten er ca. 15 jaar aan te werken om ons beter voor te bereiden op en te beschermen tegen de regenbuien van het jaar 2100.

In Limburg hebben wij maar zeer beperkt de mogelijkheid om water aan te voeren. Dat betekent dat wij in droge perioden alleen ons eigen grond- en oppervlaktewater ter beschikking hebben. In ons beleid hebben wij aangegeven dat het vasthouden van water en het verhogen van de waterbeschikbaarheid van belang is. Volgens onze onderzoeken zijn stevige maatregelen nodig om over voldoende water te kunnen blijven beschikken. Wij gaan daar afspraken over maken die wij vastleggen in een convenant. 

De waterkwaliteit is de afgelopen decennia sterk verbeterd, maar de verbetering van de waterkwaliteit van zowel grondwater als oppervlaktewater stagneert nu. Met name nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen vormen in Limburg een probleem. In toenemende mate komen wij ook andere stoffen tegen zoals PFAS, medicijnresten en andere antropogene stoffen die zorgen baren.

Tenslotte is de verwachting dat, na een lichte daling, het drinkwatergebruik in Limburg weer zal toenemen. Mede gezien de ambities op het gebied van woningbouw en economie. Om te zorgen dat wij ook in de toekomst over voldoende drinkwater kunnen blijven beschikken, werken wij samen met de waterleidingmaatschappij Limburg aan een programma Limburgs drinkwater: 'nu actie voor het drinkwater van morgen'.

Dit alles zorgt er voor dat er inhoudelijk nog veel moet gebeuren om op koers te komen. In onze plannen hadden wij ons daarbij sterk gericht op de uitvoering van het Nationaal Programma landelijk gebied en het daarbij behorende transitiefonds. Nu dat opgeheven is, zullen wij naar nieuwe wegen moeten zoeken om onze doelen te realiseren. Hoewel wij ons zullen inspannen om onze regionale doelen te realiseren, en wij via het aanvalsplan waterkwaliteit een extra inzet willen plegen, verwachten wij de doelen van de Kaderrichtlijn water niet overal op tijd te gaan halen.

Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL)

Aan de doelstelling van WRL om voor ieder van de 115 stroomgebieden in Limburg te komen tot een integrale aanpak van de wateroverlast wordt invulling gegeven door de activiteiten en onderzoeken in de drie pijlers:

  1. meer fysieke robuustheid in het watersysteem;
  2. water en bodem sturend voor WRL;
  3. verhogen klimaatbewustzijn en zelfredzaamheid van inwoners toe te passen in de vier werkgebieden: Maastricht-Heuvelland, Parkstad-Westelijke Mijnstreek, Midden-Limburg en Noord-Limburg.

Het programma kent een looptijd van 15 jaar. Voor de uitvoering is een bedrag gereserveerd van € 600 mln. voor de gehele looptijd, waarvan de helft door de regio wordt gefinancierd met een Rijkscofinanciering voor de andere helft.

Bodem

  • Het beleidsplan 'Gezond fundament! Een vitale Limburgse bodem door organisch stofbeheer' is in nauwe samenwerking met de Limburgse gemeenten en het Waterschap Limburg  opgesteld en vastgesteld door GS. Tijdens het proces zijn PS in sonderende zin in staat gesteld hun inzichten te delen;
  • Aan de HAS Academy in Venlo is een incidentele subsidie verstrekt voor de operationalisering van het beleidsplan. Hiervoor is door de HAS een plan van aanpak opgesteld voor de 3 actielijnen / sporen;
  • De HAS heeft in het najaar de operationalisering ter hand genomen. Deze heeft zich voornamelijk gericht op het inventariseren van pilotgebieden door gesprekken met potentiële stakeholders. Daarnaast heeft de ontwikkeling van 'selectiecriteria pilotgebieden' plaatsgevonden welke ter kennis zijn gebracht aan PS. 

Wat merkt de Limburger ervan?

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicatoren zijn terug te vinden in het onderdeel Indicatoren begrotingsprogramma's. De stand van de indicatoren is gelijk aan de stand zoals gepresenteerd bij de Najaarsnota 2024.

Wat heeft het ons gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het ons gekost?

Voor het realiseren van de jaarplannen van dit programma bedragen de werkelijke uitgaven in 2024 € 107,92 mln. Dit is € 48,94 mln. lager dan de gewijzigde begroting 2024. 

Deze onderbesteding wordt met name veroorzaakt door:

  • meerjarige projectsubsidies € 28,67 mln.
  • lagere inzet van SPUK's € 14,14 mln. ten  behoeve subsidieregelingen.
  • afronding project Maasgaard € 1,24 mln.;
  • nog niet betaalde bijdragen aan Waterschap inzake Thorn-Wessem, Jachthaven Venlo en Vierwaarden € 1,5 mln.

De achterblijvende realisatie van de lasten houdt ook verband met € 31,22 mln. lagere baten, door lagere aanwending van specifieke uitkeringen en leidt tot minder onttrekking uit de reserves van € 5,6 mln.

Voor de verdere uitvoering van bestaand beleid wordt € 51,68 mln. gefaseerd naar 2025, 2026 en 2027 e.v. via de overboekingsvoorstellen, zie hoofdstuk ‘Doorwerking naar begroting 2025’.

Het nadelige exploitatieresultaat 2024 van dit programma bedraagt € 43,18 mln. Dat is € 12,12 mln. lager dan begroot (minus € 55,03 mln.).  

De financiële afwijkingen tussen de begroting en de realisatie bij de verschillende producten zijn toegelicht bij "Wat hebben we daarvoor gedaan?", onderdeel ‘Geld’.

Bedragen x €1.000

Verbonden partijen inzake Perspectief voor het landelijk gebied

Terug naar navigatie - Verbonden partijen inzake Perspectief voor het landelijk gebied

Door de uitvoering van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken (RBV) en de Ruimte voor Ruimte (RvR) via RVR C.V. en de verbonden partijen Provincie Limburg Commandiet B.V. en RVR Beheer B.V., is inmiddels een ruimtelijke kwaliteitsverbetering van het Limburgse landelijk gebied gerealiseerd. Naar verwachting zal de terugverdienopgave door genoemde verbonden partijen in 2026 zijn gerealiseerd, hun activiteiten zijn thans in afbouw.

De Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) beheert het leidingennetwerk en de drinkwatervoorziening in Limburg.