
1.3.2. Waterveiligheid Maas
Het beleid van de Provincie Limburg voor waterveiligheid langs de Maas is neergelegd in de Provinciale Omgevingsvisie en de uitwerking hiervan in het Provinciaal Waterprogramma 2022-2027. De provincie acteert hierin als middenbestuur en gebiedsregisseur. Veel van de verantwoordelijkheden inzake het waterveiligheidsbeleid liggen niet bij de provincie, maar bij het waterschap en het Rijk.
In 2024 hebben wij verder gewerkt aan de hoogwaterprojecten waar de Provincie Limburg aan deelneemt, zoals verschillende HWBP-projecten met een brede gebiedsontwikkeling (zoals o.a. Lob van Gennep, Arcen, Well, Thorn-Wessem) en de MIRT-verkenningen Vierwaarden en Zuidelijk Maasdal.
Conform de aanbevelingen uit het rapport (onderzoek in het kader van artikel 217a Provinciewet en artikel 5 van de provinciale Verordening Doelmatigheid en Doeltreffendheid provincie Limburg 2020) 'Een mooie Maas, een veilige Maas', welke op 21 december 2023 is aangeboden aan provinciale staten hebben wij gewerkt aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de diverse hoogwaterprojecten. Voor alle hoogwaterprojecten geldt dat de provincie geen trekkende rol heeft.
De hoogwaterprojecten worden hoofdzakelijk getrokken door het Waterschap Limburg en verkeren in verschillende staat van voorbereiding. In 2024 zijn de projecten conform planning gevorderd.
De vaststelling van het rijksbeleid is uitgesteld. In tegenstelling tot eerdere rapportages is het definitieve Programma voor Integraal Riviermanagement niet in het derde kwartaal van 2024 vastgesteld. Zodra dit vastgesteld wordt, zal dit gecommuniceerd worden. Dit heeft geen vertragende invloed op de uitvoering.
Voor de uitvoering van product 1.3.2. Waterveiligheid Maas waren in 2024 de lasten begroot op € 6,99 mln. De realisatie 2024 bedraagt € 5,44 mln. waardoor een voordelig verschil is ontstaan van € 1,55 mln. Dit verschil in 2024 heeft betrekking op nog niet geëffectueerde betalingen aan Waterschap Limburg en de provincie Noord Brabant
Om te voldoen aan onze verplichtingen en verdere uitvoering van bestaand beleid mogelijk te maken, wordt € 1,59 mln. gefaseerd naar 2025 via de overboekingsvoorstellen.