5. Leefbare steden en dorpen

Leefbare steden en dorpen

Terug naar navigatie - Leefbare steden en dorpen

Er wordt gestreefd naar een veilige, gezonde en aantrekkelijke leefomgeving voor alle Limburgers. In 2024 zijn er belangrijke stappen gezet om de leefbaarheid in Limburgse steden en dorpen te verbeteren; we zijn gestart met de Limburgse Leefbaarheidsaanpak (nieuwe naam van het Leefbaarheidsfonds). De Limburgse Leefbaarheidsaanpak kent drie subsidieregelingen. Via deze regelingen ondersteunen we fysieke en sociale initiatieven die bijdragen aan een veilige, gezonde en aantrekkelijke omgeving. Gemeenten, stichtingen, verenigingen, coöperaties en inwoners spelen hierin een centrale rol. De Provincie ondersteunt en stimuleert initiatieven die aansluiten bij lokale behoeften. Hierbij gaat het niet alleen om subsidiëring, maar ook om inhoudelijke ondersteuning. Deze ondersteuning wordt niet alleen geboden door de Provincie zelf, maar ook door diverse (maatschappelijke) organisaties waarmee de Provincie binnen dit kader samenwerkt. Er zijn reeds meer dan ruim 120 (aan)vragen (stand 31-12-2024) en deze lijn zet zich in 2025 door. Daarnaast zien we een grote informatiebehoefte bij gemeenten. 

De woningbouwambitie van de Woondeal werd verhoogd naar 29.550 woningen, waarvan 17.500 in 2027 gereed moeten zijn. Er werd een provinciale programmering vastgesteld voor 2025-2030 waarmee geprogrammeerd is voor 2/3 betaalbaar woningen in de nieuwbouw en toegroeien naar 30% sociale huurwoningen in de bestaande woningvoorraad. Het traject ‘Straatje erbij’ werd afgerond en het ambitiedocument Limburg Centraal werd vastgesteld en besloten is te starten met de uitwerking van een verstedelijkingstrategie Limburg Centraal.

Door schaarste in ruimte in Limburg is het noodzakelijk om een zorgvuldige balans te hebben tussen beschermen en benutten van ruimte. De gestarte actualisatie van de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) moet resulteren in scherpe keuzes door Provinciale Staten. Opgaven op het gebied van onder meer landbouw, natuur, water, landschap, energie, wonen, mobiliteit en bedrijvigheid worden integraal afgewogen. Gekoppeld hieraan wordt in 2025 gestart met aanpassing van de Omgevingsverordening om waar nodig en gewenst meer sturing te geven. Ruimtelijke afwegingen worden gemaakt op basis van de nieuwe Omgevingswet.

Stand van zaken Moties en Amendementen 

De 3e Gewijzigde Motie 3119 Depondt c.s. inzake continuïteit startersleningen is uitgevoerd. Zie hiervoor MPH van 9-7-2024 (GS DOC-00673716). Via een brief zijn gemeenten en SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland) op 9 juli 2024 geïnformeerd dat er nieuw provinciaal krediet beschikbaar is. Tijdens de PS vergadering van 1 nov 2024 is de uitwerking van Motie 3119 voorgelegd. Dit betreft namelijk het krediet voor 2025 en verdere financiële doorkijk naar 2026/2027. Zie statenvoorstel G-24-030, brief GS van 3-9-2024 (GS DOC-000693206). 

Aan de  Gewijzigde Motie 3116 Jenneskens c.s. inzake Werk aan de winkel naar wonen is uitvoering gegeven. Zie hiervoor MPH van 29-10-2024 (GS DOC-00692597). 

Onze beleidskaders

Terug naar navigatie - Onze beleidskaders

Nieuw beleidskader
•    Leefbare Steden en Dorpen 2023-2027 (ter vervanging van Limburgse Agenda Wonen 2020-2023)

Reeds bestaande kaders:
•    Kader Stedelijke Ontwikkeling
•    Kader Kwaliteit Limburgse centra
•    IBA Parkstad 
•    Provinciale omgevingsvisie uit 2021 (traject aanscherping gestart)
•    Provinciale omgevingsverordening 
•    Provinciaal waterprogramma

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?

5.1. Leefbare steden en dorpen

Terug naar navigatie - 5.1. Leefbare steden en dorpen

Vanuit het beleidskader ‘Leefbare Steden en Dorpen’ versterken we de leefbaarheid door (1) middels de Limburgse Leefbaarheidsaanpak te investeren in de fysieke leefomgeving, door (2) de juiste omstandigheden te creëren voor de realisatie van een woningvoorraad die aansluit op de behoefte van de regio én door (3) te sturen op samenhangende ruimtelijke keuzes voor meer omgevingskwaliteit. Deze 3 maatschappelijke opgaven, met bijbehorende doelstellingen voor deze collegeperiode (2023-2027), worden hieronder nader toegelicht. 

Verbetering van de leefbaarheid in Limburgse steden en dorpen 

•    In 2027 is de leefbaarheid in de fysieke openbare ruimte verbeterd, waarbij specifiek aandacht is voor de gebiedsgerichte behoeften naar veiligheid, gezondheid, welzijn, positieve sociale relaties, kansen en contact met de natuurlijke omgeving.

Vanuit het beleidskader Leefbare Steden en Dorpen stellen we de Limburgse Leefbaarheidsaanpak in om benodigde fysieke investeringen mogelijk te maken die de leefbaarheid in steden en dorpen bevordert. Deze investeringen doen we samen met gemeenten, het maatschappelijk middenveld en met inwoners zelf. Als college kiezen we hierbij bewust voor een ondersteunende rol, omdat wij geloven dat we als provinciale overheid niet de aangewezen partij zijn om te bepalen wat nodig is in een specifieke wijk of kern. Het zijn juist de inwoners, gemeenten en maatschappelijke organisaties die kennis hebben van en inzicht hebben in de lokale behoeften in relatie tot leefbaarheid. Zij zijn ook bij uitstek de partijen die kunnen duiden waarom een initiatief noodzakelijk is. Vanuit deze leefbaarheidsgedachte sluiten we dus maximaal aan bij de behoeften die leven in de Limburgse steden en dorpen, waarmee we rechtstreeks vormgeven aan de doelen van het coalitieakkoord. 

Passende woonruimte voor iedereen die in Limburg een woning zoekt

•    in 2027 is het woningaanbod ten opzichte van 2023 verbeterd door de beschikbaarheid van meer (betaalbare) woningen. In 2027 zijn 17.500 woningen uit de Woondeal gerealiseerd;
•    in 2027 past het woningaanbod bij de woningbehoefte zoals onderschreven in de Limburgse Woondeal;
•    in 2027 zijn minstens 3.000 woningen van de ambitie van 20.000 woningen (planologisch) verankerd, waaronder de woningen van Limburg Centraal.

Samen met gemeenten, woningbouwcorporaties en marktpartijen blijven we inzetten op een versnelling van de woningbouw, waarbij we streven naar een evenwicht tussen de woningbehoefte van onze inwoners en het woningaanbod. Als Provincie hebben we binnen deze opgave een stimulerende, ondersteunende en aanjagende rol richting partners om aan de vastgestelde ambitie uit de Woondeal Limburg van 26.550 te voldoen. Tevens is tijdens het sluiten van de Woondeal een ambitie uitgesproken voor 20.000 woningen extra. Inmiddels is de Woondeal eind 2023 reeds opgehoogd met 3.000 woningen. De Woondeal betreft daarmee 29.550 woningen. De ambitie krijgt vorm: ‘Limburg Centraal’ brengt grootschalige woningbouw bij de IC-stations.  Maar er wordt ook geluisterd naar de behoefte van een aantal kernen, waar de leefbaarheid onder druk staat, om aan de randen van de bestaande bebouwde kern nieuwe woningbouw te realiseren (het ‘straatje erbij’). 

Balans tussen beschermen en benutten van fysieke leefomgeving

•    In 2027 is de samenhang en integraliteit van afwegingen in de fysieke leefomgeving verbeterd, waarbij rekening gehouden wordt met de schaarste aan ruimte, water, milieuruimte en ruimte op het elektriciteitsnet.

De (ruimtelijke) opgaven in Limburg zijn groot en de ruimte is schaars. Als we alle sectorale ruimtevragen naast elkaar in onze Provincie willen toestaan, dan hebben we meer ruimte nodig dan we beschikbaar hebben in onze Provincie. Ruimtelijke Ordening is dan ook niet voor niets terug van weggeweest. Gedurende deze collegeperiode zal de actualisatie van de Provinciale Omgevingsvisie, met bijbehorende bouwstenen zoals de ontwerpende onderzoeken, waarover uw Staten beslissen, een groot thema zijn waarbij uw Staten actief betrokken zullen worden. Hier wordt ook een aanpassing van de Omgevingsverordening aan gekoppeld. Hierbij wordt onder andere gekeken naar aanpassingen die de Provincie meer grip geven om te sturen op specifieke opgaven.

Provincies bepalen samen met gemeenten en het Rijk hoe de fysieke leefomgeving van burgers en bedrijven wordt gebruikt.  De urgente maatschappelijke opgaven zoals het woningtekort, de kwaliteit van de natuur, de transitie van de landbouw en de verduurzaming van de energievoorziening hebben grote ruimtelijke impact.

In ons omgevingsbeleid moet volop aandacht zijn voor een goede balans tussen wonen, werken en ontspannen. Met oog voor een veilige en schone leefomgeving, waarbij de inrichting van de ruimte bijdraagt aan de leefbaarheid van steden en dorpen en de omgevingskwaliteit. Dit is ook een belangrijke factor voor het Limburgse vestigingsklimaat. De grote transities in onze samenleving leiden tot forse ruimteclaims. Dit vraagt om ruimtelijke afwegingen en scherpe keuzes voor de Provincie, in het bijzonder op het gebied van:
•    landbouw, water, natuur en stikstof;
•    klimaat en energie;
•    wonen en bereikbaarheid;
•    bedrijvigheid.

De ambities voor de fysieke leefomgeving en de ruimtelijke keuzes zijn/worden, conform de nieuwe Omgevingswet, vastgelegd in de Provinciale Omgevingsvisie (POVI), in daarmee verbonden sectorale programma's en in de Omgevingsverordening. Hiermee wordt ruimtelijk richting gegeven aan de ambities en doelen voor de Limburgse fysieke leefomgeving. Deze documenten maken onderdeel uit van de beleidscyclus van het omgevingsbeleid, waarvan monitoring en evaluatie onderdeel uitmaken.

Op nationaal niveau heeft het Rijk ervoor gekozen haar rol in de ruimtelijke ordening te versterken, gezien de grote ruimtelijke impact van de transities en opgaven waar Nederland voor staat. De Provincies hebben als regionale gebiedsautoriteit bij de uitwerking hiervan een centrale rol. Die uitnodiging hiervoor verbinden wij met onze eigen beleidscyclus.

De bodem en ondergrond worden in toenemende mate benut ten behoeve van de vele maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en duurzaam bodembeheer in de landbouw. Daarbij zetten wij in op duurzaam en efficiënt gebruik van bodem en ondergrond, waarbij benutten en beschermen goed met elkaar in balans zijn. Dit vereist dat rekening wordt gehouden met het functioneren van bodem en ondergrond als natuurlijk systeem. Daarmee zijn bodem en ondergrond goed in staat om ecosysteemdiensten te leveren (vitale bodems), zijn kringlopen van (voedings)stoffen, water en energie in stand gehouden of hersteld en zijn verontreinigingen zoveel mogelijk voorkomen. Bij (ruimtelijke) ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving worden vanaf het begin van de planvorming de bovengrond en de ondergrond in samenhang bezien. Driedimensionale ordening staat centraal. Duurzaam gebruik van bodem en ondergrond kent raakvlakken met veel andere werkvelden, zoals planologie, landbouw, klimaat, water en energie.

Belangrijk is dat de inzet op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, wonen, mobiliteit, energie en verduurzaming leidt tot verbetering van de leefbaarheid en tot een gezonde en veilige leefomgeving voor alle Limburgers. Zowel op het platteland als in de steden. Er wordt gekozen voor een samenhangende aanpak van sociale en fysieke vraagstukken, waar samen met gemeenten, corporaties, bewonersinitiatieven en andere partners invulling aan wordt gegeven. Waarbij ook impulsen uit de Sociale Agenda een bijdrage leveren. Dat moet leiden tot sterke steden en krachtige, bereikbare plattelandskernen, met voldoende voorzieningen en groen, aantrekkelijke ontmoetingsplekken, toegankelijke evenementen en een springlevend verenigingsleven.
Daarbinnen is het streven om de Limburgse woonopgave te realiseren, zodat elke inwoner van Limburg in elke levensfase kan beschikken over adequate, betaalbare en toekomstbestendige woonruimte in de vertrouwde omgeving. 

Naast het beleidskader ‘Leefbare Steden en Dorpen’ wordt er reeds middels bestaande kaders zoals Stedelijke Ontwikkeling en IBA Parkstad (coalitieperiode 2015-2019), alsmede Kwaliteit Limburgse Centra (KLC, coalitieperiode 2019-2023) invulling gegeven aan het behalen van deze doelstellingen. In november 2024 is de laatste subsidievaststelling ten behoeve van het programma Stedelijke Ontwikkeling afgegeven. Hiermee zijn alle resultaten behaald en is het programma volledig afgerond. De inspanningen vanuit de kaders van IBA en KLC zullen in de huidige collegeperiode (2023-2027) (voor het grootste deel) ook worden afgerond.

Liggen we op koers?

Verbetering van de leefbaarheid in Limburgse steden en dorpen

In het beleidskader Leefbare Steden en Dorpen is aangegeven dat we een Leefbaarheidsaanpak gaan oprichten. Dit fonds is bedoeld voor fysieke investeringen in de leefbaarheid. Hierbij gaat het om investeringen in de (semi-)openbare ruimte. Gekozen is het fonds te combineren met onderdelen van het kader Samen Leven en Bestaanszekerheid. De Provincie ondersteunt daarbij niet uitsluitend  fysieke maar ook sociale initiatieven waardoor we initiatiefnemers beter en breder bedienen. Ook willen we initiatiefnemers niet alleen financieel ondersteunen, maar ook coachen en begeleiden. Hiervoor is een ondersteuningsstructuur opgezet die is bedoeld voor inwoners en voor stichtingen, verenigingen en coöperaties. Hierbij werken we samen met de organisaties Burgerkracht, Katalys, Spil in de Wijk en de Vereniging Kleine Kernen Limburg. Deze organisaties hebben veel ervaring met het ondersteunen van initiatiefnemers. Om uitdrukking te geven aan deze brede insteek spreken we niet meer van het Leefbaarheidsfonds, maar van de Limburgse Leefbaarheidsaanpak. Sinds de openstelling van de subsidieregelingen in oktober 2024 is er veel belangstelling, met ruim 120 (aan)vragen (stand 31-12-2024) en deze lijn zet zich in 2025 door. Daarnaast zien we een grote informatiebehoefte bij gemeenten. Daarom hebben we informatiebijeenkomsten georganiseerd met als belangrijke mijlpaal een bijeenkomst in het voorjaar van 2025. Deze bijeenkomst is gericht op inwoners en op stichtingen, verenigingen en coöperaties. Het doel is om deze personen en organisaties te informeren en te inspireren, maar ook om hen onderling met elkaar in contact te brengen.

Passende woonruimte voor iedereen die in Limburg een woning zoekt

Het Rijk monitort de voortgang van de Woondeal Limburg. Medio 2024 zijn 11.050 woningen van de Woondeal gerealiseerd en zijn 6.500 woningen vergund en/of in aanbouw. We liggen op koers om in 2027 het doel van 17.500 gerealiseerde woningen uit de Woondeal te behalen. In de provinciale programmering voor 2025-2030 is vastgelegd dat twee derde van de nieuwbouwwoningen betaalbaar zal zijn, met een groei naar 30% sociale huurwoningen binnen de bestaande woningvoorraad. Met de provinciale Woonmonitor monitoren we de woningvoorraadontwikkeling. Met het provinciale Woningbehoefte onderzoek brengen we prognoses in beeld. Hiermee houden we een vinger aan de pols dat het woningaanbod aansluit op de behoefte zoals onderschreven in de Limburgse Woondeal. In het ambitiedocument Limburg Centraal hebben we de ambitie en potentie onderzocht waaruit blijkt dat er ruimte is voor circa 30.000 woningen rondom stationslocaties. Dit wordt nader geconcretiseerd in 2025.  

Balans tussen beschermen en benutten van fysieke leefomgeving

We liggen op koers. In mei 2024 is het plan van aanpak voor actualisatie van de POVI sonderend aan de commissie LEO voorgelegd. Najaar 2024 is daadwerkelijk met deze actualisatie gestart. De Staten zijn nauw betrokken bij dit traject. Gekoppeld hieraan wordt in 2025 gestart met aanpassing van de Omgevingsverordening.

Bodem en ondergrond

We liggen op koers. In 2024 zijn alle geplande acties rondom bodem en ondergrond en nazorg (voormalige) steenkoolwinning uitgevoerd.

Wat merkt de Limburger ervan?

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicatoren zijn terug te vinden in het onderdeel Indicatoren begrotingsprogramma's. De stand van de indicatoren is gelijk aan de stand zoals gepresenteerd bij de Najaarsnota 2024.

Wat heeft het ons gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het ons gekost?

Voor het realiseren van de jaarplannen van dit programma bedragen de werkelijke uitgaven in 2024 € 14,09 mln. en dit is € 14,60 mln. lager dan de gewijzigde begroting 2024. 

De belangrijkste verschillen hebben vooral betrekking op:

  • "leefbare steden en dorpen", een voordelig  verschil van € 8,40 mln. Dit verschil heeft vooral betrekking op de subsidies met betrekking tot de samenwerkingagenda's met gemeenten en het leefbaarheidsfonds;
  • het onderdeel "toekomstige woonruimte" resteert  een saldo van € 2,56 mln. bestaande uit Specifieke uitkeringen en subsidieregelingen;
  • bodem en ondergrond € 3,53 mln., eveneens vooral onderbesteding bij Specifieke uitkeringen.

Omdat een aanzienlijk deel van deze lasten door bijvoorbeeld specifieke uitkeringen wordt gedekt, zijn ook de baten € 7,55 mln. achtergebleven ten opzichte van de begroting en wordt er minder uit de reserves ingezet als dekkingsmiddel (€ 3,17 mln.).

Het gevolg is dat het verwachte financiële tekort op dit programma ad € 43,25 mln. (dat uit de algemene dekkingsmiddelen wordt gedekt), € 11,43 mln. lager uitvalt, hetgeen het financiële resultaat voordelig beïnvloed.  

Voor de verdere uitvoering van bestaand beleid wordt € 15,86 mln. gefaseerd naar 2025 e.v. via de overboekingsvoorstellen, zie hoofdstuk ‘Doorwerking naar begroting 2025-2028’.

De financiële afwijkingen tussen de begroting en de realisatie bij de verschillende producten zijn toegelicht bij "Wat gaan we daarvoor doen?", onderdeel ‘Geld’.

Bedragen x €1.000

Verbonden partijen inzake Leefbare steden en dorpen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen inzake Leefbare steden en dorpen

IBA Parkstad spitste zich in de periode 2016 - 2022 specifiek toe op de realisatie van een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat in de Parkstadregio in Zuid-Limburg, middels ondersteuning van toonaangevende projecten. Deze verbonden partij handelt thans de afwikkeling van de laatste projecten af, die naar verwachting nog tot in 2027 zullen doorlopen.