Wat hebben we gedaan:

Voor het realiseren van een duurzaam en robuust watersysteem is het realiseren van het voorgenomen beekherstel een belangrijke meetwaarde. Indicator D5d geeft de voortgang van het beekherstel door het Waterschap Limburg aan. Hoewel vele kilometers beek in voorbereiding zijn, blijft de realisatie achter bij de verwachtingen. Oorzaken hiervan zijn moeizame grondverwerving door het Waterschap en capaciteitsproblemen in voorbereiding en uitvoering.

In het Provinciaal Waterprogramma 2022-2027 hebben wij aangegeven om op de lange termijn voor de Limburgse beken een beekdalbrede inrichting voor te staan. Het Waterschap werkt in de Grote Molenbeek als pilot aan een dergelijk inrichting. 

Een ecologisch gezond watersysteem vertalen wij in het bereiken van de Kaderrichtlijn Water (KRW) waarden voor waterkwaliteit.  De uitvoering van KRW-maatregelen, waarvoor provincie, waterschap en gemeenten de  verantwoordelijkheid dragen, is in 2010 gestart waarbij de totale opgave is verdeeld over de 3 planperiodes tot 2027. In 2024 is de uitvoering van de restopgave voor de periode 2022-2027 voortgezet. Voor de resterende 3 jaar is er nog een flinke opgave zoals ook de indicator beekherstel D5d, een van de regionale KRW-maatregelen, laat zien. Wij zien toe op uitvoering van bedoelde maatregelen en spreken verantwoordelijke partijen daar waar nodig op aan.

Wij hebben uitwerking gegeven aan het in het coalitieakkoord aangekondigde ‘Aanvalsplan waterkwaliteit’. Dit hebben wij toegelicht aan de leden van de Statencommissie LEO en is onderdeel van het Beleidskader ‘Perspectief voor het landelijk gebied' dat op 24 mei 2024 door Provinciale Staten is vastgesteld.

Naast regionale partijen dragen Rijk en buitenlandse overheden verantwoordelijkheid voor diverse KRW-maatregelen. Deze maatregelen beïnvloeden het bereiken van de KRW-doelen in de Limburgse wateren. Met Rijk en buurlanden is daarom in 2024 overleg gevoerd over deze maatregelen. Het overleg wordt in 2025 voortgezet. Afronding van het overleg met het Rijk vereist dat het nieuwe Kabinet nieuw beleid formuleert op o.a. emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw. Ten aanzien van grensoverschrijdende verontreinigingen uit het buitenland hanteren wij het landelijk vastgestelde uitgangspunt dat betreffende buitenlandse partijen de verantwoordelijkheid dragen voor een afdoende reductie van deze verontreinigingen.

De verwachting is dat niet alle maatregelen, nodig om alle KRW-doelen overal te halen, tijdig uitgevoerd zullen kunnen worden. De KRW maakt het, onder strikte voorwaarden, mogelijk om in die gevallen uitzonderingsbepalingen toe te passen. Voor ontoereikend doelbereik in het regionale watersysteem is de provincie daartoe bevoegd. De voor uitvoering van betreffende maatregel verantwoordelijke partij zal een adequate onderbouwing voor een besluit tot toepassing van een van de uitzonderingsgronden moeten leveren. 

Droge zomers zullen naar verwachting in de toekomst steeds vaker voorkomen. Om te anticiperen op deze ontwikkeling heeft de provincie met het waterschap in 2019 met de Limburgse Integrale Watersysteem Analyse (LIWA) en de provincie in 2020 met het project Analyse Waterbeschikbaarheid voor de gehele provincie Limburg getoetst of het watersysteem in staat is om aan de doelstellingen en wensen van verschillende waterafhankelijke functies en groepen van watergebruikers te voldoen. De onderzoeken hebben aangetoond dat een aanzienlijke extra inspanning nodig is om de waterbeschikbaarheid in Limburg te verbeteren.

In 2024 is een Verkenning Waterbeschikbaarheid uitgevoerd, die in 2025 wordt afgerond. Hierin is nader in beeld gebracht welke watermaatregelen en aanpassingen in het ruimtegebruik nodig zijn om de waterbeschikbaarheid te vergroten. Op basis van de uitgevoerde onderzoeken is in 2024 met de relevante Limburgse partijen gestart met het werken naar een Convenant Voldoende Zoetwater. Wij kijken voor de lange termijn vooruit naar 20250, maar gaan werken met concrete tussenstappen voor de korte en middellange termijn.  In het op te stellen convenant worden nu eerst concrete maatregelen vastgelegd voor het tijdvak 2026-2032.

Omdat voldoende zoetwater nu al een opgave is, werken wij ook nu al aan een verbetering van de hoeveelheid beschikbaar water voor de verschillende waterafhankelijke functies als natuur, landbouw, drinkwater en de watervoerendheid van onze beken. Wij hebben in januari 2024 de subsidieregeling voor DHZ fase 2 opengesteld. De eerste subsidieaanvragen door gemeenten zijn toegekend. Met het waterschap zijn wij in gesprek over een mogelijke aanvraag.  Vooralsnog gaan wij ervanuit dat voldoende gebruik van de regeling zal worden gemaakt.  De maatregelen uit de subsidieregeling DHZ fase 1 zijn in 2024 afgerond. De laatste afrekeningen zullen in 2025 volgen.

De doelstelling is om een watersysteem te realiseren dat zowel kan omgaan met droogte als met wateroverlast. Uitgangspunt voor het omgaan met wateroverlast is de normering tegen wateroverlast (nu omgevingswaarde) in de Omgevingsverordening.  De normering wordt door Provinciale Staten vastgesteld. Het waterschap neemt daarna maatregelen om de geconstateerde knelpunten aan te pakken. Daarnaast hebben provincie, waterschap, de Limburgse gemeenten en het Rijk het programma waterveiligheid en Ruimte (WRL) opgericht om de Limburgers beter voor te bereiden op en te beschermen tegen wateroverlast en overstromingen.

In 2024 hebben Provinciale Staten, nadat het Waterschap Limburg voldoende maatregelen had genomen om het juiste beschermingsniveau te kunnen garanderen, de normering van een deel van Slenaken verhoogd door instemming met een wijziging van de omgevingsverordening.

Wij hebben in 2024 samen met het programma WRL een pilot uitgevoerd naar de mogelijkheden van een risico gerichte normering. Hierover zijn Provinciale Staten tijdens een informatiesessie begin 2025 geïnformeerd. Het programma waterveiligheid en Ruimte Limburg is in 2024 gestart met het opstellen van het eerste stroomgebiedsplan in de regio Maastricht en Heuvelland voor de Geul en Gulp en de zijbeken. Provinciale Staten zijn via het aanbieden van de voortgangsrapportage van het programma waterveiligheid en Ruimte, in het kader van de regeling Grote Projecten nader geïnformeerd over de voortgang van het programma.

De doelstelling om over voldoende water te beschikken omvat ook de zorg voor voldoende water als grondstof voor ons drinkwater. In 2024 zijn conform het Provinciaal Waterprogramma diverse benodigde acties uitgevoerd om te zorgen voor een goede openbare drinkwatervoorziening voor de lange termijn.

In 2024 is het Limburgs Actieprogramma Drinkwater Beschikbaarheid opgeleverd. Dit is de regionale uitwerking van het landelijke Actieprogramma dat 13 januari 2025 aan de minister is aangeboden. Conclusie is dat tot 2030 de drinkwatervoorziening in Limburg geborgd is mits er geen onverwachte gebeurtenissen optreden en WML binnen haar reguliere bedrijfsvoering enkele maatregelen uitvoert.

Voor de periode 2030 – 2050 zijn er grotere uitdagingen. Samen met WML is in 2024 het Programma Limburgs Drinkwater, 'nu actie voor het drinkwater van morgen', opgestart. Daarin zijn verschillende scenario’s voor de toekomstige drinkwatervraag uitgewerkt. Verder zijn maatregelen om aan de stijgende drinkwatervraag te voldoen geïnventariseerd. Dit wordt verder uitgewerkt in de aanscherping van de POVI en een mededeling voor PS in de 2e helft van 2025.

Verder zijn in 2024 stappen gezet om de bescherming van het grondwater voor de drinkwatervoorziening te verbeteren, zoals opgenomen in het Provinciaal Waterprogramma. Gesprekken zijn gevoerd om de gevolgen voor stakeholders van aanpassing van beschermingsgebieden in kaart te brengen. De resultaten zullen in 2025 hun plek krijgen in de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) en Omgevingsverordening.

Binnen het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) is gewerkt conform het 'Opbouwplan Programma WRL'. De organisatie van het programmamanagement, de pijlers, twee van de vier werkgebieden en de bedrijfsvoering (het programmabureau) zijn ingevuld.

Centraal in de aanpak staat het gezamenlijk ontwerpspoor van de pijlers, dat in vier fasen is opgedeeld en is gekoppeld aan de werkgebieden (stroomgebieden). Het ontwerpspoor omvat de fasen I. Onderzoek, II. Verkenning, III. Planuitwerking en IV. Realisatie. Fase I is voor werkgebied Maastricht-Heuvelland in de afrondende fase; met fase II is een start gemaakt. Voor werkgebied Parkstad-Westelijke Mijnstreek is de organisatie opgezet en wordt fase I opgestart. De organisatie voor de werkgebieden Midden-Limburg en Noord-Limburg is, conform planning, in de voorbereidende fase.

Tot de recente generieke activiteiten in de pijlers (die niet aan een specifiek werkgebied zijn gekoppeld) behoren onder andere het opzetten van communicatiecampagnes, het lanceren van de website ‘wachtnietopwater.nl’, het uitvoeren van woningscans en de uitvoering van de kansenregeling. Via de kansenregeling kunnen gemeentelijke overheden en derde partijen aanspraak maken op een subsidie voor het uitvoeren van fysieke projecten die bijdragen aan het tegengaan van wateroverlast.

Rol Provincie: toetser, ondersteuner, procesmanager, subsidiënt, partner, bevoegd gezag

In 2024 zijn we gestart met de eerste fase van het Aanvalsplan waterkwaliteit.

We hebben in 2024 onderzoeken uitgevoerd naar maatregelen om de hydrologische toestand van de grondwatergevoelige natuurgebieden te verbeteren en continueren de uitvoering van eerder genomen maatregelen.

In 2024 hebben we subsidies verleend aan diverse partijen om maatregelen te nemen die zorgen voor een betere beschikbaarheid van water (Deltaprogramma Hoge Zandgronden).

Ondanks onze inspanningen, verwachten we niet alle doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) te behalen. Als gevolg van afhankelijkheden van het Rijk en onze buurlanden, zoals reeds beschreven bij
“Wat hebben we gedaan:”.

Oranje

Tijd

In 2024 ondersteunde de Provincie Limburg via eigen middelen en subsidie van het (Rijks) Deltafonds Hoge Zandgronden (DHZ) een aantal maatregelen en gebiedsuitwerkingen, waarbij droogte in samenhang met andere doelen wordt aangepakt.

De Provincie Limburg heeft in 2024 de voorfinanciering van de uitvoering van het project Duurzaam Schoon Grondwater, gericht op het terugdringen van de nitraatbelasting in grondwaterbeschermingsgebieden op zich genomen. De formele toezegging voor rijksmiddelen voor dit project in de vorm van een SPUK is begin 2025 ontvangen. De uitvoering van het Aanvalsplan waterkwaliteit is in 2024 voorbereid. Vanaf 2025 worden de voor dit plan gereserveerde middelen besteed.

Wij zijn in het derde kwartaal van 2024 gestart met de voorbereidingen van het convenant voldoende zoetwater, dat wij in het 1e kwartaal van 2026 met de betrokken partijen hopen af te sluiten.

Ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater steunden wij in 2024 vrijwillige maatregelen door agrariërs om de uitspoeling van nitraat te verminderen. Verder is in het kader van Beschermen om te Blijven een start gemaakt met het verbeteren van de bescherming van de kwaliteit van het grondwater voor de drinkwatervoorziening.

De verkenning waterbeschikbaarheid is niet afgerond in 2024, maar zal in 2025 worden afgerond. Dit heeft onder meer te maken met de lange rekentijden en beperkte capaciteit op het rekennetwerk.

De voorgenomen bijdrage aan gemeentelijke klimaatadapatatieprojecten heeft in 2024 niet plaatsgevonden. De gemeenten hebben geen aanvragen  ingediend. Verwacht wordt dat een gezamenlijke aanvraag zal komen in 2025 op het gebied van communicatie. De aanvraag zal door de samenwerking Bestuurlijk Regionaal Overleg Limburg (BROL) worden aangevraagd.

Vanuit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn in 2024 2 subsidie regelingen opengesteld voor Niet-productieve investeringen op zowel landbouwgronden als ook niet-landbouwgronden. In totaal zijn 39 aanvragen ingediend, waarvan 4 op niet-landbouwgronden en 35 op landbouwgronden. In 2025 wordt de interventie voor investeringen op niet-landbouwgronden opnieuw geopend, omdat het subsidieplafond nog niet is bereikt.

Wij hebben in 2024 een aanvalsplan waterkwaliteit vastgesteld, waarin maatregelen zijn opgenomen om de riooloverstorten te verminderen, vergunningen te actualiseren en waardenetwerken in te richten.

Oranje

Voor de uitvoering van product 1.3.1 Waterbeheer en waterkwaliteit regionaal systeem waren in 2024 de lasten begroot op € 9,52 mln. De realisatie 2024 bedraagt € 6,80 mln. waardoor een voordelig verschil ontstaat van € 2,72 mln. Dit verschil heeft betrekking op: 

  • een voordelig resultaat op grondwater budgetten door fasering van opdrachten van € 0,47 mln. deze middelen worden gestort in de reserve grondwater;
  • een nadelig resultaat op subsidie beschikkingen SPUK E87 Deltaplan Hoge Zandgronden afgegeven voor € 0,58 mln. terwijl budget bij najaarsnota was doorgeschoven naar 2025;
  • een voordelig resultaat door lagere uitgaven op SPUK E102 Beekdalen € 2,23 mln. en op SPUK L31 Duurzaam schoon grondwater € 0,20 mln.;
  • een voordelig resultaat op het 'Aanvalsplan waterkwaliteit' en ook geen onttrekking uit de programmareserve voor € 0,40 mln. doordat de beleidsopgave/opdracht nog niet concreet is en daardoor nog niet uitgevoerd kan worden.

De baten waren begroot op € 6,35 mln. De realisatie 2024 bedraagt € 5,23 mln. waardoor een nadelig verschil ontstaat van € 1,12 mln.  Dit nadelig verschil heeft geen gevolgen voor het resultaat. Het verschil heeft betrekking op:

  • een voordelig resultaat door subsidie beschikkingen SPUK E87 Deltaplan Hoge Zandgronden afgegeven voor € 0,58 mln. terwijl budget bij najaarsnota was doorgeschoven naar 2025;
  • een voordelig resultaat door hogere inkomst SPUK Nitraat € 0,66 mln.
  • een nadelig resultaat door lagere uitgaven op SPUK E102 Beekdalen € 2,32 mln.; en op SPUK L31 Duurzaam schoon grondwater € 0,20 mln.

Om te voldoen aan onze verplichtingen en verdere uitvoering van bestaand beleid mogelijk te maken, wordt € 2,81 mln. gefaseerd naar 2025 via de overboekingsvoorstellen.

Oranje