Omschrijving

Wij hebben het Limburgs landschap versterkt door:

Ondersteuning transitie Nationale parken en grensparken 
Vanaf 2021 ondersteunen we de transitie van de Nationale Parken de Maasduinen, de Meinweg en de Groote Peel in de richting van een natuur- en landschapsregio. Samen met Rijk en regio hebben we voor de Maasduinen en de Meinweg bijgedragen aan een driejarig project dat moet leiden tot deze transitie. De aan Rijk en provincie beloofde onderdelen van het transitieplan zijn in 2023 gereed gekomen (zoals landschapsbiografie, landschapsagenda, ambitiedocument, educatie, participatie en communicatiestrategie, versterking regionale samenwerking). De Nationaal Parken zijn klaar voor een nieuwe fase, waarin de transitieplannen kunnen worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor de Groote Peel in samenhang met GGA Peelvenen. Financiering voor de periode 2024-2030 wordt nu door het Rijk voorbereid.
We hebben tevens samengewerkt en gecofinancierd in een aantal grensoverschrijdende parken: Maas-Swalm-Nette, Kempen-Broek, Grenzeloos Bocageland, Rivierpark Maasvallei en het Drielandenpark. Zij konden hiermee invulling geven aan de realisatie van hun masterplannen en operationele plannen gericht op grensoverschrijdende projecten rondom natuur, landschap en vrijetijdseconomie en landbouw.

Versterking groenblauwe dooradering 
Via het proces van het NPLG/ LPLG ondersteunden we de versterking van de groenblauwe dooradering in het landelijk gebied. Om het aanleggen, herstellen en beheren van (groenblauwe) landschapselementen en voedselbossen mogelijk te maken, hebben wij de Nadere subsidieregels landschapselementen en voedselbossen opengesteld. Deze subsidieregeling kent een hoofdstuk Voedselbossen en een hoofdstuk Landschapselementen. De eerste versie van de regeling was tot 1 april 2023 opengesteld, het vervolg loopt tot 1 oktober 2024. Door de provincie zijn voor het onderdeel Voedselbossen 16 subsidieaanvragen gehonoreerd.  Ze variëren van circa 0.5 ha tot ruim 5 ha. De verleende subsidies zijn in aantallen ongeveer gelijk verdeeld over Noord-, Midden- en Zuid-Limburg. De aanvragers zijn agrariërs die (een deel van) hun bedrijf richten op nieuwe manieren van voedselproductie. Er zijn tevens initiatieven, waarbij naast de voedselproductie veel belang wordt gehecht aan beleving, milieu en educatie. En er zijn ondernemers die het voedselbos zien als directe aanvulling op hun activiteiten, zoals horeca en recreatie. In totaal is voor € 0,5 mln. aan subsidie verleend voor voedselbossen, welke ziet op ruim 35 hectare. Van het totaalbudget voor hoofdstuk Voedselbossen ad € 1,25 mln. euro is derhalve nog  € 0,75 mln. beschikbaar. Van het budget komt € 1,0 mln. euro van het Rijk.

Het hoofdstuk Landschapselementen ziet op zowel de aanleg als beheer (maximaal 5 jaar) van nieuw te realiseren landschapselementen, zoals houtige elementen en poelen. Er zijn enkele aanvragen binnengekomen, waarvan er één gehonoreerd is (€ 0,1 mln.).  Voor dit hoofdstuk is  nog € 1,47 mln. beschikbaar 

Deze subsidieregeling heeft bijgedragen aan de kwantitatieve doelstelling voor de aanplant van 1 miljoen bomen en heeft bijgedragen aan de versterking van (stikstofgevoelige) natuur, de landschappelijke dooradering van Limburg en het tegengaan van klimaatproblemen als hittestress en verdroging.

Ondersteuning en benutting vrijwilligers en burgerinitiatieven voor natuur en landschap 
Voortkomend uit de verkenning Toekomst Landschapsbeheer Limburg en het Programma Landschap is het Steunpunt landschapsbeheer Limburg opgezet, waarmee gestalte wordt gegeven aan de uitvoeringskracht van het landschapsbeheer. De belangrijkste taken van het steunpunt in het landschapsbeheer zijn het verzorgen van trainingen en cursussen, het fungeren als service-centrum voor vrijwilligerswerk, verzorgen van monitoring van groene landschapselementen in het kader van Monitor Landschap en het faciliteren van de gereedschappen die vrijwilligers nodig hebben bij het doen van werkzaamheden in gezamenlijk verband. Het Limburgs Landschap faciliteert dit steunpunt en heeft hiervoor een subsidie van ons ontvangen à € 1,2 mln. met een looptijd tot september 2025. In de tweede helft van 2024 (uiterlijk januari 2025) zal de provincie een nieuwe afweging maken over een (structurele) provinciale bijdrage aan het landschapsbeheer inclusief het Steunpunt.

Ook hebben we initiatieven en organisaties ondersteund die gericht zijn op educatie over natuur en landschap, voor zowel kinderen als voor volwassenen. Een belangrijke speler in deze – naast organisaties zoals de Natuur- en Milieufederatie, de Stichting Limburgs Landschap en het Natuurhistorisch Genootschap die een exploitatiesubsidie hebben gekregen - is IVN-Limburg. Natuureducatie is voor het IVN een kerntaak. Door tal van activiteiten, zoals de Beleef Week voor alle Limburgers, hebben ze jong (veel schoolkinderen) en oud laten beleven hoe gezond, belangrijk en leuk de natuur is. Educatie, zoals het opleiden van gidsen, vormde hierbij een belangrijke activiteit. Ook via de Nationale parken en Grensparken ondersteunden wij initiatieven die gericht zijn op educatie over natuur en landschap. IVN had hier bij de Nationale parken ook een belangrijke rol. 

Ondersteuning LEADER programma 
Vanuit het Europees programma LEADER Zuid-Limburg stimuleerden wij initiatieven - van lokale gemeenschappen - die bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid op het platteland en hun leefomgeving. Daarbij hebben natuur, landschap en cultuurhistorie een belangrijke rol gespeeld. 2023 was een overgangsjaar voor LEADER, waarin de nieuwe periode werd voorbereid. Na een open call van de Provincie Limburg, zijn twee gebieden aan de slag gegaan met het opstellen van een Lokale Ontwikkelingsstrategie: opnieuw Zuid-Limburg en als nieuw LEADER gebied, Weerterland (gemeenten Weert, Nederweert en Leudal).
Door middel van een gebiedsproces is met de bewoners en alle stakeholders bepaald wat zij belangrijk vinden voor hun gebied. Welke problemen ervaren zij, welke kansen zien zij en welke doelen vinden zij belangrijk. Kortom waar wil de streek het geld, dat beschikbaar komt vanuit LEADER, op in zetten. Dit is de basis voor de Ontwikkelingsstrategieën, die tevens het kader zijn waarmee in de komende LEADER periode, subsidieaanvragen worden beoordeeld.

Op 31 oktober 2023 hebben Gedeputeerde Staten de Ontwikkelingsstrategieën voor Weerterland en Zuid-Limburg vastgesteld. Tevens hebben Gedeputeerde Staten een subsidieregeling opengesteld waarmee de beide gebieden de beheerkosten voor de komende periode kunnen aanvragen. Voor Weerterland is € 397.656,- beschikbaar en voor Zuid-Limburg € 924.611,- beschikbaar.  Met de vaststelling van de Lokale Ontwikkelingsstrategieën zijn ook de Lokale Actiegroepen ingesteld. Deze begeleiden initiatiefnemers om te komen tot een goede subsidieaanvraag en beoordelen subsidieaanvragen aan de hand van de kaders die zijn gesteld in de Lokale Ontwikkelingsstrategie.  
Na 31 oktober zijn de Lokale Actiegroepen gestart met hun inwerkperiode en zijn aan de slag gegaan met de voorbereiding voor de openstelling van de LEADER regeling. Op 19 maart 2024 is de LEADER regeling voor projecten geopend.

Propositie Heuvelland
De Propositie Heuvelland is gebaseerd op een overeenkomst uit 2020 met diverse Heuvellandgemeenten, Ministerie van LNV, WML, LLTB, Waterschap Limburg en Provincie Limburg en loopt tot medio 2027. De scope van de overeenkomst betreft het uitvoeren van innovatieve landbouwonderzoeken door onder andere de WUR, het doen van bedrijfsbezoeken bij agrariërs en het toekennen van vergoedingen voor de aanleg en langjarig beheer van diverse landschapselementen. Door omstandigheden (Corona) en prioriteit voor de ontwikkeling van het LPLG is de uitvoering nog niet opgepakt. Begin 2024 is een doorstart gemaakt en wordt de uitvoering opgepakt. 
Het Europees Programma All 4Biodiversity van circa € 1 mln.  is gekoppeld met de Propositie Heuvelland en liep om dezelfde reden vertraging op. Ook hier is in 2024 een doorstart gemaakt en zullen er in de komende tijd budgetten voor gebruikt gaan worden.  

Samenvatting

Onze focus lag, in lijn met het Programma Landschap, op Limburgs meest bijzondere (grensoverschrijdende) landschappen; de transitie van de Nationale Parken de Maasduinen, de Meinweg en de Groote Peel en de grensparken Maas-Swalm-Nette, Kempen-Broek, Grenzeloos Bocageland, Rivierpark Maasvallei en het Drielandenpark. Tevens hebben we ingezet op versterking van de groenblauwe dooradering
We hebben Limburg breed vrijwilligers en burgerinitiatieven voor natuur en landschap ondersteund via het Steunpunt landschapsbeheer Limburg en (exploitatie)subsidies aan de Natuur- en Milieufederatie, de Stichting Limburgs Landschap, het Natuurhistorisch Genootschap en IVN-Limburg en ondersteuning van het Europees programma LEADER Zuid-Limburg.
Door de benoemde initiatieven hebben we veel  mensen betrokken bij de omgeving en boeren, natuurbeheerders, bedrijven en inwoners samen voor het landschap laten zorgen en beleven. 

Kwaliteit

De ontwikkeling van het Limburgs Landschap is een continu proces. Wij vinden het belangrijk dat de bestaande Nationale Parken en de omliggende gebieden verder ontwikkelen naar robuuste natuur- en landschapsgebieden met onthaalfunctie. In deze transitie ontstaat samenwerking met dragende gemeenschappen uit de regio waarbij de inwoners, het MKB, agrariërs, het bedrijfsleven en overheden betrokken worden. Ook werken wij samen in een aantal grensoverschrijdende parken: Maas-Swalm-Nette, Kempen~Broek, Grenzeloos Bocageland, Rivierpark Maasvallei en het Drielandenpark. Deze Grensparken richten zich op grensoverschrijdende projecten rondom natuur, landschap en vrijetijdseconomie. Ze helpen ons bij het werken aan grensoverschrijdende kansen en opgaven, zoals bijvoorbeeld rondom recreatie, water, natuur en landbouw. Tevens bieden ze extra kansen op Europese subsidies.
De vertaling van het Programma Landschap, als uitvoering van Amendement 107 van Wageningen cs inzake Programmatische versterking van het Limburgse landschap, zal plaatvinden via het Perspectief voor het landelijk gebied, Beleidskader 2024-2027. Hierin komen wij tot een verdere aanscherping van de ontwikkeling van het Limburgs Landschap. 

Kwaliteit (indicator)

G

Tijd

De doorontwikkeling van de bestaande Nationale Parken en omliggende gebieden: Nationaal Park de Groote Peel/ Peelvenen, Nationaal Park de Maasduinen en Nationaal Park de Meinweg kent voor de 1e fase een tijdpad tot 2024. Het Rijk werkt, op basis van het nationale beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2030 aan een nieuwe ondersteuningsregeling voor 2024-2030, waar ook de provincie voor ondersteuning gevraagd zal worden.  
Het bevorderen van de samenwerking ten behoeve van natuur, landschap en vrijetijdseconomie voor de grensoverschrijdende parken Maas-Swalm-Nette en Kempen~Broek kent een tijdpad tot en met 2026. Voor het Drielandenpark tot en met 2027 en voor het Grenzeloos Bocageland tot en met 2025.

Tijd (indicator)

G

Geld

Voor de uitvoering van  het product Landschap zijn de lasten begroot op € 11,92 mln.  De realisatie bedraagt € 2,46 mln. waardoor een voordelig budgetverschil is ontstaan van € 9,46 mln.   

Via een overboekingsvoorstel wordt een bedrag van € 10,49 mln. overgeboekt naar de  begroting 2024. Dit voordelig verschil wordt o.a. veroorzaakt door:

  • openstaande subsidieregelingen landschapselementen  € 1,47 mln.  en voedselbossen  € 0,75 mln.  Deze regelingen lopen tot 1 januari 2025. 
  • SPUK Propositie Heuvelland € 6,75 mln.;
  • afwikkeling meerjarig project SOK Maasgaard € 1,08 mln.

De lagere inkomsten zijn het gevolg van het nog niet kunnen inzetten van de SPUK gelden € 3,93 mln.

Geld (indicator)

O