Status activiteiten

4. § Financiering

4. § Financiering

Status activiteiten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf Financiering biedt een overzicht van 1) de verstrekte geldleningen aan verbonden partijen en derden marktpartijen uit hoofde van het publiek belang*; 2) de beleggingen van tijdelijk overtollige liquide middelen; en 3) de opgenomen geldleningen bij financiële instellingen. 
*Geïnvesteerd agiokapitaal in deelnemingen is opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen.

Een belangrijke taak bij het beheersen van de financieringsstromen is dat te allen tijde voldoende werkkapitaal beschikbaar is om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen, zodat de financiële continuïteit van de organisatie gewaarborgd blijft en dat de in de Meerjarenbegroting opgenomen beleidsdoelstellingen zonder belemmering van financiering uitgevoerd kunnen worden. Een secundaire maar even zo belangrijke taak is dat de Provincie haar financieringsmiddelen in een verantwoorde balans inzet ten behoeve van directe stimulering van het publieke belang in Limburg en het realiseren van beleggingsrendementen. Deze beleggingsrendementen komen op indirecte wijze als rentebaten in de meerjarenbegroting eveneens toe aan de Limburgse maatschappij.

De paragraaf Financiering geeft inzicht in:

  • Algemene ontwikkelingen;
  • Financiering integraal;
  • Uitzettingen van tijdelijk overtollige middelen;
  • Uitzettingen uit hoofde van het publiek belang;
  • Opgenomen geldleningen;
  • Verantwoording wettelijke kaders (Wet fido);
  • Terugblik op het beleidsplan 2023

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Interne ontwikkelingen

De financiering van de provinciale taken en het beheer van de provinciale financiële activa (excl. agiokapitaal aan deelnemingen) zijn vastgelegd in de vigerende Financiële verordening Provincie Limburg, het Treasurystatuut en het strategisch investeringsbeleid en uitvoeringskader Sturing in Samenwerking (SiS). De Financiële verordening is in 2023 geactualiseerd.

In 2023 is de aanbesteding gedaan voor portfoliomanagement software ten behoeve van het (financieel) beheer van de verbonden partijen en de portefeuille Geldleningen publiek belang. De opdracht is gegund aan de huidige leverancier, wat maakt dat er geen nadere implementatie voor ingebruikname benodigd is. De beschikbaarheid van de huidige softwareapplicatie is gewaarborgd.

Externe ontwikkelingen

Het Treasurystatuut en het investeringsbeleid en uitvoeringskader Sturing in Samenwerking (SiS 3.0) voldoen aan de vigerende wettelijke kaders voor decentrale overheden, waaronder het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (regeling Ruddo) en de regeling schatkistbankieren decentrale overheden. In 2023 zijn deze wettelijke kaders ongewijzigd gebleven en de Rijksoverheid heeft tevens geen Wetswijzigingen aangekondigd die een materiële invloed op het huidige financieringsbeleid van de Provincie Limburg zouden kunnen hebben.

Het Ministerie van Financiën heeft in 2023 de online MijnSchatkist omgeving in gebruik genomen ter vervanging van de gedateerde internetfaciliteit Schatkistbankieren. De MijnSchatkist omgeving is beveiligd met eHerkenning en heeft een verbeterd gebruiksgemak voor het Schatkistbankieren van decentrale overheden.

Financiering integraal

Terug naar navigatie - Financiering integraal

Provincie Limburg heeft haar geldmiddelen onderverdeeld in twee portefeuilles. De portefeuille Tijdelijk overtollige middelen bevat het werkkapitaal en de geldmiddelen die de Provincie (tijdelijk) niet voor de uitoefening van de publieke taak benodigd heeft. Hiertoe behoren de resterende bedrijfsobligaties, de uitzettingen naar decentrale overheden en de liquide middelen in rekening-courant bij ’s Rijks schatkist. Daarnaast heeft de Provincie een portefeuille Uitzettingen uit hoofde van de publieke taak. Hiertoe behoren de geldleningen aan verbonden partijen (niet zijnde de kapitaalstortingen aan deelnemingen), de geldleningen aan derden ten gunste van de publieke taak, en de verstrekte borgstellingen bij geldleningen aan derden. Hoewel borgstellingen in feite geen uitgezette middelen zijn, kunnen deze bij een claim door de begunstigde wel tot uitgaande kasstroom leiden.
Per ultimo 2023 omvat het totaal van beide portefeuilles tezamen € 1.285,4 mln., waarvan € 683,4 mln. in de portefeuille Tijdelijk overtollige middelen en € 602,0 mln. in de portefeuille Uitzettingen uit hoofde van de publieke taak. Dit is een afname van € 9,3 mln. ten opzichte van ultimo 2022. De Provincie heeft in 2023 geen opgenomen geldleningen ten behoeve van de balansfinanciering. Dit is ongewijzigd ten opzichte van 2022. Wel zijn er twee bestaande projectfinancieringen met een totaalvolume van € 30,9 per ultimo 2023 (2022: € 57,5 mln.). In grafiek 4.1 wordt de portefeuilleverhouding 2023 weergegeven, evenals de absolute en percentuele verschillen met 2022.

In tabel 4.2. zijn de rentebaten over de uitgezette middelen weergegeven. Wat opvalt is dat de rentebaten over het Schatkistbankieren rekening-courant saldo sterk zijn toegenomen. Dit is het gevolg van een geleidelijke verhoging van de creditrente gedurende 2023, van circa 1,9% begin 2023 tot circa 3,9% ultimo 2023. Wat verder opvalt is dat de rentebaten over de uitzettingen van tijdelijk overtollige middelen zijn toegenomen. Dit wordt verklaard door de eerste rentebaten uit de 2022 en 2023 nieuw uitzette leningen aan decentrale overheden in de 2e helft van 2022 en de 1e helft van 2023. Ook de rentebaten op de portefeuille Uitzettingen Publiek belang zijn gestegen. De oorzaak hierachter is dat vanaf jaarrekening 2023, in lijn met de meerjarenbegroting, de boekhoudkundige rentebaten worden vermeld (transitorisch berekend), daar waar tot 2023 de rente-ontvangsten in een boekjaar werden gerapporteerd. De transitorische berekening geeft een stabieler beeld over de omvang aan rente per boekjaar. 

Tabel 4.1 Totaal uitgezette en ingeleende middelen (nominaal x € 1.000)
Portefeuillevolume R2022 R2023 Mutatie %
Schatkistbankieren rekening-courant 168.300 158.800 -5,6%
Uitzettingen Tijdelijk overtollige middelen 582.600 524.600 -10,0%
Uitzettingen Publiek belang (exclusief kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen) 543.800 602.015 10,7%
Totaal uitgezette middelen 1.294.700 1.285.415 -0,7%
Opgenomen balansfinancieringen 0 0 n.v.t.
Opgenomen projectfinancieringen 57.500 30.900 -46,3%
Totaal ingeleende middelen 57.500 30.900 -46,3%
Saldo uitgezette en ingeleende middelen 1.352.200 1.316.315 -2,7%
Tabel 4.2 Overzicht van rentebaten (bedragen x € 1.000)
Rentebaten R2022 R2023 Mutatie %
Bedrijfsobligaties (uitfasering) 4.703 4.711 0,2%
(Kas)geldleningen aan decentrale overheden 4.297 9.144 112,8%
Schatkistbankieren deposito's 0 1.606 n.v.t.
Schatkistbankieren rekening-courant 363 3.202 782,0%
Vrijval van egalisatiereserves uit verkochte obligatietitels (2017-2029) 9.226 6.411 -30,5%
Uitzettingen Publiek belang (exclusief kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen) 12.846 15.033 17,0%
Totaal aan rentebaten 31.435 40.107 27,6%

Portefeuilleontwikkeling tijdelijk overtollige middelen

Terug naar navigatie - Portefeuilleontwikkeling tijdelijk overtollige middelen

In het Treasurystatuut zijn de doelstellingen van het treasurybeleid opgenomen. Tevens is beschreven onder welke voorwaarden uitzettingen van tijdelijk overtollige middelen kunnen worden gedaan. De portefeuillesamenstelling van de tijdelijk overtollige middelen is sinds meerdere jaren aan verandering onderhevig als gevolg van veranderde landelijke Wetgeving en mondiale marktrentedalingen:
1.    de voorheen significante obligatieportefeuille van de Provincie is afgenomen tot € 113,6 mln. De twee resterende bedrijfsobligaties in bezit kunnen tot einddatum worden aangehouden, maar nieuwe aankopen van obligaties zijn in de vigerende Wet fido voor decentrale overheden niet meer toegestaan; 
2.    de deelportefeuille ‘geldleningen aan decentrale overheden’ zijn uitzettingen aan overige decentrale overheden buiten de provincie Limburg met een looptijd langer dan 1 jaar. De Provincie heeft deze activiteiten in eigen beheer. In 2023 zijn twee leningen met een omvang van in totaal € 22 mln. afgelost en zijn binnen de kaders van het Treasurystatuut negen nieuwe leningen met een totaalomvang van € 95 mln. verstrekt. In 2023 is deze deelportefeuille gegroeid van € 288 mln. tot € 361 mln. per ultimo 2023;
3.    leningen aan decentrale overheden met een looptijd korter dan 1 jaar kwalificeren als kasgeldleningen. Per ultimo 2023 heeft de Provincie geen uitstaande kasgeldleningen aan decentrale overheden;
4.    tot slot biedt de Wet fido via de regeling Schatkistbankieren de mogelijkheid om tijdelijk overtollige middelen te stallen in termijndeposito’s bij het Ministerie van Financiën. Hiervoor zijn specifieke looptijden beschikbaar, waarbij de aangeboden rentetarieven gelijk zijn aan de rentetarieven waartegen de Staat der Nederlanden zich kan financieren op de internationale financiële markten, doch met een ondergrens van minimaal 0,00%. In 2023 is één rentedragende 12-maands termijndeposito van € 50 mln. geplaatst. 

De tijdelijk overtollige middelen van Provincie Limburg die niet in de hierboven genoemde vier deelportefeuilles zijn ondergebracht vallen automatisch toe aan de provinciale schatkistbankieren rekening-courant bij ’s Rijks schatkist. Ook op het saldo in rekening-courant geldt een creditrente met een minimale ondergrens van 0,00%. De creditrente is in 2023 opgelopen van circa 1,90% in de eerste helft van het jaar tot circa 3,90% op jaareinde. De samenstelling en het verloop van de portefeuille ‘Tijdelijk overtollige middelen’ in 2023 wordt in tabel 4.3 weergegeven.

Tabel 4.3 Uitzettingen van Tijdelijk overtollige middelen (nominaal x € 1.000)
Portefeuille Tijdelijk overtollige middelen R2022 R2023 Mutatie %
1. Obligaties (sterfhuisportefeuille) 113.600 113.600 0,0%
2. Geldleningen aan decentrale overheden 288.000 361.000 25,3%
3. Kasgeldleningen aan decentrale overheden 81.000 0 -100,0%
4. Schatkistbankieren deposito's 100.000 50.000 -50,0%
5. Schatkistbankieren rekening-courant 168.300 158.823 -5,6%
Totaal Tijdelijk overtollige middelen 750.900 683.423 -9,0%

Uitzettingen uit hoofde van het publiek belang

Terug naar navigatie - Uitzettingen uit hoofde van het publiek belang

De portefeuille Uitzettingen uit hoofde van de publiek belang bestaat uit geldleningen aan en borgstellingen ten gunste van verbonden partijen en derde marktpartijen. Kapitaalverstrekkingen aan provinciale deelnemingen vallen hier niet onder en worden nader verantwoord in de paragraaf Verbonden partijen. De criteria waaraan uitzettingen dienen te voldoen zijn vastgelegd in het investeringsbeleid en uitvoeringskader Sturing in Samenwerking 3.0 (SiS 3.0), dat op 5 februari 2021 door Provinciale Staten is vastgesteld.

Borgstellingen
Gegeven de ruime liquiditeitspositie van de Provincie prevaleert het instrument “geldlening door de Provincie” meestal boven het instrument “borgstelling van de Provincie bij een bancaire geldlening”. Er zijn in 2023 dan ook geen nieuwe borgstellingen verstrekt. Er is per ultimo 2023 één verstrekte borgstelling met een omvang van circa € 370.000. 

Geldleningen aan verbonden partijen en derden
De nominale boekwaarde van de uitstaande geldleningen aan verbonden partijen bedraagt per ultimo 2023 nominaal € 346,5 mln. Dit is een stijging van € 27,9 mln. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van één nieuw verstrekte lening met een totale omvang van € 35,2 mln. Daarnaast is één financiering aan een verbonden partij van € 10 mln. volledig afgelost.

De deelportefeuille Geldleningen aan derden is in 2023 met € 31,2 mln. toegenomen tot nominaal € 255,2 mln. per ultimo 2023. Naast de ontvangen reguliere aflossingen op de uitstaande geldleningen zijn er binnen bestaande kredietlimieten nieuwe uitboekingen gedaan aan uitvoeringsorganisatie Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) ten behoeve van de Stimuleringsleningen Duurzaam Thuis. Er zijn in 2023 geen nieuwe geldleningen aan derden verstrekt. Een overzicht van de uitzettingen uit hoofde van de publieke taak en de mutaties ten opzichte van 2022 zijn hieronder opgenomen in tabel 4.4.

Voorzieningen en duurzame afwaarderingen
In 2022 waren voor twee niet presterende geldleningen voorzieningen getroffen voor een totaal van € 5,4 mln. Deze voorzieningen staan nog steeds. In 2023 zijn geen nieuwe voorzieningen getroffen. Er zijn in 2023 ook geen afwaarderingen op geldleningen geweest.

Tabel 4.4 Uitzettingen uit hoofde van het publiek belang (nominaal x € 1.000)
Portefeuille publieke taak R2022 R2023 Mutatie %
1. Geldleningen aan verbonden partijen 318.600 346.469 8,7%
2. Geldleningen aan derden 224.000 255.176 13,9%
3. Borgstellingen bij bancaire geldleningen 1.200 370 -69,1%
Totaal Portefeuille Publiek belang 543.800 602.015 10,7%

Opgenomen geldleningen

Terug naar navigatie - Opgenomen geldleningen

De provinciale liquiditeitspositie was gedurende 2023 ruim voldoende, waardoor er geen balansfinancieringen voor de eigen beleidsuitvoering zijn opgenomen. Ook zijn er in 2023 geen nieuwe projectfinancieringen aangetrokken. De reeds bestaande opgenomen projectfinancieringen worden hieronder nader toegelicht. 

Portefeuille aangetrokken geldleningen
In 2004 heeft de Provincie de geldlening van de (voormalige) stichting Symbiose overgenomen met betrekking tot het pand Mercator. Verkoop van dit pand heeft in 2005 plaatsgevonden. Op deze lening wordt jaarlijks € 180.600 afgelost tot en met de einddatum in 2027.

In het kader van de beëindiging van de activiteiten van LIOF Bedrijventerreinen per 1 juni 2016 heeft de Provincie eind 2016, met instemming van Provinciale Staten d.d. 30 september 2016, een geldlening van € 15,9 mln. van LIOF overgenomen inzake de grondexploitatie van industriepark Swentibold. In het ondertekende addendum behorende bij de Samenwerkingsovereenkomst d.d. 12 oktober 2000, in navolging van het collegebesluit d.d. 29 november 2016, is vastgelegd dat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de Provincie voor het gedeelte van de lening dat overeenkomt met het negatieve exploitatieresultaat bij afsluiting van het project kwijtschelding verleent tot een maximum van het leenbedrag. Deze lening is in 2023 volledig afgelost. Over de lening was de Provincie Limburg gedurende de gehele looptijd geen rente aan het Ministerie van EZK verschuldigd.

In januari 2019 is met de Europese Investeringsbank (EIB) een kredietfaciliteit van maximaal € 75 mln. overeengekomen, dat in tranches over een periode van 36 maanden tot uiterlijk 14 januari 2022 kon worden opgenomen. Dit betreft een projectfinanciering ten behoeve van Stimuleringsleningen Duurzaam Thuis. In het eerste kwartaal 2019 is door de Provincie een eerste lening tranche ad 
€ 10 mln. opgenomen tegen een vaste rente van 0,08% welke lineair over 5 jaar wordt afgelost. Aanvullend zijn vanaf eind 2019 tot en met eind 2021 nog vier tranches van ieder € 10 mln. opgenomen. Deze vier tranches kennen een rentetarief van 0,00% en worden lineair afgelost, waarbij de laatste aflossing valt in het derde kwartaal van 2035. Het totaal aan opgenomen krediet is nominaal € 50 mln. en het niet opgenomen deel van € 25 mln. is reeds komen te vervallen. 

De restant hoofdsom per opgenomen projectfinanciering per ultimo 2023 is opgenomen in tabel 4.5.

Tabel 4.5 Portefeuille opgenomen geldleningen (bedragen x € 1.000)
Kenmerk opgenomen geldlening R2022 R 2023 Mutatie %
Lening van BNG Bank inzake voormalige Stichting Symbiose 904 723 -20,02%
Lening van Ministerie van EZK inzake Industriepark Swentibold 13.324 0 -100,00%
Lening van de Europese Investeringsbank (EIB) inzake de Stimulereringsregeling Duurzaam Thuis 38.083 30.198 -20,70%
Totaal opgenomen geldleningen 52.311 30.921 -40,89%

Verantwoording wettelijke normen: vlottende schuldpositie

Terug naar navigatie - Verantwoording wettelijke normen: vlottende schuldpositie

Met de kasgeldlimiet wordt beoogd dat decentrale overheden niet een te omvangrijk deel van de schuldpositie financieren met kortlopende leningen (< 1 jaar). De kasgeldlimiet is 7% van de totale begrotingsomvang (2023: € 541.003.000), wat in 2023 neerkomt op € 37,87 mln. gemiddeld per maandultimo. Voor Provincie Limburg heeft de kasgeldlimiet in boekjaar 2023 weinig tot geen effect, aangezien de Provincie beschikt over voldoende eigen liquiditeiten en derhalve geen kortlopende schuldpositie heeft. Voor de volledigheid wordt de berekening van de kasgeldlimiet wel in de rapportage opgenomen. In tabel 4.6 is de beschikbare ruimte onder de kasgeldlimiet weergegeven. Provincie Limburg had in het vierde kwartaal 2023 een ruimte beschikbaar van € 199,1 mln.

Tabel 4.6 Kasgeldlimiet 2023 (bedragen x € 1 mln.)
Kasgeldlimiet 2023 Q1 2023 Q2 2023 Q3 2023 Q4 2023
Toegestane kasgeldlimiet als % van de grondslag * 7% 7% 7% 7%
in bedrag (1) 37,87 37,87 37,87 37,87
Omvang vlottende schuld (2) 13,40 11,73 8,40 8,53
Omvang vlottende middelen (3) 92,85 115,73 122,13 142,20
Netto schuld (+) of overschot (-) (2-3 = 4) -79,45 -104,00 -113,73 -133,66
Ruimte (+)/Overschrijding (-) (1-4) 117,32 141,87 151,60 171,53
* Begrotingsgrondslag 2023 = € 541.003.000)

Verantwoording wettelijke normen - vaste schuldpositie

Terug naar navigatie - Verantwoording wettelijke normen - vaste schuldpositie

Met de renterisiconorm wordt door de wetgever beoogd dat bij decentrale overheden niet een te omvangrijk deel van de schuldpositie in één specifiek boekjaar voor herfinanciering in aanmerking komt. De renterisiconorm is 20% van de totale begrotingsomvang, wat in 2023 neerkomt op € 108,2 mln. Voor Provincie Limburg heeft de renterisiconorm in 2023 geen gevolgen, omdat de Provincie geen schuldpositie heeft waarvoor herfinanciering benodigd is. Het beperkte volume aan opgenomen projectfinancieringen behoeft op lening einddata geen herfinanciering. Uit tabel 4.7 kan worden opgemaakt dat Provincie Limburg in de komende jaren geen risico’s ten aanzien van de renterisiconorm voorziet.

Tabel 4.7 Toets renterisiconorm (bedragen x € 1 mln.)
Stap Renterisiconorm 2023 2024 2025 2026 2027
(1) Renteherzieningen 0 0 0 0 0
(2) Aflossingen 19,96 6,64 4,64 4,64 4,64
(3) Renterisico (1+2) 19,96 6,64 4,64 4,64 4,64
(4) Renterisiconorm = 20% van begroting (2023 = 541,003 mln.) 108,2006 108,2 108,2 108,2006 108,2006
(5a) = (4>3) Ruimte (+) onder renterisiconorm 88,2406 101,5606 103,5606 103,5606 103,5606

Drempelbedrag schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Drempelbedrag schatkistbankieren

Met het regeling schatkistbankieren wordt beoogd dat vrij besteedbare tijdelijk overtollige middelen worden aangehouden binnen de faciliteit Schatkistbankieren van het Ministerie van Financiën. Echter, omdat vanuit de internetfaciliteit schatkistbankieren geen betalingsverkeer mogelijk is, is het toegestaan om een deel van de liquide middelen buiten de schatkist aan te houden om het reguliere betalingsverkeer via de huisbank praktisch uitvoerbaar te houden. Het drempelbedrag is het gemiddelde totaalsaldo per dag dat buiten de schatkist mag worden aangehouden. Het drempelbedrag voor Provincie Limburg in 2023 bedraagt ruim € 10,1 mln. (€ 500 mln. x 2% + € 41,003 mln. x 0,2%). Dit houdt in dat gemiddeld genomen iedere dag tot € 10,1 mln. buiten de schatkist kan worden aangehouden.

Het gemiddeld bedrag dat Provincie Limburg in 2023 buiten de Schatkist heeft aangehouden is vastgesteld op nihil. De Provincie maakt gebruik van de automatische afroom- en aanzuiverfaciliteit van haar huisbank Rabobank. De afroom- en aanzuiverfaciliteit wordt elke werkdag rond 18:00 uur automatisch door Rabobank uitgevoerd. Dit houdt in dat positieve banksaldi bij de Rabobank op dageinde naar de schatkist worden afgeroomd en dat negatieve banksaldi bij de Rabobank op dageinde vanaf de schatkist worden aangezuiverd, zodat op dageinde de banksaldi van Provincie bij Rabobank nihil bedragen. Dit dient daarmee tevens als systeemcontrole dat het drempelbedrag in geen enkel kwartaal zou kunnen worden overschreden.

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

De EMU-waarde ultimo 2023 bedraagt € 12 mln.  De referentiewaarde 2023 bedraagt minus ad € 55,78 mln. en is op basis van de Septembercirculaire Provinciefonds 2022: 'Individuele EMU-referentiewaarden provincies 2023'.  De Provincie blijft voldoen aan de normering.

Beleidsplan 2023

Terug naar navigatie - Beleidsplan 2023

Het beleidsplan 2023 bestond in hoofdlijnen uit de volgende onderwerpen:

  • continue monitoring van het provinciale werkkapitaal inclusief resterende obligatieportefeuille en verdere optimalisatie van de liquiditeitsplanning
    In 2023 is de meerjaren liquiditeitsplanning en de portefeuille Tijdelijk overtollige middelen verder geoptimaliseerd, waarbij nadrukkelijker de aansluiting met de meerjarenbegroting 2024-2027 is gelegd;
  • risicogericht beheer van de portefeuille ‘Uitzettingen publiek belang’ en de beoordeling van en advisering over nieuwe financieringsaanvragen
    Portfoliomanagement en –beheer, risicomonitoring van de financieringsportefeuille en advisering bij (nieuwe) financieringsaanvragen vindt gevraagd en ongevraagd via deze transparante kaders plaats. Van alle uitstaande leningen wordt minimaal één maal per jaar een revisiedocument opgesteld;
  • verdere optimalisatie van de in gebruik zijnde portfoliomanagement software ten behoeve van het beheer van de revolverende portefeuille uitzettingen publieke taak
    Het portfoliomanagement en –beheersysteem Celon 2.0 is in 2023 geactualiseerd en aan een automatische koppeling met de grootboekadministratie wordt gewerkt;
  • actualiseren Treasurystatuut
    De geplande actualisatie van het Treasurystatuut is verschoven naar 2024;
  • actief onderhouden van het netwerk met financiële instellingen en financiële intermediairs, ten behoeve van het behoud van goede toegang tot de financiële markten
    Provincie Limburg onderhoudt proactief contact met haar relaties, waaronder de gecontracteerde huisbankier, vermogensbeheerder, custodian en overige financiële instellingen. Dit zowel bij de uitvoer van de provinciale treasury-activiteiten, als bij de afstemming met co-financiers binnen de kaders van SiS 3.0.