Status activiteiten

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Status activiteiten

Algemene grondslagen voor het opstellen van de Jaarrekening

Terug naar navigatie - Algemene grondslagen voor het opstellen van de Jaarrekening

De Jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 216 Provinciewet, waarin door PS op  9-2-2023 de uitgangspunten voor het financiële beleid, evenals de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

Als gevolg van deze verordening zijn de afschrijvingstermijnen inzake rehabilitaties van provinciale wegen aangepast. Tot ultimo 2022 zijn deze afschrijvingstermijnen administratief gesplitst in 15 respectievelijk 40 jaar, waarbij op basis van procentuele verdeling de investeringskosten (28%/72%) zijn toegerekend. Vanaf 1-1-2023 is deze regel aangepast naar 40 jaar. 

Algemene grondslagen voor het opstellen van de Jaarrekening

  • De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden;
  • De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar, waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden;
  • Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baat genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld;
  • Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de Jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen, conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de septembercirculaire van het boekjaar. Daarnaast zijn de mutaties uit de decembercirculaire van het boekjaar verwerkt, die geen relatie hebben met de voornoemde accresmelding. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar, waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten, zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken;
  • Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden;
    De Jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.  

Balansgrondslagen

Terug naar navigatie - Balansgrondslagen

Vaste activa

Immateriële vaste activa
Algemeen
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62 lid 2 BBV). Hierbij dient de verkregen bijdrage als baat te worden verantwoord.

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden cf. de vigerende Financiële Verordening niet geactiveerd.

Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief
De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan in het jaar nadat de uitgaven zijn gedaan op basis van voorzichtigheid.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd volgens de afschrijvingstermijnen uit de Financiële verordening, tenzij anders is besloten. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode, waarin het betrokken actief van de derden op basis van de door de Provincie gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Tram Maastricht Hasselt
Op 24 mei ’22 zijn Provinciale Staten middels mededeling portefeuillehouder geïnformeerd over het  stopzetten van het project Tram Maastricht Hasselt (DOC-00278236). Aan de Jaarstukken 2021 is in dit kader een addendum toegevoegd (Document Limburg - Addendum Jaarstukken 2021, brief GS van 2-6-2022 (GS DOC-00281670).pdf - iBabs RIS (bestuurlijkeinformatie.nl))
Ten opzichte van dit project zijn er ultimo 2023 nog geen besluiten genomen die hebben geleid tot een financiële afwikkeling van het project. Het risico bestaat nog steeds dat het project zal worden afgeboekt. Over de precieze impact op onze financiële positie bestaat op dit moment nog geen duidelijkheid. In de toelichting op de balans zijn de posten vermeld waar een mogelijke impact van toepassing is (Immateriële vaste activa en Vlottende passiva). Volledigheidshalve merken wij op dat wij tot nader order conform de financiële verordening jaarlijks de reguliere afschrijvingstermijn in acht houden.

Materiële vaste activa
Algemeen
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief wordt toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze kosten worden geactiveerd.

Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.

Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2017 worden gedaan.
Voor het project Ooijen-Wanssum worden investeringen gedaan die uiteindelijk leiden tot activa met maatschappelijk nut. Als gevolg van de notitie Materiële Vaste Activa (december 2017) wordt een deel van de investeringen rechtstreeks in de exploitatie verantwoord. Het betreft dat gedeelte van het project dat niet voldoet aan de activeringscriteria en daarmee in de exploitatie verantwoord wordt. Deze werkwijze ligt in lijn met voorgaande jaren. Deze exploitatielasten worden gedekt uit de reserve DU-Ooijen-Wanssum. 
Van de aangekochte gronden kan nog niet worden vastgesteld of deze deel uitmaken van de projectonderdelen die overgedragen worden aan derden of dat deze in bezit blijven van de Provincie. Daarom worden ook deze gronden voorlopig op de balans opgenomen onder de categorie Gronden en terreinen, totdat een verdeling is aangebracht en afgesproken.

Afschrijven
De kaders voor afschrijvingen over dienstjaar 2023 liggen vast in de financiële verordening 2023. 
Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur.

Bij nieuwe investeringen wordt de volgende richtlijn voor de afschrijving in acht genomen: 
Bedrijfsgebouwen, inventaris, technische installaties 
a. 40 jaar: bedrijfsgebouwen, waarbij voor onderdelen, waarvoor een kortere gebruiksduur 
wordt verwacht, de componentenmethode wordt toegepast; 
b. 10-25 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen, verbouwingen, kantoormeubilair. 
Railinfrastructuur 
c. 40 jaar: investeringen in railinfra van medeoverheden (investeringen in activa van derden) 
d. 50 jaar: (vervangings)investeringen in railinfra van de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij; 
Provinciale wegen 
e. 15 jaar: vervangen asfalt provinciale wegen (levensduurverlengend); 
f. 40 jaar: rehabilitatie provinciale wegen waarbij asfalt en fundering wordt vervangen;
g. 40 jaar: nieuwbouw provinciale weg; 
h. 15 jaar: versterken kunstwerken (betreft levensduurverlengende investeringen); 
i. 80 jaar: rehabilitaties en nieuwbouw kunstwerken; 
j. 40 jaar: vervangen afwatering (kolken, duikers, buffers e.d.) en vervangen aansluitingen op 
gemeentelijke rioleringen of wateropvang; 
k. 15 jaar: wegmeubilair, afschermvoorzieningen, faunavoorzieningen, bewegwijzering, 
openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en overige elektrische systemen. 
Overige activa: 
l. 5 jaar: vervoermiddelen; 
m. 3-5 jaar: apparatuur automatisering en overige apparatuur; 
n. geen afschrijving: gronden en terreinen. 
Voor investeringen met economisch nut start de afschrijving ná de gereedmelding van die investering; in geval van op zichzelf staande deelprojecten worden die afzonderlijk op hun gereedmelding getoetst. 
Voor investeringen met een maatschappelijk nut start de afschrijving in het jaar nadat uitgaven 
zijn gedaan; investeringen die zich over meerdere jaren uitstrekken worden per jaarschijf als afzonderlijk actief behandeld. 
Resultaatafhankelijke (extra) afschrijving op investeringen wordt in beginsel niet toegestaan. 

In erfpacht uitgegeven gronden
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Eventuele afkoopsommen voor voortdurende contracten zijn verwerkt onder de langlopende schulden en vervallen, naar rato van afkoopperiode, vrij ten gunste van het resultaat.

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g, overige langlopende leningen, obligaties en (overige) uitzettingen zijn - tenzij hierna anders is vermeld - opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien er sprake is van duurzame waardevermindering zal afwaardering plaatsvinden. 

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de Provincie participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Vlottende activa

Voorraden
Grond en hulpstoffen
Grond- en hulpstoffen zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Wanneer de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, wordt afgewaardeerd naar deze lagere marktwaarde.

Onderhanden werk, gronden in exploitatie
De als onderhanden werk opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) alsmede de rentekosten, berekend zoals voorgeschreven in het BBV en de administratie- en beheerskosten. 

Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd, kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
1.    het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat;
2.    de grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht;
3.    de kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
Zolang van bovenstaande geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

Gereed product
Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.


Vaste passiva

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de gedeputeerden is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de provinciale kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, die is opgenomen in het jaarverslag, is het beleid ter zake nader uiteengezet.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 

Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de Provincie gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. 

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

De verantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening 2023 en op basis van de kadernota rechtmatigheid 2023:

  • De rechtmatigheidsverantwoording ziet toe op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik (M&O) criterium omvat het volgende:
    Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals door PS is vastgesteld;
    • Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn;
    • Voor over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan PS zijn gemeld;
    • Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.

Bestuurlijke intenties vastgoed in verband met waardering op de provinciale balans

Terug naar navigatie - Bestuurlijke intenties vastgoed in verband met waardering op de provinciale balans

Voor waardering van vastgoed is het van belang of het is gekocht of ontwikkeld met een maatschappelijke intentie en in de regel bedoeld om duurzaam te exploiteren.  En of een duurzame waardevermindering van toepassing is. Onderstaand overzicht geeft inzicht in deze bestuurlijk vastgestelde intenties.

 

A In erfpacht uitgegeven gronden Functie Intentie duurzame exploitatie Duurzame waardevermindering
1 Tuinbouwgebied Siberië Bedrijfseconomisch Ja Nee
2 Watersley Bedrijfseconomisch Ja Nee
3 Railterminal Trade Port Noord Cabooter Bedrijfseconomisch Ja Nee
4 Organic Nutrition Bedrijfseconomisch Ja Nee
5 BCTN Venray (2022) Haven Wanssum Bedrijfseconomisch Ja Nee
         
B Materiële vaste activa maatschappelijk nut Functie Intentie duurzame exploitatie Duurzame waardevermindering
1 Gouvernement Maatschappelijk Ja Nee
2 Groot Buggenum Maatschappelijk Ja Nee
3 Maastricht Aachen Airport Maatschappelijk Ja Nee
4 Musea Maatschappelijk Ja Nee
5 Station Simpelveld (en bedrijfsgebouwen Maatschappelijk Ja Nee
6 Steunpunten provinciale wegen Maatschappelijk Ja Nee
7 Grondverwerving verbreding A2 Maatschappelijk Ja Nee
8 Gronden Ooijen Wanssum Maatschappelijk Ja Nee
9 Grondverwerving N280 Leudal Maatschappelijk Ja Nee
10 Gebiedsontwikkeling VDL Maatschappelijk Ja Nee
11 Grondverwerving Via Venray Maatschappelijk Ja Nee
12 BPL Oostflank Bedrijfseconomisch Ja Nee