De grootste risico's met impact op het weerstandsvermogen worden hieronder beschreven. Hierbij merken wij op dat de risico's in deelnemingen en leningen hier niet meegenomen zijn, omdat deze reeds gedekt zijn middels de risicoreserve SIS 3.0.
Provinciefonds
Financiële impact
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt bepaald door het accres, door overige ingrepen van het Rijk, door taakmutaties, door herverdelingen en vanaf 2015 de onder- of overschrijding van het BCF-plafond. In het bijzonder de categorie overige ingrepen van het Rijk is momenteel ingrijpend, zoals toegelicht in de contourennota van het Rijk. Voor de Provincie leidt dit tot onzekerheid langs 5 lijnen:
1) Vanaf 2026 wordt het accres bevroren. De systematiek om het accres te bepalen is ontwikkeld om het provinciefonds even snel te laten groeien of dalen als de rijksbegroting. De budgettaire impact van dit soort bezuinigingen kan heel sterk variëren. In de regel moet jaarlijks rekening worden gehouden met een mogelijk financieel nadeel hierdoor van € 1 à 2 mln. Deze onzekerheid was onwenselijk voor decentrale overheden. Echter, de nu voorgestelde wijziging en in het bijzonder het niveau waarop het accres wordt bevroren leidt tot substantieel lagere begrotingsruimte. 2) Dit effect zou deels opgevangen moeten worden middels een nieuw belastinggebied. Echter, er is nog geen concreet zicht op dit alternatief voor de MRB na invoering van 'betalen naar gebruik'. Dit vormt een additionele onzekerheid. 3) Dit verlies van begrotingsruimte is bijzonder zorgwekkend, gelet ook op de grote opgaven die op Provincies afkomen o.a. op het gebied van Stikstof. Het rijk kiest er nu voor dit te adresseren middels fondsen. Dit zijn echter incidentele middelen en brengen veel administratieve lasten met zich mee. 4) Tot slot worden er wijzigingen doorgevoerd in de verdeelsystematiek, met als risico dat Limburg een kleiner aandeel in de totale uitkering krijgt én 5) er wordt gekeken naar een herziening van de uitkeringsvorm, waarbij met name nu de toename van het aantal SPUKS leidt tot beperking van de beleidsvrijheid. U bent hierover nader geïnformeerd middels de mededeling portefeuillehouder iz. contourennota.
In totaliteit moeten we met een maximale financiële impact van € 10 mln. per jaar rekening houden.
Voor 2023 bedraagt de voorlopige stand van de algemene uitkering € 194.3 mln.
Termijn duidelijkheid
De uitkering 2023 wordt definitief vastgesteld in de meicirculaire 2024.
Omschrijving risico's
Fluctuaties in het provinciefonds kunnen de begrotingsruimte onverwacht en op korte termijn zowel positief als negatief beïnvloeden.
Acties/beheersing
Via het IPO is er een constant overleg over de voorstellen van het Rijk.
Maaslijn en Arriva (de concessie)
Financiële impact
De Oekraïne crisis heeft een substantiële impact op het project Maaslijn, met als potentiële consequentie meerkosten of vertraging. Dit raakt tegelijkertijd de afspraken over elektrificatie met Arriva en de mogelijk op de Provincie te verhalen gevolgschade. Daarnaast leidt de omvorming van ProRail naar een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) tot een BTW risico. Het BTW risico voor het project Opwaardering Maaslijn wordt op maximaal € 43,8 miljoen ingeschat, vertragingskosten en gevolgschade zijn van teveel factoren afhankelijk om daar in deze fase een reële schatting van te doen.
Omschrijving van het risico
Als gevolg van de Oekraïne crisis heeft Pro-Rail als aanbestedende dienst de aanbesteding stop gezet.
De nu ontstane situatie betekent dat: 1) er een nieuw aanbestedingsdossier moet worden gemaakt, en het contracteringsproces (aanbesteding) met een gewijzigde marktbenadering opnieuw moet worden doorlopen, inclusief gevolgen voor tijd en geld; 2) de exploitatie van de Maaslijn met dieseltreinen moet worden verlengd, inclusief de bijbehorende financiële gevolgen; 3) de lopende bestelling van nieuw elektrisch treinmaterieel dient te worden herbezien in relatie tot de nieuwe planning van de Maaslijn, inclusief de bijbehorende financiële gevolgen omdat de geplande datum van inzet van de nieuwe treinen verschuift.
Uiterlijk in oktober 2022 legt ProRail een nieuwe marktbenadering aan de opdrachtgevers ter besluitvorming voor. Daarbij zullen we ook naar mogelijke andere scenario’s kijken.
Termijn duidelijkheid
Naar verwachting eind 2022.
Acties/beheersing
De portefeuillehouder blijft in gesprek met het Rijk om de nadelige consequenties van deze vertraging en fiscale risico's te voorkomen.
Europese programma's en SPUK's
Financiële impact
Voor de periode 2014-2020 is wederom uitgegaan van een risico/weerstandsvermogen van € 4 mln. De programma’s uit de periode 2007-2013 zijn inmiddels door Brussel definitief afgerekend. Over die periode zijn geen financiële claims ingediend.
Omschrijving risico
Het risico houdt verband met mogelijke correcties bij de eindafrekening van de EU bijdrage in Europese Programma’s door Brussel en de Rijkscofinancieringsbijdrage door de lidstaat.
De Provincie Limburg maakt zoveel mogelijk gebruik van subsidies vanuit de Europese structuurfondsen (o.a. OPZuid en de Interreg-A programma’s). De EU-regelgeving stelt dat de ‘Lead partner’ van een project verantwoordelijk c.q. aansprakelijk is voor de financiële risico’s van het gehele project, dus bijvoorbeeld in geval van een korting op de EFRO bijdrage. Een lagere vaststelling wordt in principe doorbelast aan de projectuitvoerder. Daar waar de Provincie Limburg ‘Lead partner’ is, geldt dus ook een terugbetalingsrisico wanneer EU-middelen niet conform de geldende wet- en regelgeving worden besteed. Datzelfde geldt voor de Rijkscofinancieringsbijdrage. Een vergelijkbaar risico loopt de Provincie met de Specifieke uitkering van het rijk, waarbij ook aan bestedingsvoorwaarden voldaan moet worden en sprake kan zijn van een terugvordering.
Mede gelet op mogelijke EU-controles in de periode t/m 2023 blijft het wenselijk om het maximale risicobedrag op € 4 mln. te houden.
Termijn duidelijkheid
De uiteindelijke financiële risico’s van de programma ‘s 2014-2020 zullen pas na afloop van deze programma’s, bij de eindafrekening in 2025-2026 bekend zijn.
Acties/beheersing
De (externe) uitvoeringsorganisaties van de EU programma’s beoordelen de juridische aspecten van de EFRO-projectsubsidies. Voor wat betreft het aandeel provinciale cofinanciering zijn wij zelf verantwoordelijk voor de juridische toetsing. In de regel wordt een provinciale cofinanciering aan een Limburgse partner in een EU project afgegeven als een inspanningsverplichting. Het financiële risico is zodoende beperkt.
Loon- en prijs stijgingen (inc. Oekraïne)
Financiële impact
In de begroting 2023 zijn de ‘bekende’ loon- en prijsstijgingen meegenomen in alle relevante lastenramingen. Dit is inclusief de verwachte nieuwe CAO provincies. Vanaf 2024 is, in lijn met de meicirculaire 2022 provinciefonds, rekening gehouden met verdere loon- en prijsstijgingen. Dekking voor deze raming vinden we standaard in het accres bij de algemene uitkering en (indien van toepassing) in de indexering van de opcenten motorrijtuigenbelasting. Daarnaast heeft de Oekraïne crisis substantiële impact op de bereikbaarheidsportefeuille.
Omschrijving risico
Zowel de belasting van de post ‘Indexering loon- en prijsstijging’ als de dekking kan in het algemeen tussen de eerste raming in de primaire begroting en de realisatiecijfers in de jaarrekening aanzienlijk wijzigen. Voor 2023 staat de belasting nog niet definitief vast, omdat de cao voor 2023 op moment van schrijven nog niet is bekrachtigt. Bovendien kunnen van jaar op jaar de post ‘Indexering loon- en prijsstijging’ en de aangewezen dekkingsmiddelen fors veranderen. Zo kenden de jaren 2020 en 2021 geen indexering van het aantal opcenten en zal de dekking van de post ‘Indexering loon- en prijsstijging’ alleen uit het jaarlijkse accres bestaan. Voor 2022 en 2023 vindt er wel indexering van de opcenten MRB plaats. In 2023 is deze echter lager dan de inflatie. Hoewel er middels de risicoreservering kapitaallasten (voorheen de risicoreserve bereikbaarheidsmiddelen) rekening gehouden is met de impact van de aanhoudende onzekere marktomstandigheden op de mobiliteitsprojecten, blijft er sprake van een restrisico omdat met name de duur zeer onvoorspelbaar is.
Door de fluctuaties in de belasting van de post en in de dekkingsmiddelen bestaat er altijd het risico dat de aangewezen dekkingsmiddelen ontoereikend zijn. We schatten het maximale risico normaal op € 2 miljoen. De Europese Centrale Bank verwacht dat de inflatie dit jaar op 9,4% uitkomt. De inflatie in 2023 zal naar verwachting dalen tot 3,3%.
Termijn duidelijkheid
Het accres 2022 wordt definitief bekendgemaakt in de meicirculaire 2023. De nieuwe CAO 2022 voor 2022 worden naar verwachting in september vastgesteld. De ontwikkelingen op de aannemersmarkt zullen langdurig onzeker zijn.
Ontwikkeling/status
Duidelijkheid over het accres volgt bij de meicirculaire 2023.
Acties/beheersing
De enige variabele, waar de Provincie sturing aan kan geven, is de indexering van de opcenten motorrijtuigenbelasting. De Provincie heeft besloten vanaf 2022 een reguliere prijsindexering toe te passen. Het voorstel voor 2023 gaat uit van een index van 1,9%, gelijk aan 2022.