Omschrijving

Wij zetten in op een toekomstbestendig landelijk gebied waarmee wij de balans willen herstellen tussen de draagkracht van de natuur, bodem en water enerzijds en het economisch gebruik en de borging van de voedselzekerheid anderzijds. In juni 2023 hebben wij een concept van het Limburgs Programma Landelijk Gebied (LPLG) vastgesteld. Hierin zijn de doelen en opgaven voor het landelijk gebied gebiedsgericht met onze partners uitgewerkt tot globale maatregelen. Het is aan het Rijk om op nationaal niveau maatregelen te treffen. Voor de uitvoering van de gebiedsgerichte opgaven dient zij randvoorwaarden in de vorm van langjarige middelen en instrumenten beschikbaar te stellen. Zonder deze randvoorwaarden van het Rijk staat de uitvoering van de maatregelen om de doelen en opgaven in het landelijk gebied te verwezenlijken onder druk. Tegelijkertijd is inzicht nodig in wat er op het erf en het platteland speelt. Een toekomstbestendig landelijk gebied is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk, provincie en regionale partners.

Wij richten ons op 3 resultaten uit het beleidskader Perspectief voor het landelijk gebied en daaraan gekoppeld 3 actielijnen die uitvoering gaan geven aan een integrale aanpak in het landelijk gebied.

  • In 2027 hebben wij groene opgaven, lokale stikstofmaatregelen en lokale hydrologische maatregelen zoveel mogelijk gestapeld laten landen in bestaande zones van de POVI waaronder vooral de groenblauwe mantel. Hierdoor is het ruimtebeslag beperkt;
  • Maatregelen zijn integraal afgestemd met de waterveiligheidsopgave uit het WRL.
  • De zonering is zoveel mogelijk via de gebiedsprocessen nader uitgewerkt in het LPLG en definitief verankerd in een herziening van de POVI en de omgevingsverordening. 

Nog onduidelijk is hoe de nieuwe regering de transitie van het landelijk gebied wil faciliteren en welke consequenties dit heeft voor het LPLG (Limburgs Programma Landelijk Gebied). Waar in deze begroting gesproken wordt over het LPLG wordt dan ook gedoeld op het LPLG of een nieuw construct dat past bij de nieuwe koers van het kabinet. De oorspronkelijke planning is gericht op het in 2024/2025 doorontwikkelen van het concept LPLG (waarin aangegeven is dat wij regie voeren op de gebiedsgerichte aanpak voor de 10 NPLG-doelen en de 4 toegevoegde provinciale doelen) naar een voorontwerp LPLG. Dit doen wij onder meer op basis van onderzoeken en gebaseerd op adviezen van onder andere de Ecologische Autoriteit. Daarnaast gaan wij ook buiten (gebiedsgericht) aan de slag. Door middel van uitvoering van maatregelpakketten, het stimuleren van de aanpak piekbelasting en de inzet van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid werken wij de verduurzaming van de landbouw en een extra impuls op natuur- en waterherstel. Komende maanden  verwachten wij vanuit het Rijk meer duidelijkheid te krijgen over mogelijke koerswijzigingen. Daarbij behoort ook het verkrijgen van nieuwe termijnen en duidelijkheid over beschikbare middelen.  

Dit in aanvulling op alles wat wij regulier al doen en voortzetten met reeds gecommitteerde middelen, zoals de uitvoering van Natuurprogramma, waaronder de realisatie van het natuurnetwerk in Limburg (de Ontwikkelopgave), het Landschapsprogramma en het Programma Water.

Deze activiteiten richten zich op de realisatie van opgaves in het landelijk gebied. Het gaat dan om natuurherstelmaatregelen (zowel uitbreiding van hectares als ook kwalitatieve maatregelen in de vorm van inrichting en (cyclisch) beheer en uitvoering van de bossenstrategie), het herstel van het hydrologische systeem om te kunnen voldoen aan KRW-normen en het terugdringen van stikstof–uitstoot ten behoeve van natuur. Ter uitvoering van de natuurherstelmaatregelen vertalen wij de uitkomsten van de opgestelde Natuurdoelanalyses in concrete maatregelen om hiermee middelen vanuit het Rijk te ontvangen en vervolgens de uitvoering hiervan te organiseren. 
Dit alles in samenspraak en samenwerking met de partners in het landelijk gebied, Hierbij wordt gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak, vrijwillig en van onderop, waarbij lokaal wordt gekeken naar de (ruimtelijke) invulling. Daarbij streven wij naar ruimtelijk en financieel effectieve maatregelen met meervoudig doelbereik; middelen en ruimte zijn immers schaars.

Rol Provincie: subsidient, partner, toetser, procesmanager

Kwaliteit

Via het Limburgs Programma Landelijk gebied wordt in 2025 gewerkt aan:

  1. Uitvoering geven aan diverse rijksregelingen (onder andere Regeling specifieke uitkering Programma Natuur en Uitvoering Aanpak Piekbelasting);
  2. Doorontwikkeling van het concept LPLG naar een volgende versie;
  3. Facilitering van de lopende gebiedsprocessen en projecten.

Ad 1. Via de reeds toegekende rijksmiddelen zetten wij in op omvorming van naar verwachting 108 hectare landbouwgrond naar natuur. Daarnaast gaan wij uitvoering geven aan rijksregelingen waarvoor wij in de 2e helft van 2024 een subsidie aanvraag indienen (Regeling Provinciale Maatregelen Landelijk Gebied, Regeling Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging (MGB). Deze regelingen zijn met name gericht op stikstofreductie via het leveren van maatwerk. Bij toekenning van een financiële bijdrage van het Rijk kan dit de komende jaren leiden tot en aantal bedrijfsbeëindigingen. De daarmee ontstane stikstofruimte kan mogelijk deels ingezet worden voor de legalisatie van PAS-melders. 

Ad 2. Samen met onze partners werken wij aan een nieuwe programmatische aanpak. Hierbij wordt rekening gehouden met mogelijke nieuwe beleidslijnen vanuit het Rijk (naar verwachting wordt de komende maanden van Rijkszijde meer duidelijk over een mogelijke koerswijziging).   

Ad 3. In de lopende gebiedsprocessen en projecten brengen wij de diverse partijen samen om via een integrale afweging te komen tot doelrealisatie. Vooralsnog richten wij ons daarbij op de gebieden/projecten die opgenomen zijn in het bestaande LPLG. 

Tijd

De transitie van het landelijk gebied is een langlopend proces dat loopt tot en met 2035.
De meest urgente doelen en opgaven zijn:
1.  Het voorkomen van verslechtering van de natuur in N2000-gebieden (wettelijke verplichting);
2.  Het realiseren van de ontwikkelopgave natuur (2027);
3.  De kwaliteits- en kwantiteitsdoelen voor grond- en oppervlaktewater (2027).

De beoogde resultaten voor 2025 dragen hieraan bij. 

Geld

Voor de uitvoering van het Limburgs programma landelijk gebied is in de begroting 2025 € 49,00 mln.
beschikbaar. Dit budget bestaat uit  8% personele lasten en 92% reguliere middelen. Deze reguliere middelen ad € 45,26 mln. hebben met name betrekking op:

  • € 6,91 mln. ontwikkelopgave natuur;
  • € 0,35 mln. uitvoering van N2000 maatregelen;
  • € 0,67 mln. uitvoering SPUK L16 programma natuur subsidiebeschikkingen aan TBO's  en onderzoeken;
  • € 20,00 mln. N2000 subsidieregeling;
  • € 0,45 mln. SPUK L32 Regeling uitvoering aanpak Piekbelasting;
  • € 2,28 mln. Cofinanciering GLB/NSP samenwerking integraal gebiedsontwikkeling;
  • € 5,89 mln. SPUK L7 Propositie Heuvelland;
  • € 7,98 mln. SPUK L25 versnellingsregeling transitie landelijk gebied;
  • € 0,72 mln. SPUK MGA1 koopsom opstal;

SPUK middelen worden budgettair neutraal (zowel voor de last, als voor de baat), opgenomen in de begroting.

De baten van € 13,26 mln. hebben betrekking op de dekking voor de:

  • € 0,67 mln. SPUK L16 Natuur voor onderzoeken en subsidie;
  • € 0,45 mln. SPUK L32 Regeling uitvoering aanpak Piekbelasting;
  • € 3,43 mln. SPUK L7 Propositie Heuvelland;
  • € 7,98 mln. SPUK L25 versnellingsregeling transitie landelijk gebied;
  • € 0,72 mln. SPUK MGA1 koopsom opstal;

De onttrekking uit de reserve N2000 van € 2,38 mln. heeft betrekking op de provinciale cofinanciering van de SPUK L7 Propositie Heuvelland.