Strategisch perspectief

Strategisch perspectief

Inleiding

Inleiding

Het jaar 2025 staat in het teken van de uitvoering. De beleidskaders zijn in het voorafgaande jaar vastgesteld en de eerste regelingen zijn op- en opengesteld. Nu is het zaak om door te pakken en impact te maken. Vanuit een organisatie die op onderdelen al is versterkt en ook het komende jaar verder aan slagkracht zal winnen. Dat is belangrijk, want er moet veel gebeuren. Zo is in 2025 het Leefbaarheidsfonds een feit, krijgt de Limburgse wijkenaanpak concreet gestalte en verbetert de Provincie via de OV-concessie de bereikbaarheid van dorpen en kernen in onze regio. Tegelijkertijd kunnen 52 culturele instellingen producties maken en wordt er fors geïnvesteerd in Limburgs erfgoed en monumenten. En hoewel de toekomst van het landelijk gebied deels afhankelijk is van de keuzes van het nieuwe kabinet, gaan wij zelf al aan de slag met de natuuropgave, het verbeteren van bodem- en waterkwaliteit en een voorstel voor de oprichting van een Provinciale Energiemaatschappij. Energie van en voor Limburg. Letterlijk, maar ook figuurlijk. Want in de volle breedte van ons werk zoeken we actief de samenwerking met partners in de regio. We versterken de gemeentelijke uitvoeringskracht, werken nauw met gemeenten samen aan brede welvaart vanuit de Regio Deals, en hebben als responsieve provinciale overheid oog en oor voor de belangen van alle Limburgse organisaties en burgers.  Zo brengen we in 2025 beleid naar praktijk.

Strategische externe ontwikkelingen

We doen als Provincie ons werk natuurlijk niet vanuit ‘splendid isolation’. We worden beïnvloed door talloze externe factoren en (onvoorziene) ontwikkelingen, die deels tot kansen leiden maar ook kunnen vragen om bijsturing van de ingezette koers of een heroverweging van prioriteiten. Als Limburg zijn we daar goed op voorbereid door enerzijds een aantal sterke eigen proposities die houvast bieden, en anderzijds bestuurlijke en ambtelijke alertheid die maakt dat we snel kunnen inspelen op de actualiteit. Op bedreigingen en kansen. Bijvoorbeeld als gevolg van de komst van het kabinet Schoof 1, met nieuwe beleidsvoornemens, nieuwe accenten en nieuwe regelingen. Ook in die veranderde context blijven onze strategische proposities relevant. Ten aanzien van de verduurzaming van Chemelot bijvoorbeeld en de versnelling van de woonopgave, of de mogelijke komst van de Einstein Telescope en het verbeteren van leefbaarheid en bereikbaarheid van onze steden en dorpen. Daar blijven we op inzetten, samen met nieuwe bewindslieden in Den Haag en vertrouwde partners in de regio. En met Kamerleden natuurlijk, nieuwe volksvertegenwoordigers en oude bekenden. Gedurende het hele jaar zullen wij actief inspelen op Haagse en Europese ‘calls’ vanuit programma’s en fondsen die middelen bevatten waarmee wij onze doelen kunnen bereiken. Door aanvragen van derden te ondersteunen of zelf op te stellen. In 2025 zal een monitoringsystematiek operationeel zijn, waarmee wij subsidies die in Limburg landen, monitoren en registreren.  

Nog onduidelijk is hoe de nieuwe regering de transitie van het landelijk gebied wil faciliteren en welke consequenties dit heeft voor de ambitie om doelen en opgaven gebiedsgericht met onze partners uit te werken tot concrete maatregelen. Waar in deze begroting gesproken wordt over het LPLG (Limburgs Programma Landelijk Gebied), wordt gedoeld op het LPLG of een nieuw construct dat past bij de nieuwe koers van het kabinet.

Lange termijn: Limburg in 2050

Regeren is vooruitzien. Ook naar de verdere toekomst. Daarom werkt de Provincie in 2025 aan strategische toekomstvisies op diverse beleidsterreinen onder de noemer Toekomstverkenning Limburg 2050. Een verre blik in de toekomst gebaseerd op trends die nu al zichtbaar zijn en feiten die voldoende basis bieden om voorspellingen op te doen. Deze verkenning levert niet alleen afgestemde lange termijnvisies op voor mobiliteit, energie, economie en wonen, maar ook analyses, inzichten en onderbouwing voor sterkere proposities om met het Rijk en andere partners aan te gaan werken. Het visietraject zal in 2025 afgerond worden en ook de basis vormen voor de actualisatie van de Provinciale Omgevingsvisie.

Vernieuwde systematiek in de P&C-cyclus en sturing

Het afgelopen jaar is onze Planning & Control-cyclus vernieuwd. Er is gewerkt aan meer overzicht, inzicht en duiding voor Provinciale Staten via de introductie van Pepperflow en een digitale begroting die één op één aansluit bij de ambities van het coalitieakkoord en de aanpak in de beleidskaders. De ‘doelenbomen’ bij de acht beleidskaders hebben een plek gekregen in de P&C-producten, bijvoorbeeld via het indicatorenplan in de Voorjaarsnota 2024 en de Najaarsnota 2024. Een deel van de indicatoren zijn van data voorzien. Zichtbaar is dat er ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024 weer een stap voorwaarts is gemaakt. In 2025 werken we aan verdere invulling. Net als aan het verrijken van onze kennis en vaardigheden om te komen tot de juiste analyses en duiding. Dat blijft actieve betrokkenheid vragen, ambtelijk, bestuurlijk en politiek.

In de jaarstukken 2023 en de VJN 2024 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over het versterken van de financiële sturing. Dat heeft ook in 2025 prioriteit. Dit komt tot uiting door focus op de volgende onderwerpen:

  • Een realistisch begroting:
    • In 2024 zijn nieuwe financiële kaders ingesteld waarmee strikter wordt gestuurd op de inzet van de programmabudgetten. Door te werken met programmareserves worden middelen vrijgegeven op basis van concrete plannen en transacties en niet op basis van ambities. De werking van de programmareserves wordt nauwgezet gevolgd. De eerste ervaringen rondom het instellen van de programmareservers zijn in het Statenvoorstel Financiële Verordening 2024 al met PS gedeeld.
    • Binnen het proces van subsidieverlening krijgt het onderdeel ‘begroting’ meer aandacht. Een aantal van de verbeteringen in het subsidieproces zijn al doorgevoerd. Provinciale Staten zijn daarover geïnformeerd via een informerend stuk aan de Controlecommissie.
  • In de planning voor het opstellen van de P&C producten wordt meer nadruk gelegd op het kunnen hanteren van de ingebouwde indicatoren. Voor elke stap daarin worden taken, rollen en verantwoordelijkheden van betrokken medewerkers helder geformuleerd, bijvoorbeeld voor het koppelen van data aan indicatoren, het verwerken van deze data tot bruikbare analyses en het geven van een toelichting en duiding bij de indicatoren. Ook wordt in de planning opgenomen op welke momenten GS en PS over de voortgang van het ‘vullen’ van de indicatoren, en eventuele knelpunten in het proces worden geïnformeerd. 
  • De provinciale organisatie wordt in staat gesteld te gaan werken met een vernieuwde wijze van (financiële) sturing. Het organisatie-ontwikkeltraject speelt een belangrijke rol in het helder formuleren en juist beleggen van verantwoordelijkheden binnen en tussen clusters, directie en bestuur. Gericht op het uitvoeren van beleid, op basis van eenduidige sturing en de juiste inzet van sturingsinformatie als bron voor beslissingen en acties. Vanuit het organisatie-ontwikkeltraject wordt gewerkt aan producten die hierbij ondersteuning kunnen bieden. Van overzichtelijke rapportages met management (budget)informatie tot zorgvuldige risico-inventarisaties en het verder ontwikkelen van een van resultaatgerichte cultuur.

Financieel perspectief

Resultaat 2025
Voor 2025 verwachten wij een positief resultaat van € 18,48 mln.. Het hoge resultaat wordt mede verklaard door een aantal incidentele meevallers uit dividenden, rente-opbrengsten en een bijstelling van de kapitaallasten. De taakstelling van € 50 mln. ingesteld bij het nieuwe Coalitieakkoord, is volledig ingevuld (Najaarsnota 2024). 
Op basis van de begroting 2025 kan worden geconcludeerd dat de Provincie Limburg een gezonde financiële positie heeft: een begroting en meerjarenraming die structureel sluitend zijn, een solide vermogenspositie van € 1,5 mld. en een groot incidenteel weerstandvermogen. Ondanks deze solide financiële basis blijft bijzondere aandacht nodig voor de toekomstige druk op het structurele evenwicht en de gevolgen die de herijking van het Provinciefonds op onze financiële positie gaat hebben.

Meerjarenbegroting 2025-2028
De meerjarenbegroting 2025-2028 laat zien dat de structurele exploitatieruimte afneemt. In de meerjarenbegroting is de herijking van het Provinciefonds nog niet verwerkt. De gevolgen van deze herijking zijn op dit moment nog niet bekend, maar de verwachting is dat de inkomsten uit het Provinciefonds voor Limburg aanzienlijk lager zullen uitvallen.
Het resultaat op de begroting laat in de jaren na 2025 een daling zien. Het blijft nog steeds positief, maar aanzienlijk lager dan in 2025. Met het vooruitzicht van de herijking van het Provinciefonds zal het resultaat naar verwachting echter wel onder druk komen staan. Hierbij moet worden opgemerkt dat in de begroting 2027 een stelpost van € 10,64 mln. is opgenomen voor de dan te vormen nieuwe coalitie.

Hoewel de provinciale belastingcapaciteit nog ruimte biedt, is het in de huidige tijd niet terecht om de gevolgen van de geschetste trend volledig af te wentelen op de burger. De Provincie zal ook naar haar eigen organisatie moeten kijken als het gaat om structurele maatregelen om het begrotingsevenwicht in stand te houden. Daarbij kan worden gedacht aan de inrichting van de organisatie, maar óók aan het prioriteren van de inhoudelijke onderwerpen en activiteiten die door de Provincie Limburg worden uitgevoerd. Wat dat laatste betreft, is in de begroting 2025 al structurele aanpassing van budgetten opgenomen, bijvoorbeeld bij LIOF waar de bijdrage jaarlijks met € 0,30 mln. is verminderd. 
Het is echter ook van belang om te kijken naar de structurele inkomsten uit het Provinciefonds, los van de herijking. Zowel VNG als IPO wijzen op een mismatch voor wat betreft de inflatiecorrectie bij de nieuwe systematiek op basis waarvan de totale omvang van het Provinciefonds wordt bepaald. De groei van zowel het Gemeente- als Provinciefonds is sinds dit jaar gekoppeld aan de meerjarige groei van het Bruto Binnenlands Product. Met het Rijk is afgesproken dat er extra onderzoek komt naar de vraag of deze systematiek wel voldoende meebeweegt met de beleidsterreinen openbaar vervoer, infrastructuur en natuur. Uitgangspunt voor de provincies is dat het Provinciefonds haar reële waarde moet behouden. Anders kunnen wij in de toekomst minder impact realiseren.

Financieel kader

Financiële begroting na de Voorjaarsnota 2024

In de Voorjaarsnota 2024 zijn de uitgangspunten voor de begroting 2025 vastgesteld door PS in de vergadering van 28 juni 2024. Deze vormen ook het startpunt voor de Najaarsnota en programmabegroting 2025. De begroting 2025 is aangepast op basis van onderstaande wijzingen:

  • meerjarige doorwerking van de Najaarsnota 2024. Dit betreft een apart besluit, maar de effecten zijn in de voorliggende programmabegroting meegenomen om een zo actueel mogelijk beeld te schetsen. In de Financiële begroting is dit nader toegelicht;
  • aanvullende reguliere middelen. Deze zijn nodig om de beleidskaders uit te voeren of om knelpunten op te lossen;
  • aanvullende specifieke uitkeringen die wij willen inzetten ten behoeve van onze provinciale doelen;
  • indexatie van de budgetten in lijn met de meicirculaire provinciefonds en waar nodig geactualiseerd/ gecorrigeerd;
  • herberekening van de kapitaallasten;
  • actualisatie van de formatieplanning en doorverdeling van de personele lasten;
  • autonome ontwikkelingen zoals provinciefonds, rente en dividend;
  • overige bijstellingen.

Na verwerking van alle mutaties ontstaat een actueel beeld van het begrotingsresultaat 2024-2028:

  • vanaf 2025 stijgt het resultaat juist als gevolg van o.a. meeropbrengsten inzake dividend van Enexis (incidenteel) en de structurele doorwerking van de meicirculaire en de indexatie opcenten motorrijtuigenbelasting; 
  • 2027 wijkt hiervan af als gevolg van een nadelig effect van de herberekening van kapitaallasten. 

Wij merken bovendien op dat er in 2027 een begrotingspost van € 10,64 mln. is gereserveerd voor de volgende Statenperiode. Dit in lijn met de afspraken in het coalitieakkoord. Als deze vrijvalt, stijgt het gepresenteerde resultaat. Door het resultaat in 2027 lager te presenteren is meteen duidelijk wat de beoogde financiële ruimte voor de huidige staten is.

 

Per saldo stijgen de lasten in onze begroting 2025 met € 133,62 mln. Dit heeft ook consequenties voor de financiële dekking. Omdat wij in 2025 meer denken uit te geven, wordt dit voorzien van dekking van verwachte baten die per saldo stijgen met € 57,61 mln. Daarnaast dekken wij een groot deel van onze voorstellen uit onze reserves. De verwachte aanwendingen in 2025 bedragen € 87,23 mln. Een aanzienlijk deel hiervan wordt veroorzaakt door de najaarsnota 2024. Middelen die van 2024 naar 2025 zijn gefaseerd, zijn in 2024 toegevoegd aan de reserves en deze worden er nu aan onttrokken. Op hoofdlijnen is de begroting 2025 als volgt opgebouwd. In de toelichting leggen wij net als bij de Najaarsnota 2024 de focus op de ontwikkeling van de lasten. De lastenbegroting geeft aan wat wij in financiële zin willen doen. Inkomsten in de vorm van baten en de mutaties reserves zijn in algemene zin volgend. Als dit niet het geval is, heeft dat effect op het resultaat en dat wordt ook in dit financieel kader expliciet zichtbaar gemaakt.

Hoe is de begroting 2025 opgebouwd? Uitgaven Inkomsten Resultaat
Begroting 2025 bij de Voorjaarsnota 2024 494.917 502.567 7.650
Bijstelling van de ramingen begroting 2025:
Doorwerking Najaarsnota 2024 (apart besluit) 87.227 42.325
Aanvullende reguliere middelen 43.612 826
Aanvullende Specifieke uitkeringen 3.093 3.093
Inzet decentralisatie-uitkeringen 452
Minder kapitaallasten -3.239 0
Autonome ontwikkelingen 2.876 11.542
Overige bijstellingen -461 19
133.559 57.805
Mutaties reserves 618 87.462
Totaal bijstelling 134.177 145.267 11.091
Programmabegroting 2025 629.094 647.834 18.741

Wij zetten € 43,67 mln. aanvullende reguliere middelen in

Voor het budgetrecht van uw Staten is de inzet van nieuwe middelen van belang. Onderstaande tabel laat per programma zien waar wij voorstellen nieuwe of aanvullende middelen in te zetten om het door uw Staten vastgestelde beleid uit te kunnen voeren. In de regel zetten wij hier onze programmareserves voor in. Deze vindt u terug in de kolom dekking. PR staat voor programmareserve. Maar dit kunnen ook andere bestemmingsreserves zijn, die worden ingezet voor het betreffende doel. Aanvullend hierop wordt op basis van nieuwe ontwikkelingen, soms onvoorzien, soms onvermijdbaar, een andere dekkingsbron voorgesteld door uw college. Dit kan betrekking hebben op nagekomen kosten uit het verleden, het noodzakelijk aanpassen van structurele budgetten of autonome ontwikkelingen. In de tabel ziet u ook het betreffende beleidsproductnummer waar de budgetvraag betrekking op heeft. In de betreffende programma's en producten is ook de inhoudelijk toelichting opgenomen onder de variabele Geld.

Het totaal aan benodigde budgetruimte 2024 bedraagt € 43,67 mln. 

€ x 1.000
Programma Voorstellen aanvullende middelen Dekking Product Begroting
2025 2026 2027 2028
9 1. Perspectief voor het landelijk gebied GS 9-7-2024 Natuur en Landschap 2024-2027 initiatieven op het gebied van natuur en landschap PR Perspectief Landelijk Gebied 1.1.1 500 200 50
9 PR Perspectief Landelijk Gebied 1.1.3 570 90 90
22 GS 6-5-2024 Bijsturing monitoring natuurterreinen en natuurbeheer Reserve N2000 1.1.2 200 200 200
75 GS 13-8-2024 Procesmiddelen Maasdal Begrotingsresultaat 1.3.2 125 125 125 125
1.395 615 465 125
15 2.Samen leven en bestaanszekerheid GS 9-7-2024 Uitvoering 2025 beleidskader Samen leven en bestaanszekerheid 2024-2027 PR Sociale Agenda 2.1.1 3.367
PR Sociale Agenda 2.2.1 917 500 500
PR Sociale Agenda 2.3.1 350
4.634 500 500 0
11 3.Werken aan een toekomstbestendige economie GS 2-7-2024 Bijdrage provincie Limburg acquisitie project (vertrouwelijk) Reserve knelpunten economisch beleid 3.1.1 1.000
71 Uitwerking Beleidskader Economie, hoofdstukken 3 en 4 PR Economie 3.1.1 1.533
43 Procesmiddelen MAA PR Economie 3.1.3 60
71 Uitwerking Beleidskader Economie, hoofdstukken 3 en 4 PR Economie 3.2.1 2.300
96 GS 20-8-2024 Einstein Telescoop PR Economie 3.2.1 7.800
10 GS 2-7-2024 Procesmiddelen Brightlands campussen 2025 PR Economie 3.2.2 150
77 GS 20-8-2024 Uitvoering beleidskader Economie hoofdstuk 5 Arbeidsmarkt PR Onderwijs en Arbeidsmarkt 3.3.1 1.350
74 GS 20-8-2024 Uitvoering kader Economie hoofdstuk 2 Verduurzaming en circulaire economie PR Economie 3.4.1 1.382
21 GS 2-7-2024 Strategisch onderzoek PR Economie 3.4.1. 70
89 GS 20-8-2024 Uitvoering beleidskader Economie hoofdstuk 6 landbouw PR Landbouw 3.5.1 1.195 200 200
16.840 200 200 0
73 5.Leefbare steden en dorpen GS 13-8-2024 Inzet programmareserves t.b.v. Leefbaarheid en Woondeals PR Leefbaarheid 5.1.1 8.850
PR Leefbaarheid 5.1.2 600
PR Wonen 5.1.2 3.560
13.010 0 0 0
55 6.Cultuur en erfgoed voor iedereen GS 13-8-2024 Uitwerking beleidskader 'Cultuur en erfgoed voor iedereen' PR Cultuur 6.1.1 2.845
PR Monumenten, erfgoed, archeologie 6.2.1 2.202 2.150
5.047 2.150 0 0
68 7.Een bereikbaar en toegankelijk Limburg GS 13-8-2024 Inzet 2025 Programmareserve Bereikbaarheid PR Bereikbaarheid 7.1.1 1.775
28 GS 11-6-2024 Contiuneren Verkeersactieve School 2025-2028 Gemeenten 7.1.1 566 566 566 566
2.341 566 566 566
60 8.Provincie midden in de samenleving GS 13-8-2024 Viering 80 jaar Vrijheid PR Onvoorziene uitgaven 8.2.4 100
14 GS 13-8-2024 Procesmiddelen weerbare overheid Begrotingsresultaat 8.2.5 245
345
Totaal voorstellen 43.612 4.031 1.731 691

Inzet van een specifieke en decentralisatie -uitkeringen

In 2025 zetten wij, onder strikte voorwaarden, € 2,89 mln. in ten behoeve van de ontsluiting van Maastricht Aachen Airport. Daarnaast € 0,2 mln. t.b.v.  de woondeals. Deze middelen zijn niet vrij inzetbaar voor andere doeleinden. Daarnaast zetten wij € 0,45 mln. in die wij hebben ontvangen als decentralisatie-uitkering ter versterking van VTH-taken.

Daling van kapitaallasten € 3,24 mln.

Jaarlijks wordt de investeringsplanning herijkt en worden op basis daarvan de kapitaallasten opnieuw berekend. Onderstaande lasten zijn exclusief de verrekening van bruteringsreserves. Onderbesteding in 2023 en 2024 werkt structureel door in 2025 en verder. Er is geen toename meer van kapitaallasten rondom VDL-Nedcar. 

€ x 1.000
Voorstellen aanvullende middelen Product Begroting
2025 2026 2027 2028
9 Herberekening van kapitaallasten Div. -3.239 -3.277 -1.083 -3.675

Autonome ontwikkelingen: effect op de lasten

De lasten in de begroting nemen toe als gevolg van de nieuwe indexeringsreeksen. Een deel van de lasten wordt gedekt uit de stelpost loon- en prijsstijgingen. Het overige deel uit de algemene middelen. Wij houden daarnaast, als onderdeel van het financieel beleid, rekening met een stelpost voor toekomstige loonontwikkelingen. Hier voegen wij additioneel € 0,25 mln. per jaar aan toe, omdat wij verwachten dat de huidige reservering niet voldoende zal zijn.

€ x 1.000
Programma Autonome ontwikkelingen: indexeringen Dekking Product Begroting
2025 2026 2027 2028
9 Alle programma's Algehele indexatie van budgetten in de programmabegroting Stelpost loon- en prijsstijging div. 6.864 6.888 6.901 6.915
6.864 6.888 6.901 6.915
14 9. Financiën en overhead Inzet van stelpost loon- en prijsstijgingen Stelpost loon- en prijsstijgingen 9.2.5 -4.239 -3.084 -783 1.384
Stelpost toekomstige loonontwikkelingen Begrotingsresultaat 250 250 250 250
-3.989 -2.834 -533 1.634
Totaal voorstellen 2.876 4.055 6.368 8.548

Overige bijstellingen hebben een gunstig effect op het structureel evenwicht

Op basis van de periodieke doorlichting zijn  onderstaande budgetten structureel verlaagd. Dit levert jaarlijks € 0,46 mln. op. Vermindering van structurele lasten draagt bij aan de instandhouding van het structureel evenwicht van de begroting. 

€ x 1.000
Programma Overige mutaties in de begroting Aard van de wijziging Product Begroting
2025 2026 2027 2028
9 1. Perspectief voor het landelijk gebied Aanpassingen budget grondwaterbeheer Bijstelling bestaand budget 1.3.1 -67 -67 -67 -67
11 3. Werken aan een toekomstbestendige economie GS 20-8-2024 Verlaging bijdrage NV Industriebank LIOF Verlaging bijdrage 3.2.1 -298 -298 -298 -298
68 7.Een bereikbaar en toegankelijk Limburg Aanpassing budget wensbus Bijstelling bestaand budget 7.2.2. -11 -11 -11 -11
60 9. Financiën en overhead Bijstelling exploitatiebudget Groot Buggenum Bijstelling bestaand budget 9.1.1 -86 -86 -86 -86
Totaal voorstellen -461 -461 -461 -461

Ontwikkeling van het begrotingsresultaat 2025-2028

Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van het begrotingsresultaat 2025-2028 vanaf de Voorjaarsnota 2024 en na verwerking van de Najaarsnota 2024.

€ x 1.000
Product Begroting Meerjarenraming
2025 2026 2027 2028
Begrotingsresultaat vóór Programmabegroting 2025
Begrotingsresultaat Voorjaarsnota 2024 7.650 6.956 7.925 9.787
Doorwerking Najaarsnota 2024 1.054 471 471 471
Begrotingsresultaat voor programmabegroting 8.704 7.427 8.396 10.258
Mutaties Programmabegroting 2025 met effect op het begrotingsresultaat
Aanvuullende reguliere middelen
14 GS 13-8-2024 Procesmiddelen weerbare overheid 8.2.5 -245
75 GS 13-8-2024 Procesmiddelen Maasdal 1.3.2 -125 -125 -125 -125
100 GS 20-8-2024 Verlaging bijdrage NV Industriebank LIOF 3.2.1 298 298 298 298
Subtotaal -72 173 173 173
Indexering en actualisering van ramingen begroting 2025
4 Herberekening renteopbrengsten beleggingen 2025-2029 9.2.4 1.644 -604 -535 170
12 Indexering reguliere budgetten 2025-2029 div -2.304 -3.483 -5.796 -7.977
65 Bijstelling exploitatiebudget Groot Buggenum 9.2.5 86 86 86 86
78 Bijstelling budgetten grondwaterbeheer 1.3.1 67 67 67 67
92 Herberekening kapitaallasten 2025-2028 (na verrekening met reserves) div 1.011 295 -774 2.631
Subtotaal 504 -3.639 -6.952 -5.023
Autonome ontwikkelingen
7 Bijstelling dividend Enexis 9.2.4 5.240
13 Mei-circulaire uitkering provinciefonds 9.2.2 527 213 -320 -142
83 Toekomstige loonontwikkelingen 9.1.1 -250 -250 -250 -250
17 Herberekening opcentenheffing motorrijtuigbelasting 9.2.1 3.809 3.978 4.688 5.265
85 Wijziging legesbegroting 2025 4.2.2 19 19 19 19
Subtotaal 9.345 3.960 4.137 4.892
Doorwerking Najaarsnota 2024 1.054 471 471 471
Totaal effect op het begrotingsresultaat 10.831 965 -2.171 512
Begrotingsresultaat Programmabegroting 2025 18.481 7.921 5.754 10.299

Financiële voortgang beleidskaders: de begrote inzet geeft de voortgang aan

De inzet van de programmareserves geeft een indicatie van de financiële voortgang van de beleidskaders. Onderstaande grafiek laat de begrote inzet van programmareserves procentueel en in bedragen zien. Ten aanzien van deze grafiek merken wij het volgende op:

  • de stand van de programmareserves uit het coalitieakkoord bedroeg € 206,90 mln. In onderstaande grafiek is het totaal € 210,50 mln. Bij het behandelen van de Jaarstukken 2023 in PS (21-6-2024 ) is namelijk besloten om € 2,0 mln. aan de Programmareserve Perspectief voor het Landelijk gebied en € 1,6 mln. aan Programmareserve Bestuurlijke vernieuwing toe te voegen vanuit het jaarresultaat 2023;
  • tot en met deze programmabegroting is in totaal € 88,43 mln. aan middelen geprogrammeerd;
  • er resteert op dit moment nog € 122,07 mln., oftewel 57%.