Het verwezenlijken van een gezond en veilig leefmilieu in Limburg vraagt om een robuust VTH-stelsel (vergunningen, toezicht en handhaving) voor de provinciale kerntaken waaronder milieu en natuur. Ook in 2024 hebben wij gewerkt aan het versterken van de VTH-keten waardoor de kwaliteit van de uitvoering van de provinciale bevoegd gezag rol verbeterd wordt. Zo zijn wij verder gegaan met het robuuster maken van ons VTH-stelsel door enerzijds te werken aan de implementatie van de aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer ten aanzien van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (OD ZL) en anderzijds te investeren in onze uitvoeringscapaciteit van zowel de OD ZL als het cluster VTH.

De OD ZL en de Regionale uitvoeringsdienst Limburg Noord (RUD LN) hebben op 28 maart 2024 hun plannen van aanpak om te gaan voldoen aan de robuustheidscriteria, die zijn opgenomen in het landelijke Interbestuurlijk Programma VTH, toegestuurd aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het Ministerie heeft deze plannen beoordeeld en de haalbaarheid geanalyseerd. Vervolgens heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat / Openbaar Vervoer en Milieu de OD ZL en de RUD LN op 20 september 2024 geïnformeerd over zijn oordeel over de haalbaarheid van het plan van aanpak. Hij heeft vervolgens eind oktober ook de Tweede Kamer geïnformeerd over de versterking van het VTH-stelstel in Nederland. Uw Staten zijn hierover geïnformeerd met de mededeling portefeuillehouder van 20 november 2024 (GS DOC-00715159). 

Daarnaast zijn wij onze reguliere wettelijke taken blijven uitvoeren. Dit hebben we in lijn met het VTH Uitvoeringsprogramma 2024 gedaan. Hierbij was het jaar 2024 een overgangsjaar waarbij onze werkzaamheden (het verlenen van vergunningen, het afhandelen van meldingen, het houden van toezicht en bij overtredingen handhavend optreden) niet alleen betrekking hebben gehad op de nieuwe wetgeving, namelijk de Omgevingswet, maar waarbij wij ook werk hebben verricht vallende onder de oude wetgeving. 

Rol Provincie: toetser, bevoegd gezag, financier

  • Het werken onder de Omgevingswet heeft een omslag in ons denken en in onze werkprocessen gevraagd. De vergunningaanvragen en meldingen die zijn ingediend onder de nieuwe wetgeving hebben wij voortvarend opgepakt;
  • Vanwege de grote hoeveelheid vergunningaanvragen soorten eind 2023 (vallende onder de oude wetgeving, maar afgehandeld in 2024), in combinatie met de normale hoeveelheid aanvragen in 2024, hebben wij langere doorlooptijden gehad bij het afhandelen van de vergunningaanvragen. Daardoor hebben wij niet altijd de wettelijke termijn kunnen halen;
  • Wij hebben de VTH-werkzaamheden uitgevoerd conform het VTH Uitvoeringsprogramma 2024. De inzet over 2024 wordt geëvalueerd in het VTH jaarverslag 2024.
Groen
  • Het merendeel van de werkzaamheden zoals beschreven in het VTH Uitvoeringsprogramma 2024 zijn binnen de daarvoor geldende termijnen uitgevoerd. Bij de vergunningen met betrekking tot soorten (waarbij wij een grote hoeveelheid aanvragen onder de oude en nieuwe wetgeving hebben ontvangen) hebben wij niet altijd de wettelijke termijn kunnen halen;
  • Wij zijn aan de slag gegaan met het inregelen van ons rapportagesysteem en het afstemmen op de doelen en indicatoren die zijn opgenomen in de Uitvoering- en handhavingsstrategie 2024. Het rapporteren is een groeiproces. Het streven is, zoals vastgelegd in de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024, om vóór 2027 het rapportagesysteem gereed te hebben. 
Oranje

Voor de uitvoering van product 4.2.2. Vergunningen, toezicht en handhaving zijn in 2024 de lasten begroot op € 20,17 mln. De werkelijke realisatie 2024 bedraagt € 19,28 mln. Hierdoor ontstaat er een voordelig verschil van € 0,89 mln. Dit verschil in 2024 heeft betrekking op: 

  • een negatief resultaat van € 0,02 mln. De versterking vergunningverlening maatwerkaanpak is in 2024 voortvarend opgepakt. In 2024 is daardoor meer besteed dan begroot. Een bedrag van € 0,02 mln. wordt vanuit 2025 overgeboekt naar 2024;
  • een voordelig resultaat van € 0,63 mln. In 2024 is het budget voor uitvoering bodemsanering niet volledig besteed. Deze middelen zijn nodig voor de aanpak risicovolle bodemverontreinigingslocaties. De uitvoering van deze wettelijke taak wordt in 2025 gecontinueerd, en een bedrag van € 0,28 mln. wordt overgeboekt naar 2025;
  • een voordelig resultaat van € 0,04 mln. Dit restantbedrag in 2024 betreft de DU-hergebruik stedelijk afvalwater ter bevordering van hergebruik van stedelijk afvalwater voor agrarische toepassing (circulaire economie) en wordt voor de uitvoering in 2025.

Om te voldoen aan onze verplichtingen of verdere uitvoering van bestaand beleid mogelijk te maken wordt € 0,65 mln. gefaseerd naar 2025 of verder via de overboekingsvoorstellen.

In het coalitieakkoord is opgenomen dat van een minimalistische naar een robuuste uitvoering van de VTH-taken wordt gegaan. Met dat doel is het budget voor de opdrachtverlening aan de OD ZL vanaf 2024 structureel met € 2,2 miljoen verhoogd tot (voor 2024) een bedrag van € 10,12 miljoen. Deze intensiveringen bleken echter onvoldoende om de opdracht 2024 aan de OD ZL volledig te kunnen financieren. Op 21 augustus 2024 zijn uw Staten geïnformeerd dat het budget van € 10,12 miljoen onvoldoende bleek om de uitdagingen waarvoor de OD ZL in 2024 en verder staat effectief aan te pakken (GS DOC-00689484). Er werd voor 2024 een structureel tekort van in totaal € 1,22 miljoen ten opzichte van de provinciale begroting geïdentificeerd. Dit tekort is via een incidentele begrotingswijziging voor 2024 aan uw Staten voorgelegd en uw Staten hebben deze wijziging goedgekeurd op 1 november 2024. 

Met de structurele verhoging van het budget voor de opdrachtverlening aan de OD ZL tot € 10,12 miljoen en de incidentele begrotingswijziging voor 2024 zijn stappen in de goede richting gezet. Er zijn echter structureel additionele middelen nodig om de robuustheidsslag te vervolmaken en aan de opdracht van uw Staten te voldoen. Het Statenvoorstel G-25-002 Structurele dekking jaarlijkse opdracht Omgevingsdienst Zuid-Limburg e.v. is naar u toegestuurd ter besluitvorming.

Verder zien we dat in 2024 de legesopbrengsten lager zijn uitgevallen ten opzichte van de raming. Dit komt doordat bedrijven en organisaties er veelvuldig voor hebben gekozen aanvragen eind 2023 in te dienen zodat deze nog onder het oude regime (wetgeving vóór Omgevingswet) afgehandeld konden worden. Veel van deze aanvragen waren niet legesplichtig op grond van de Legesverordening Limburg 2023. Daarnaast zien we dat bedrijven en organisaties een afwachtende houding hebben ten aanzien van (jurisprudentie)ontwikkelingen onder de Omgevingswet en dat daarmee op sommige gebieden (voornamelijk milieu) de aanvragen uit zijn gebleven.

Oranje