1. Perspectief voor het landelijk gebied
Perspectief voor het landelijk gebied
Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Perspectief voor het landelijk gebiedHet Beleidskader Perspectief voor het landelijk gebied (PS, 24 mei 2024) en de hierbij behorende doelenboom vormen deze coalitieperiode het kompas voor onze inzet. Aan de doelenboom hebben wij de voorwaarde verbonden dat het realiseren van doelen haalbaar en betaalbaar moet zijn; wijzigingen zijn aan de orde als beleid van de nieuwe regering hiertoe aanleiding geeft.
Blijvende prioriteit is nodig voor de grote uitdagingen waar het landelijk gebied van Limburg voor staat. De in gang gezette transitie vraagt de komende jaren majeure inzet van middelen en instrumenten om de landbouw te verduurzamen en toekomstperspectief te bieden, de natuur en waterkwaliteit te verbeteren, stikstof- en broeikasgasemissies terug te dringen en verdroging en wateroverlast tegen te gaan. Die uitdaging is niet kleiner geworden nu het Kabinet Schoof I in 2024 is gestopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Daarmee verviel de opdracht van het Rijk aan de Provincie om het eerste concept Limburgs Programma Landelijk Gebied (LPLG), opgesteld in 2023, door te ontwikkelen. Met het vervallen van het NPLG is ook de tijdelijke wet transitiefonds ingetrokken en daarmee ook het perspectief op het verkrijgen van rijksmiddelen uit dit fonds.
De 2 rechterlijke uitspraken (inzake Rendac en Greenpeace) hebben de urgentie om dit probleem aan te pakken verder vergroot. Het kabinet heeft op 24 januari 2025 de Ministeriële commissie Economie en Natuurherstel ingesteld, die als doel heeft om een concreet programma uit te werken om Nederland van het slot te halen en perspectief te bieden aan sectoren die zijn geraakt door de rechterlijke uitspraken. Het is nog onduidelijk hoe de nieuwe regering de transitie van het landelijk gebied wil faciliteren en welke consequenties dit heeft voor de ambitie om doelen en opgaven gebiedsgericht met onze partners uit te werken tot concrete maatregelen. Wij zijn voortvarend zelf aan de slag gegaan met een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel: het Limburgs Offensief Stikstof (LOS). Het ontwerp is besproken met de Staten en er is indicatief € 7 mln. extra eigen provinciale middelen aangevraagd. Hierover volgt een separaat Statenvoorstel.
Onze ambitie om aan de slag te gaan met de uitdagingen en door ons gestelde opgaven in het landelijk gebied is onverminderd. Wij gaan door met het uitvoering geven aan de opgaven met de beschikbare (rijks)middelen. De reguliere wettelijke taken voeren wij conform plan uit. Ook geven wij invulling aan de door PS aangenomen moties, onder meer ten aanzien van Jacobkruiskruid en de bever.
Blijvend zetten wij ons in voor de leefbaarheid van het landelijk gebied en het behoud van het unieke Limburgse landschap. Daarnaast geven wij uitvoering aan het Aanvalsplan Waterkwaliteit, het plan Bodemvitalisering Limburg en stimuleren wij initiatieven op het gebied van natuur en landschap die het bereiken van de hierbij gestelde doelen ondersteunen. Met dit alles willen wij bijdragen aan perspectief voor het landelijk gebied, voldoen aan (inter)nationale verplichtingen en weer houdbare vergunningen verlenen voor nieuwe (economische) ontwikkelingen in Limburg. Er is veel te doen, de urgentie is groot!
Perspectief en verduurzaming van de landbouw en aandacht voor voedselzekerheid is nodig onder meer via de Blijversaanpak, die centraal staat bij de ontwikkeling van de landbouw in het landelijk gebied; dit is in deze begroting opgenomen in Programma 3 Werken aan een toekomstbestendige economie. Wij zetten in op agrarisch natuurbeheer, de legalisatie van de PAS-melders en een extra impuls op natuur-, landschap- en waterherstel.
Via het programma WRL (Waterveiligheid en Ruimte Limburg) werkt de Provincie samen met het Waterschap Limburg en de Limburgse gemeenten aan een klimaatrobuust watersysteem dat bestand is tegen weersextremen. Door middel van aanpassingen in het watersysteem en in de ruimtelijke ordening is het mogelijk om de kans op overstromingen, zoals wij die in de zomer van 2021 hebben ervaren, te verkleinen. Vanwege de verwachte toenemende geldstromen is dit programma bij de Programmabegroting 2026 als een apart beleidsproduct verbijzonderd.
Onze beleidskaders
Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Onze beleidskadersHet Beleidskader Perspectief voor het Landelijk gebied is op 24 mei 2024 door Provinciale Staten vastgesteld. Met dit kader worden de doelen en ambities uit hoofdstuk 1 'Perspectief voor het landelijk gebied' van het coalitieakkoord 2023-2027 'Elke Limburger telt' uitgevoerd.
Daarnaast zijn diverse beleidskaders, programma's en uitvoeringsplannen opgesteld die samen richting geven aan de ambities uit het coalitieakkoord;
- Provinciale omgevingsvisie
- Provinciale omgevingsverordening
- Provinciaal Waterprogramma 2022-2027
- Natuurprogramma 2023-2030
- Limburgse aanpak bossen
- Plan van aanpak invasieve exoten
- Limburgse aanpak stikstofreductie en natuurverbetering
- Programma Landschap 2023-2026
- Plan Bodemvitalisering Limburg (Gezond fundament; Een vitale Limburgse bodem door organisch stofbeheer)
Wat willen we bereiken?
Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Wat willen we bereiken?1.1. Natuur en landschap
Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Wat willen we bereiken? - 1.1. Natuur en landschapTen aanzien van Natuur en Landschap streven wij deze statenperiode de volgende doelstellingen na:
- Wij hebben de kwaliteit van het Limburgse landschap versterkt, en daarmee ook de leefbaarheid van het landelijk gebied zowel voor de mens als de natuur.
- In 2027 is de bescherming van en de staat van instandhouding ten gunste van biotopen en leefgebieden van dieren en planten verbeterd.
- In 2027 is uitstoot van broeikasgassen en ammoniak door de landbouw in Limburg verminderd.
Wat merkt de Limburger ervan?
Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of wij op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder gepresenteerd.
Aanwezigheid van een nieuwe systematiek (ism LOS) (D 4b)
In samenwerking met ministerie van LVVN is de pilot Ondernemersplan in uitvoering. Daarnaast is in samenwerking met LLTB, LAJK en Rabobank de Handreiking Blijversaanpak opgeleverd in maart 2025. Deze twee plannen worden de komende tijd verder ontwikkeld.
In 2024 en 2025 zijn in de Provincie Limburg meer hectares voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) beheerd dan in het jaar 2023. Startjaar dataset is 2023. Cijfers zijn gebaseerd op ingetekend beheer vanuit subsidieaanvragen.
Het aantal verworven hectares voor de Ontwikkelopgave neemt geleidelijk toe en is in 2024 opgelopen tot 1.783 ha. Doelstelling is de verwerving van 2600 ha in 2027. De groeisprong in 2021 is toe te schrijven aan het administratief inboeken van een aantal in de loop van voorgaande jaren gerealiseerde projecten.
De realisatie van de inrichting van hectares voor de Ontwikkelopgave neemt geleidelijk toe en is in 2024 opgelopen tot 2.451 ha. Doelstelling is de inrichting van 3431 ha in 2027. De groeisprong in 2021 is toe te schrijven aan het administratieve inboeken van een aantal in de loop van de voorgaande jaren gerealiseerde projecten.
In de onderstaande grafiek zijn de trendlijnen te zien van kenmerkende Limburgse faunasoorten van de broedvogels, bosgebieden, heide gebieden en zoetwater- en moerasgebieden. Tot en met 2023 is de daling of stijging te zien ten opzichte van het indexjaar 1990.
| Faunasoort: | Trend: |
| Boerenlandvogels | Tussen 1990 en 2023 sterk dalend |
| Bosgebieden | Tussen 2000 en 2017 toenemend, na 2021 licht afnemend |
| Heidegebieden | Tussen 1990 en 2000 toenemend, daarna gestaag afnemend |
| Zoetwater- en moerasgebieden | Tussen 2007 en 2014 licht afnemend, daarna nagenoeg stabiel |
De grafiek geeft het verloop van de uitstoot van ammoniak (NH3) afkomstig uit de landbouw in kilogram per jaar in de Provincie Limburg. We maken hiervoor gebruik van cijfers van de Emissieregistratie (https://data.emissieregistratie.nl/) van het RIVM. Cijfers komen na 2 jaar beschikbaar vanwege de termijn van dataverzameling en de daaropvolgende nabewerking. De cijfers tot en met 2015 zijn gepresenteerd in blokken van 5 jaar, vanaf 2019 zijn de cijfers op jaarbasis. In de periode 2018-2022 heeft een daling van de ammoniakuitstoot van ongeveer 0,5 Kton plaatsgevonden, inclusief de effecten van generieke maatregelen en autonome ontwikkelingen. Voor Limburg wordt een reductieopgave van 3Kton voor de periode 2018-2030 gehanteerd.
De grafiek laat het verloop van de CO2- en methaanemissie (in CO2 eq) voor de provincie Limburg zien voor de landbouwsector. We maken hiervoor gebruik van cijfers van de emissieregistratie (https://data.emissieregistratie.nl/) van het RIVM. Cijfers komen na 2 jaar beschikbaar vanwege de termijn van dataverzameling en de daaropvolgende nabewerking. Voor methaan maakt het CBS gebruik van een omrekenmethode. Eén kilogram CO2-equivalent staat gelijk aan de broeikaswerking van 1 kilogram CO2. De cijfers tot en met 2015 zijn gepresenteerd in blokken van 5 jaar, vanaf 2019 zijn de cijfers op jaarbasis. De emissie nam in de periode 2018-2022 met ongeveer 300.000 kilogram af. Dit is gelijk aan de reductieopgave van 0,3 Mton tussen 2018 en 2030.
CO2 equivalent emissie |
1990 |
1995 |
2000 |
2005 |
2010 |
2015 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Koolstofdioxide |
1.382.169.470 |
1.315.535.100 |
1.218.101.630 |
1.040.664.000 |
1.138.631.810 |
1.022.196.290 |
1.075.319.040 |
1.046.622.660 |
1.078.845.700 |
807.587.260 |
Methaan |
- |
- |
31.836.594 |
- |
- |
- |
32.772.650 |
31.859.692 |
30.438.364 |
28.683.430 |
Het percentage groenblauwe dooradering (GBDA) is een ambitie voor het landelijk gebied voor het aanleggen en herstellen van de GBDA tot 10% in 2050. Deze ambitie is opgenomen in ons beleidskader Perspectief voor het landelijk gebied en is nu tevens opgenomen in de Ontwerp POVI. De eerste dataset uit het landschapselementenregister (LASREG) is in 2025 beschikbaar gekomen en geeft een indicatie van het huidige percentage GBDA in de provincie Limburg.
In 2025 hebben 8 bedrijven een ondernemersplan opgesteld in het kader van het 'Pilot Ondernemersplan van LVVN'. De peildatum van deze gegevens is 11-06-2025.
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording heeft de provincie de verplichting om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van deze indicator. Daarom presenteren we deze datareeks naast de dataset van de Ontwikkelopgave (D_1ac en D_1ad). De datareeksen verschillen op drie punten:
- Deze BBV-indicator start met het optellen van gegevens vanaf 2011 (en niet zoals de ontwikkelopgave vanaf 2014) zodat de hier gepresenteerde cijfers niet indiceren ten aanzien van de ontwikkelopgave uit het Natuurpact.
- Deze BBV-indicator is niet gecorrigeerd voor het achteraf bezien administratief verkeerd inboeken van een aantal in de loop van voorgaande jaren gerealiseerde projecten. Deze correctie zit wel in de indicatoren D_1ac en D_1ad.
- De gegevens van de BBV-indicator worden een jaar later gepubliceerd dan de gegevens van indicator D_1ac en D_1ad.
Deze BBV-indicator laat het aantal ha verworven natuur zien voor realisatie van het Limburgse deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) sinds 2011. Bij verworven natuur gaat het om het aantal hectares die blijvend beschikbaar zijn voor natuur, inclusief nieuwe natuur als gevolg van functiewijziging (bijvoorbeeld doordat boerenland als natuurland wordt aangeboden). De cijfers geven de stand van zaken weer op 31 december van het desbetreffende jaar.
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording heeft de provincie de verplichting om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van deze indicator. Daarom presenteren we deze datareeks naast de dataset van de Ontwikkelopgave (D_1ac en D_1ad). De datareeksen verschillen op drie punten:
- Deze BBV-indicator start met het optellen van gegevens vanaf 2011 (en niet zoals de ontwikkelopgave vanaf 2014) zodat de hier gepresenteerde cijfers niet indiceren ten aanzien van de ontwikkelopgave uit het Natuurpact.
- Deze BBV-indicator is niet gecorrigeerd voor het achteraf bezien administratief verkeerd inboeken van een aantal in de loop van voorgaande jaren gerealiseerde projecten. Deze correctie zit wel in de indicatoren D_1ac en D_1ad.
- De gegevens van de BBV-indicator worden een jaar later gepubliceerd dan de gegevens van indicator D_1ac en D_1ad.
Deze indicator betreft het oppervlak ingerichte natuur in hectare voor realisatie van het Limburgse deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Onder inrichting worden gebieden verstaan waar inrichtingsmaatregelen zijn uitgevoerd, die noodzakelijk zijn voor de versterking en het behoud van (kwetsbare) natuur en biodiversiteit. Als er geen inrichtingsmaatregelen nodig zijn, wordt het gebied ook beschouwd als ingericht. De cijfers geven de stand van zaken weer op 31 december van het desbetreffende jaar.
Aantal hectares natuur in Limburg met gesubsidieerd beheer via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap.
Gebied |
Limburg |
|---|---|
Limburg |
195.613 |
1.3. Water
Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Wat willen we bereiken? - 1.3. WaterVoor het thema Water is het streven in deze coalitieperiode, in lijn met het door Provinciale Staten vastgestelde Provinciaal Waterprogramma 2022-2027, gericht op het realiseren van een duurzaam, robuust en ecologisch gezond watersysteem, dat beter kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water van verbeterde kwaliteit.
De Provincie Limburg wil aantoonbare stappen blijven zetten om de waterkwaliteit in Limburg te verbeteren en de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) dichterbij te brengen. Wij willen zorgen voor voldoende bronnen voor ons drinkwater nu en in de toekomst en willen de gevolgen van droogte in Limburg terugdringen door veerkrachtige watersystemen te ontwikkelen. Ook is ons streven om de waterveiligheid van het gehele Limburgse watersysteem te verbeteren en de kans op overstromingen van huizen en bedrijven zo klein mogelijk te maken.
In het kader van hoogwaterveiligheid werken wij met het Rijk en het Waterschap samen om ervoor te zorgen dat uiterlijk in 2050 alle primaire keringen langs de Maas aan de wettelijke norm voldoen van de Waterwet. Hoewel de waterveiligheidsopgave van de Maas de verantwoordelijkheid is van het Rijk en het Waterschap, participeren wij als Provincie, naast de gemeenten, in veel gevallen ook in deze hoogwaterbeschermingsprojecten met als doel om de ruimtelijke kwaliteit in de projectgebieden te verbeteren. Ons werk is erop gericht dat de Limburgse Maasvallei een aantrekkelijk woon-, werk-, recreatie- en leefgebied is en blijft, mét een toekomstbestendige bescherming tegen hoogwater.
Om het bovenstaande te bereiken streven wij deze collegeperiode ten aanzien van Water de volgende doelstellingen na:
- In 2027 is er een duurzamer, robuuster en ecologisch gezonder watersysteem dat beter kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water en verbeterde kwaliteit.
- In 2027 zijn de dijkverbeteringsprojecten inclusief ruimtelijke opgaven gereed en enkele zijn in uitvoering.
Wat merkt de Limburger ervan?
Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder gepresenteerd.
Ecologische toestand van oppervlaktewater (BBV) (D_5db)
Deze indicator geeft aan in hoeverre de ecologie in de beken op orde is. Daarbij is gekeken naar de aanwezigheid van vissen, waterplanten en kleine waterdiertjes. Het bereiken van een goede ecologische toestand is een van de doelen van de EU-Kaderrichtlijn water. De ecologische toestand van de waterlichamen onder de Kaderrichtlijn Water (KRW) is grotendeels matig. Dit komt zowel door de algemeen fysisch, chemische toestand als de biologische, maar bovenal door de aanwezigheid van specifieke verontreinigende stoffen.

Beekherstel is het meer natuurlijk inrichten van beken om de ecologie in de beek te herstellen. Hiermee leveren we ook een belangrijke bijdrage aan de doelen van de Europese Kader Richtlijn Water. De totale opgave van 72,2 kilometer dient in 2027 gerealiseerd zijn. In 2023 was 63,6 kilometer daarvan in uitvoering.
Weergegeven is het percentage meetpunten waarbij verdroging is geconstateerd op basis van de gemiddelde laagste (einde van de zomer) grondwaterstand en de gemiddelde hoogste (voorjaars-)grondwaterstand. Hierbij zijn de gemiddelde waarden gehanteerd van de jaarlijkse waarden in een periode van 8 jaar. Hier zijn de resultaten voor de periode 2016 t/m 2023 en de periode 2017 t/m 2024 gepresenteerd.
Voor alle Limburgse Natura2000-gebieden geld dat alle meetpunten binnen een gebied binnen de range van vereiste grondwaterstand moeten scoren om als goed beoordeeld te kunnen worden. Op dit moment zijn er geen Limburgse Natura2000-gebieden waar alle meetpunten goed scoren.
WML heeft vergunningen voor het onttrekken van grondwater voor de openbare drinkwatervoorziening in Limburg. Om te zorgen dat er ook voor de lange termijn voldoende drinkwater is, monitoren we de vergunde hoeveelheid en de daadwerkelijk onttrokken hoeveelheid grondwater ten behoeve van drinkwater. We zien de afgelopen jaren geen duidelijk trend in de onttrokken hoeveelheid drinkwater.
Om in geval van een calamiteit, zoals het uitvallen van een winplaats, toch aan de verplichting tot levering van drinkwater te kunnen voldoen is reservecapaciteit nodig. Dat betekent dat een deel van de totaal vergunde hoeveelheid niet kan worden gebruikt om te voldoen aan de reguliere drinkwatervraag. Deze hoeveelheid bedraagt momenteel circa 16,7 miljoen m3/jaar. De totaal vergunde hoeveelheid (donkerblauwe lijn) minus de benodigde hoeveelheid om calamiteiten op te vangen levert de beschikbare hoeveelheid water om aan de drinkwatervraag te voldoen (lichtblauwe lijn).
Wat mag het kosten?
Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Wat mag het kosten?Voor het uitvoeren van de jaarplannen van dit programma zijn de totale lasten € 121,79 mln. Deze bestaan volledig uit kosten voor het programma zelf.
Om het Beleidskader Perspectief voor het landelijk gebied uit te voeren heeft het college van GS op 5 augustus 2025 ingestemd met de volgende voorstellen voor aanvullende middelen:
- voor aanpak invasieve exoten € 0,30 mln. extra middelen incidenteel in te zetten, waarvan € 0,18 mln. uit de Programmareserve Perspectief Landelijk Gebied en € 0,12 mln. uit het begrotingsresultaat;
- voor subsidie Raster Meinweg € 0,24 mln. in te zetten voor een periode van 5 jaar (€ 0,05 mln. per jaar) ten laste te brengen van het begrotingsresultaat.
Voor meer uitleg hierover verwijzen wij naar de producten van dit programma, onderdeel Geld.
Het tekort op de begroting van € 76,31 mln. wordt gedekt uit de algemene middelen (programma 9: Financiën en overhead).
Verbonden partijen inzake Perspectief voor het landelijk gebied
Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Verbonden partijen inzake Perspectief voor het landelijk gebiedDoor de uitvoering van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken (RBV) en de Ruimte voor Ruimte (RvR) via RVR C.V. en de verbonden partijen Provincie Limburg Commandiet B.V. en RVR Beheer B.V., is inmiddels een ruimtelijke kwaliteitsverbetering van het Limburgse landelijk gebied gerealiseerd. Naar verwachting zal de terugverdienopgave door genoemde verbonden partijen in 2026 zijn gerealiseerd, hun activiteiten zijn thans in afbouw.
De Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) beheert het leidingennetwerk en de drinkwatervoorziening in Limburg.