Inleiding

Terug naar navigatie - - Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding - Inleiding

Provincie Limburg werkt vanuit een solide financiële basis, al vele jaren. Ook de begroting van 2026 geeft daar blijk van: ons huishoudboekje is meer dan op orde. Tegelijkertijd blijft het zaak om onze financiën zorgvuldig en waakzaam te blijven behartigen, zeker ook in het licht van de nog voortdurende discussie rond het Provinciefonds en de onzekere geopolitieke  ontwikkelingen, die uiteindelijk ook onze regio raken. De recent gepubliceerde tussenrapportage ‘Koers Halverwege 2023-2027’ laat zien dat we op elk van de beleidskaders  mooie resultaten hebben geboekt, maar ook dat er ruimte is om te versnellen en onze impact  voor Limburg verder te vergroten. De inspanningen in dat kader zijn deels verwerkt in de begroting 2026; van extra aandacht voor de aanpak van invasieve exoten tot aanvullende middelen voor Grens-infopunten, en van inzet voor een weerbaardere lokale overheid tot  investeringen in ons strategische informatiebeleid. In 2026 zetten we er binnen de begrotingskaders allemaal extra stappen in.

Limburg stapt naar voren

Terug naar navigatie - Inleiding - Limburg stapt naar voren

De wereld om ons heen is onverminderd turbulent. Op nationaal politiek niveau stevenen we opnieuw af op een formatieperiode die mogelijk tot ver in 2026 zal reiken. De uitkomsten van die politieke onderhandelingen zullen impact hebben op onze regio. Positief en negatief. Tegelijkertijd is er sprake van een wereldtoneel waar vertrouwde zekerheden en bondgenoten hebben plaatsgemaakt voor broze verstandhoudingen en openlijke vijandigheden. In al deze  turbulentie is het zaak dat we als Provincie Limburg koers houden. En dat doen we dus ook. Met het coalitieakkoord ‘Elke Limburger Telt’ als basis en onze beleidskaders als ijkpunten. Inmiddels aangevuld met acht strategische proposities, waarmee we samen met onze partners in de regio, de belangrijkste Limburgse prioriteiten verbinden aan Haagse en Brusselse fondsen, beleidsdiscussies en besluitvormingstrajecten. Zo zijn we meer dan ooit in staat om de juiste randvoorwaarden te creëren om als regio te ontwikkelen en te groeien.

We nemen zelf initiatief, stappen bewust naar voren, en claimen maximaal eigen regie over onze toekomst. Vanuit het perspectief dat heel Nederland daar beter van wordt. De realisatie van de Limburg Defensie Agenda is daarvan een treffend voorbeeld. Limburg was de eerste regio die zich realiseerde dat de hernieuwde noodzaak om de veiligheid en weerbaarheid van Nederland te versterken, ook actie vraagt op lokaal en regionaal niveau. Daarom zijn we naar voren gestapt. Om te helpen nationale uitdagingen het hoofd te bieden, en daarbij meteen ook regionale kansen te verzilveren. En dat werkt, getuige de nieuwe grootschalige samenwerking tussen Defensie en VDL in Born, en de vestiging van de Defensie-Innovatiehub voor nieuwe materialen op de Brightlands Chemelot Campus. Beide krijgen in 2026 nader vorm. Met diezelfde voortvarendheid richten we ons op de uitdagingen en kansen op het gebied van wonen, energie, het versterken van kwetsbare wijken en buurten, de verduurzaming van Chemelot, het landelijk gebied, de Einstein Telescope, en tri-nationale samenwerking op het gebied van onderwijs en kennisontwikkeling. Strategische proposities die ons houvast bieden in roerige tijden, internationaal en in politiek Den Haag, waar we ons richting een volgend kabinet nadrukkelijk zullen blijven presenteren en positioneren. 

Actuele kansen en uitdagingen

Terug naar navigatie - Inleiding - Actuele kansen en uitdagingen

Het overgrote deel van onze activiteiten verloopt uiteraard via het reguliere proces van begroting, voorjaarsnota en najaarsnota. Maar actuele ontwikkelingen en veranderingen vragen daarnaast ook regelmatig om aanvullende voorstellen, waar Provinciale Staten vervolgens een separaat inhoudelijk en financieel kader voor vaststelt, passend bij haar budgetrecht. We geven op deze plek alvast een doorkijk van voorstellen die recent zijn ingediend of op korte termijn op stapel staan. 

Zo is onlangs door het College een Statenvoorstel ingediend om invulling te geven aan een actiever grond- en vastgoedbeleid, met name om te kunnen anticiperen op toekomstige ontwikkelingen rond woningbouw, economie en energie. In totaal wordt ingezet op het verwerven een kleine 700 hectare grond, waarmee in totaal 111 miljoen euro is gemoeid. Ook heeft het College een voorstel naar de Staten gestuurd ter dekking van de meerkosten voor Arriva als gevolg van de vertraging van de Maaslijn. Het voorgestelde provinciale aandeel daarin bedraagt 44,5 miljoen euro t/m 2028, inclusief een reservering voor nog resterende onzekerheden.

Het College is daarnaast voornemens om in Q1 2026 te komen met een Statenvoorstel voor een nieuw investeringsfonds met een provinciale bijdrage van zo’n 100 miljoen euro, waarvoor op dit moment een fondsplan wordt uitgewerkt. Het gaat om een fonds met een vooral technologisch-innovatieve focus, dat inspeelt op regionale demografische en economische uitdagingen, en op witte vlekken in het bestaande financieringslandschap. Vanuit de overtuiging dat groei in onze regio alleen mogelijk is via innovatie, en dat deze groei structurele sturing en ondersteuning nodig heeft. Met het voorstel voor het fonds wordt ook tegemoetgekomen aan een brede oproep vanuit Provinciale Staten om fondsvorming te verkennen als mogelijk antwoord op zowel de herijking van het provinciefonds als de  doorontwikkeling van de Limburgse economie. De Staten zullen nadrukkelijk betrokken worden bij de besluitvorming over de nadere invulling van het onderliggende fondsplan. 

Ook op andere onderwerpen zijn de komende tijd Statenvoorstellen te verwachten. Zo wordt er gewerkt aan een voorstel voor het aanleggen van een programmareserve van 50 miljoen euro om de verstedelijking en woningbouw binnen de zes stationsgebieden van Limburg Centraal te ondersteunen. Limburg Centraal kent een omvangrijke en samenhangende  verstedelijkingsopgave met grote maatschappelijke meerwaarde. Gemeenten tonen ambitie, maar lopen tegen financiële, organisatorische en planologische grenzen aan. Tegelijkertijd vraagt het Rijk om integrale voorstellen met regionale inzet. Om projecten kansrijk te maken en gebiedsontwikkeling daadwerkelijk van de grond te krijgen, is een actieve provinciale rol noodzakelijk. De provincie kan die rol invullen via een strategisch inzetbaar verstedelijkingsbudget. Dit biedt flexibiliteit om cruciale publieke investeringen aan te jagen, planvorming te ondersteunen en cofinanciering te organiseren. Daarmee wordt het niet alleen een financiële impuls, maar ook een sturingsinstrument dat uitvoeringskracht versterkt. 

Er wordt ook gewerkt aan een voorstel voor structurele dekking van de extra middelen die nodig zijn ten behoeve van de drie provinciale musea. Dit wordt geborgd in een museumvisie die in Q4 zal worden gepresenteerd en naar verwachting zal leiden tot een jaarlijkse extra bijdrage boven op de huidige begroting van opgeteld circa 6 miljoen euro t/m 2029.

Het College komt in 2026 ook met één aanpak voor de opwek en toepassing van Groen Gas. Via de PEM is de ambitie om een groot aantal Limburgse huishoudens in de toekomst van groen gas te kunnen voorzien, en daarmee niet alleen flink op de uitstoot van stikstof te besparen, maar ook kleine agrariërs te helpen verduurzamen. Naar verwachting zal er zo’n 30 miljoen euro nodig zijn om de ambities waar te maken, waarvan 25 miljoen euro revolverend zal zijn. Ook hierover volgt nog een separaat Statenvoorstel. Tenslotte werkt het College actueel ook aan voorstellen voor extra maatregelen om verslechtering van natuur te stoppen, volgend uit het Limburgs Offensief Stikstof. Hiertoe zal een bedrag van zo’n 7 miljoen euro nodig zijn, waarvan de herkomst en besteding uiteraard ook aan de Staten zal worden voorgelegd. 

Met al deze maatregelen en initiatieven blijven we met elkaar kort op de bal spelen bij kansen en uitdagingen die actuele ontwikkelingen met zich meebrengen.

Onverminderd aandacht voor sturing en verantwoording

Terug naar navigatie - Inleiding - Onverminderd aandacht voor sturing en verantwoording

In de tweede helft van de lopende coalitieperiode is de focus gericht op de uitvoering. Het monitoren en sturen is daarbij belangrijk. Zoals ook reeds benadrukt in de Voorjaarsnota 2025 willen wij de monitoring versterken in de vorm van periodieke voortgangsgesprekken waarbij ook de directie én portefeuillehouders worden betrokken en gebruik wordt gemaakt van heldere managementinformatie. 

Ook zal aan uw Staten worden voorgesteld de P&C cyclus te evalueren met als onderwerp de inhoud van de verschillende P&C producten. Tot nu toe stond bij de evaluatie vooral het proces centraal. Vanuit uw Staten horen wij een behoefte aan een strategische doorkijk en zien wij dat er rapportages met verschillende verantwoordingsdoelen op een gelijk moment aan uw Staten worden aangeboden. Dit leidt in het gesprek herhaaldelijk tot onduidelijkheid. En dat willen we oplossen.

Financieel perspectief

Terug naar navigatie - Inleiding - Financieel perspectief

Een positief begrotingsresultaat
Voor 2026 verwachten wij een positief resultaat van € 38,87 mln. Het hoge resultaat wordt mede verklaard door een aantal structurele meevallers, zoals renteopbrengsten en een herberekening van de opcenten Motorrijtuigenbelasting. Hierin is de afbouw van de korting voor o.a. elektrische voertuigen verwerkt. 
Op basis van de begroting 2026 kan worden geconcludeerd dat de Provincie Limburg een gezonde financiële positie heeft: een begroting en meerjarenraming die structureel sluitend zijn, een solide vermogenspositie van € 1,5 mld. en een groot weerstandvermogen ten opzichte van een relatief laag risicoprofiel. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt voor 2026 € 89 mln. Ondanks deze solide financiële basis blijft bijzondere aandacht nodig voor de toekomstige druk op het structurele evenwicht en de gevolgen die de herijking van het Provinciefonds op onze financiële positie kan gaan hebben.

Meerjarenbegroting 2026-2029: het perspectief is verbeterd ten opzichte van de Voorjaarsnota door structurele meevallers
Het resultaat op de begroting laat in de jaren na 2026 een stijging zien. Het beeld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2025 is aanzienlijk beter door een aantal structurele meevallers, zoals eerder genoemd. In 2027 is sprake van vrijval van een reservering  van begrotingsruimte voor de volgende Statenperiode. Door deze te laten vrijvallen ontstaat een beter financieel beeld van de meerjarenraming. 

Toch blijft de meerjarenraming onzeker omdat het proces van herijking provinciefonds, onze belangrijkste inkomstenbron, nog niet is afgerond. Bij de septembercirculaire 2025 wordt de zogenaamde tussenoplossing verwerkt, waarbij een aantal weeffouten worden gecorrigeerd. Dit effect zal ruim € 9 mln. nadelig zijn voor Limburg. Daar staat tegenover dat ook de verevening van opcenten verandert als gevolg van de belastingplannen waarbij de korting voor elektrische voertuigen en campers wordt afgebouwd. Naar verwachting zal dit juist voordelig uitpakken, waardoor het nadelig effect van € 9 mln. tenminste zal worden gecompenseerd. Deze prognose, gebaseerd op uitkomsten tussen IPO en het Ministerie van BZK,  geeft voor 2026 meer zekerheid over de begroting voor wat betreft de inkomsten uit de algemene uitkering.

Daar komt ook nog een incidentele compensatie bovenop. In de periode 2026-2029 worden de provincies gecompenseerd voor de derving van opcenten door de vrijstelling op de elektrische voertuigen in et verleden. Dit voordeel zal naar verwachting ca. € 40 mln. bedragen voor onze provincie. Dit bedrag wordt in 4 jaar uitgekeerd. Zodra de effecten van de circulaire definitief bekend zijn wordt de begroting bijgesteld via een aparte begrotingswijziging.

Ook merken wij op dat er onderzoeken lopen naar het provinciefonds. Met het Rijk is afgesproken dat er extra onderzoek komt naar de vraag of deze systematiek wel voldoende meebeweegt met de beleidsterreinen openbaar vervoer, infrastructuur en natuur. Uitgangspunt voor de provincies is dat het Provinciefonds haar reële waarde moet behouden. Anders kunnen wij in de toekomst minder impact realiseren.

Financieel kader

Terug naar navigatie - - Financieel kader

Financiële begroting na de Voorjaarsnota 2025

Terug naar navigatie - Financieel kader - Financiële begroting na de Voorjaarsnota 2025

In de Voorjaarsnota 2025 zijn de uitgangspunten voor de begroting 2026 vastgesteld door PS in de vergadering van 27 juni 2025. Deze uitgangspunten vormen het startpunt voor de Najaarsnota 2025 en de Programmabegroting 2026.

Na de Voorjaarsnota 2025 is de begroting 2026 aangepast op basis van onderstaande wijzigingen:

  • Aanvullende reguliere middelen om de beleidskaders uit te voeren (binnen de financiële kaders van de programmareserves)
  • Indexatie van de budgetten conform de Meicirculaire 2025;
  • Meerjarige doorwerking van de Najaarsnota 2025: hoewel hierover apart wordt besloten door PS, zijn de effecten hiervan opgenomen in de voorliggende programmabegroting, zodat een actueel en compleet beeld wordt gegeven. Dit wordt nader toegelicht in de financiële begroting;
  • Actualisatie van de formatieplanning en doorverdeling van de personele lasten. Hierin zijn ook bijstellingen n.a.v. de nieuwe CAO 2025-2026 provincies opgenomen;
  • Autonome ontwikkelingen, zoals rente, dividenden en de algemene uitkering provinciefonds;
  • Overige bijstellingen om ramingen actueel te houden.

Hieronder zijn in een samenvattend overzicht alle wijzigingen van de begroting 2026 weergegeven. Verderop in dit hoofdstuk worden de afzonderlijke bijstellingen van de ramingen nader toegelicht, waarbij voor elke post een meerjarig overzicht van de bijbehorende besluiten/ bijstellingen en de dekking wordt gegeven. 

Hoe is de begroting 2026 opgebouwd?
Uitgaven
Inkomsten
Resultaat
Begroting 2026 bij de Voorjaarsnota 2025 (excl. mutaties reserves)
511.249
475.045
16.567
Bijstelling van de ramingen begroting 2026:
Aanvullende reguliere middelen
23.870
Aanvullende Specifieke uitkeringen
1.339
1.339
Autonome ontwikkelingen
599
23.253
Doorwerking Najaarsnota 2025 (apart PS-besluit)
70.382
34.234
96.190
58.826
Mutaties reserves
44.729
157.164
Programmabegroting 2026
652.168
691.034
38.866

Ontwikkeling van het begrotingsresultaat

Terug naar navigatie - Financieel kader - Ontwikkeling van het begrotingsresultaat

Uit zowel de tabel als onderstaande grafiek blijkt een stijging van het begrotingsresultaat 2026 ten opzichte van de voorjaarsnota van € 16,57 mln. naar € 38.87 mln. In onderstaande grafiek is de meerjarige ontwikkeling van het begrotingsresultaat gepresenteerd:

Het begrotingsresultaat 2026-2029 laat een stijgende lijn t.o.v. de Voorjaarsnota 2025 zien. Dit is het gevolg van o.a. actualisatie van de raming van de opbrengsten van de Motorrijtuigenbelasting en te verwachten renteopbrengsten van de uitzettingen van de financiële middelen. Maar we willen benadrukken dat de meerjarenramingen respectievelijk de gepresenteerde begrotingsruimte onzeker zijn met name door het niet afgeronde proces van de herijking Provinciefonds. 

Wij merken op dat er in 2027 een bedrag van € 10,64 mln. was gereserveerd voor de volgende Statenperiode. Dit in lijn met de afspraken in het coalitieakkoord. Tot nu toe was deze ruimtereservering in de meerjarenraming opgenomen als stelpost. Dit leidt echter tot onvoldoende inzage in het begrotingsresultaat. Daarom is deze stelpost vervallen en lichten wij de ruimte in deze statenperiode expliciet toe i.p.v. impliciet. 

Hieronder zijn alle mutaties ná de Voorjaarsnota 2025 met betrekking tot de jaarresultaten 2026-2029 weergegeven. Meer toelichting op de mutaties is terug te vinden bij het betreffende programma (zie code in de kolom Product).

€ x 1.000
Product
Begroting
Meerjarenraming
2026
2027
2028
2029
Begrotingsresultaat vóór Programmabegroting 2026
Begrotingsresultaat voorstel Voorjaarsnota 2025
9.999
7.903
9.707
21.943
Begrotingsresultaat Meicirculaire provinciefonds 2025 (BW 5)
6.568
6.475
7.253
7.750
Begrotingsresultaat voor programmabegroting
16.567
14.378
16.960
29.693
Mutaties Programmabegroting 2026 met effect op het begrotingsresultaat
Aanvullende reguliere middelen cf. Statenvoorstel
52
GS 5-8-2025 Strategisch Informatiebeleid Limburg 2025-2028
9.1.1
-1.055
-1.424
-995
-1.401
54
GS 5-8-2025 Weerbare overheid
8.2.5
-195
-195
-195
-195
76
GS 5-8-2025 Invasieve exoten
1.1.1
-120
78
GS 5-8-2025 Subsidie raster Meinweg aan Wildbeheereenheid de Roerstreek
1.1.1
-47
-47
-47
-47
80
GS 5-8-2025 Middelen eren en gedenken
8.2.4
-30
-30
-30
-30
84
GS 12-8-2025 Plancapaciteitsmonitor Wonen
5.1.2
-100
-350
-100
-100
Subtotaal
-1.547
-2.046
-1.367
-1.773
Autonome ontwikkelingen
16
Herberekening renteopbrengsten beleggingen 2026-2030
9.2.4
6.551
4.939
6.173
7.285
7+20
Bijstelling Indexering 2026-2030 incl. MRB
9.2.1
477
1.410
1.887
2.236
6+21
Bijstelling stelpost prijsstijgingen 2027-2030
9.2.5
-500
-1.916
-2.771
-7.150
37
Bijstelling dividend Enexis
9.2.3
3.540
7.650
-3.030
-3.030
58
Afronding Zeelandproblematiek
8.2.1
754
754
754
754
86
Herberekening opcentenheffing motorrijtuigenbelasting
9.2.1
11.833
12.301
12.715
13.130
Subtotaal
22.655
25.138
15.728
13.225
Overige bijstellingen en actualisering van ramingen
4
Aanpassing toevoeging risicoreserve SIS inzake MAA
3.1.3
100
150
22
Technische bijstand Europese programma`s aanvulling structurele dekking
3.2.1
-180
-180
75
GS 5-8-2025 Meerjarenraming ANLB en uitvoeringskosten
1.1.1
-4.010
GS 5-8-2025 Meerjarenraming ANLB en uitvoeringskosten
3.5.1
-1.604
77
Ontwikkelopgave correctie meerjarenraming
1.1.2
6.910
6.910
92
Vrijval stelpost begrotingsruimte nieuwe Statenperiode
9.2.3
10.641
Subtotaal
0
10.641
6.830
1.266
Doorwerking Najaarsnota 2025
1.192
1.748
1.752
2.583
Totaal effect op het begrotingsresultaat
22.300
35.481
22.943
15.301
Begrotingsresultaat Programmabegroting 2026
38.866
49.859
39.902
44.994

Inzetten van aanvullende reguliere middelen

Terug naar navigatie - Financieel kader - Inzetten van aanvullende reguliere middelen

Voor het budgetrecht van de Provinciale Staten is de inzet van nieuwe middelen van groot belang.

Het jaar 2026 staat in het teken van de uitvoering van de beleidskaders. In onderstaande tabel wordt per programma weergegeven voor welke doelen wij voorstellen nieuwe of aanvullende middelen in te zetten, zodat het vastgestelde beleid uitgevoerd kan worden.

In de meeste gevallen maken wij hierbij gebruik van onze programmareserves, zoals weergegeven in de kolom ‘Dekking’. PR staat hierbij voor programmareserve. Maar het kan ook gaan om andere bestemmingsreserves die voor het betreffende doel worden ingezet. Daarnaast kan het voorkomen dat, op basis van nieuwe ontwikkelingen — soms onvoorzien, soms onvermijdbaar — een andere dekkingsbron wordt voorgesteld door het college. In de betreffende programma’s en producten is onder de variabele ‘Geld’ ook een inhoudelijke toelichting gegeven.

Ná de Voorjaarsnota 2025, waarin de programmaramingen zijn geautoriseerd door PS, heeft het college van GS met de volgende voorstellen voor aanvullende middelen ingestemd:

€ x 1.000
Programma
Voorstellen aanvullende middelen (lasten)
Dekking
Product
Begroting
Meerjarenraming
2026
2027
2028
2029
76
1. Perspectief voor het landelijk gebied
GS 5-8-2025 Invasieve exoten
Begr.resultaat/ PR Landelijk Gebied
1.1.1
300
78
GS 5-8-2025 Zwart wild kerend raster meinweg
Begrotingsresultaat
1.1.1
47
47
47
47
Totaal programma 1
347
47
47
47
44
2.Samen leven en bestaanszekerheid
GS 1-7-2025 Armoede en laaggeletterdheid, sociale cohesie, kansrijke vernieuwingen, wijken en dorpen
PR Sociale agenda
2.1.1
3.820
PR Sociale agenda
2.2.1
300
Totaal programma 2
4.120
28
3.Werken aan een toekomstbestendige economie
GS 1-7-2025 Procesmiddelen 2026 MAA
PR Economie
3.1.3
50
29
GS 1-7-2025 Cofinanciering projecten Arbeidsmarkt en Onderwijs
PR Onderwijs en arbeidsmarkt
3.3.1
550
31
GS 1-7-2025 Uitvoering beleidskaderonderdeel Een gezonde toekomst voor de land- en tuinbouw in Limburg
PR Landbouw
3.5.1
2.750
32
GS 1-7-2025 Pogrammering van de uitvoering van het beleidskader Economie
PR Economie
3.1.1
350
Reserve knelpunten economisch beleid
3.1.1
300
PR Economie
3.2.1
9.000
PR Economie
3.4.1
400
Totaal programma 3
13.400
0
0
0
85
5.Leefbare steden en dorpen
GS 12-8-2025 Plancapaciteitsmonitor Wonen
Begrotingsresultaat
5.1.2
100
350
100
100
Totaal programma 5
100
350
100
100
40
6.Cultuur en erfgoed voor iedereen
GS 1-7-2025 Festivals en evementen, Jongerencultuur, Erfgoeddigitalisering en CEL
PR Cultuur
6.1.1
875
550
PR Monumenten, erfgoed, archeologie
6.2.1
852
Totaal programma 6
1.727
550
0
0
41
7.Een bereikbaar en toegankelijk Limburg
GS 1-7-2025 Samenwerking regio's, goederenvervoer en voorbereiding OV-concessie 2032
PR Bereikbaarheid
7.1.1
1.950
PR Bereikbaarheid
7.2.2
500
Totaal programma 7
2.450
0
0
0
54
8.Provincie midden in de samenleving
GS 26-8-2025 Regiodeal Midden-Limburg
PR Regiodeals 5e en 6e tranche
8.1.1
446
GS 5-8-2025 Middelen eren en gedenken
Begrotingsresultaat
8.2.4
30
30
30
30
80
GS 5-8-2025 Weerbare overheid
Begrotingsresultaat
8.2.5
195
195
195
195
Totaal programma 8
671
225
225
225
52
9.Financiën en overhead
GS 5-8-2025 Strategisch Informatiebeleid Limburg 2025-2028
Begrotingsresultaat
9.1.1
1.055
1.424
995
1.401
Totaal programma 9
1.055
1.424
995
1.401
Totaal voorstellen
23.870
2.596
1.367
1.773
-1055000

Aanvullende specifieke uitkeringen

Terug naar navigatie - Financieel kader - Aanvullende specifieke uitkeringen

In het kader van de Regiodeal Midden-Limburg zetten wij € 1,34 mln. in van de ontvangen specifieke uitkering. Voor meer informatie verwijzen wij naar Programma 8 'Provincie Midden in de samenleving'.

Autonome ontwikkelingen: effect op de lasten en de baten

Terug naar navigatie - Financieel kader - Autonome ontwikkelingen: effect op de lasten en de baten

Onder ‘autonome ontwikkelingen’ verstaan wij externe ontwikkelingen waarop de Provincie geen of slechts beperkte invloed heeft. Deze kunnen zowel de baten als de lasten treffen.

In de begroting nemen de lasten toe door de jaarlijkse indexering, die in de meeste gevallen plaatsvindt volgens de Meicirculaire 2025 van het Provinciefonds. Voor een beperkt aantal budgetten wordt een afwijkende indexering toegepast, bijvoorbeeld vanwege contractuele afspraken.

De geïndexeerde lasten worden grotendeels gedekt vanuit de stelpost voor loon- en prijsstijgingen en aanvullend daarop vanuit de algemene middelen (begrotingsresultaat). Daarnaast houden wij, als onderdeel van het financieel beleid, rekening met een aparte stelpost voor toekomstige loonontwikkelingen. 

€ x 1.000
Programma
Autonome ontwikkelingen
Ter gunste/ ter laste van
Product
Begroting 2026
Meerjarenraming
Lasten
Baten
L2027
B2027
L2028
B2028
L2029
B2029
19
Alle programma's
Algehele indexatie van budgetten in de begroting 3,2%
Stelpost loon- en prijsstijging
Alle
269
269
269
269
269
269
269
269
20+7
9. Financiën en overhead
Bijstelling indexeringen incl MRB
Begrotingsresultaat
div
33
509
33
1.444
33
1.920
33
2.270
21
Bijstelling stelpost prijsstijgingen 2027-2030
Begrotingsresultaat
9.2.5
500
1.916
2.771
3.150
6
Stelpost loonstijgingen op peil houden
Begrotingsresultaat
9.2.5
4.000
16
Herberekening renteopbrengsten beleggingen 2026-2030
Begrotingsresultaat
9.2.4
550
7.102
562
5.501
515
6.688
471
7.755
37
Bijstelling dividend Enexis
Begrotingsresultaat
9.2.3
3.540
7.650
-3.030
-3.030
58
Beïndigen compensatie Zeelandproblematiek provinciefonds
Begrotingsresultaat
9.2.2
-754
-754
-754
-754
Herberekening opcentenheffing motorrijtuigenbelasting
Begrotingsresultaat
9.21
11.833
12.301
12.715
13.130
Totaal voorstellen
599
23.253
2.027
27.165
2.835
18.562
7.169
20.394

Doorwerking Najaarsnota 2025

Terug naar navigatie - Financieel kader - Doorwerking Najaarsnota 2025

In de ontwerp Najaarsnota 2025 zijn meerjarige besluiten opgenomen die een meerjarige financiële consequentie hebben, zoals faseringen, maar ook nieuwe initiatieven zoals expliciet opgenomen in het betreffende Statenvoorstel. Deze zorgen voor een aanvullende last in de begroting 2026 van € 70,38 mln. 

Financiële voortgang beleidskaders: de begrote inzet geeft de voortgang aan

Terug naar navigatie - Financieel kader - Financiële voortgang beleidskaders: de begrote inzet geeft de voortgang aan

In het coalitieakkoord 'Elke Limburger telt' is € 206,90 mln. gereserveerd voor het realiseren van de beleidsdoelen in de periode 2023-2027. De inzet van de programmareserves is direct verbonden aan de uitvoering van de beleidskaders, zoals vastgesteld door PS. Op basis van besluitvorming is dit bedrag gestegen tot € 210,50 mln.

De inzet van de programmareserves geeft een indicatie van de financiële voortgang op de beleidskaders. Onderstaande grafiek toont de voorlopige (daadwerkelijk en begrote) inzet van programmareserves zowel procentueel als in bedragen. Ten aanzien van deze grafiek merken wij het volgende op:

  • Het totaal van de programmareserves 2023-2027 in onderstaande grafiek bedraagt € 210,50 mln.; 
  • In de begroting is de programmering als volgt verdeeld: € 72,66 mln. in 2025, € 69,84 mln. in 2026 en in totaal € 17,42 mln. voor de periode 2027-2029;
  • Op dit moment resteert er nog bijna € 42,61 mln. in de programmareserves, oftewel 20% nog te programmeren middelen beschikbaar;
  • De verwachting is dat na verwerking van het aankomende Statenvoorstel rondom de Provinciale Energie Maatschappij de betreffende programmareserve (4. Nieuwe energie en leefmilieu) nagenoeg uitgeput zal zijn;
  • Dat geldt ook voor de programmareserve Provincie midden in de samenleving die nagenoeg volledig ingezet zal worden voor de uitvoering van de regiodeals;
  • Het restant in programma 9 betreft de programmareserve onvoorzien.