Begroting en meerjarenraming
Inleiding
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - InleidingIn dit deel geven we uitleg over onze begroting 2026 en de meerjarenraming 2027-2029. We besteden extra aandacht aan de volgende onderwerpen:
- Specificaties van de begroting 2026 meerjarenraming 2027-2029 per programma, doelstellingen en beleidsproducten.
- Het verwachte financiële resultaat voor de periode 2026-2029.
- Middelen voor nieuw beleid en de inzet van de reserves per programma.
- De invloed van de Najaarsnota 2025 op de begroting van 2026 en de daaropvolgende jaren.
- Een overzicht van de inkomsten en uitgaven in 2026, verdeeld over verschillende categorieën.
Meerjarig overzicht van baten en lasten
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Meerjarig overzicht van baten en lastenIn onderstaande tabel hieronder staat een uitgebreid en totaal overzicht van de begroting voor 2026. Dit overzicht is ingedeeld in drie niveaus: programma- doelstelling - product. Naast de begroting voor 2026 zijn de volgende gegevens hieronder weergegeven:
- de raming voor de jaren 2027-2029, die hoort bij de begroting 2026;
- vergelijkende cijfers uit de Jaarstukken 2024 (PS 20 juni 2025);
- gewijzigde begroting 2025 tot en met Najaarsnota 2025 (PS 30 oktober 2025).
De verschillen tussen de jaarcijfers worden toegelicht onder de tabel.
Het overzicht geeft per programma de volgende punten weer, in deze volgorde:
- lasten: de uitgaven en de toebedeelde kosten;
- baten: de inkosten en opbrengsten;
- saldo (verschil) tussen baten en lasten;
- toevoegingen aan de eigen reserves;
- onttrekking uit de eigen reserves;
- saldo mutatie reserves: verschil tussen onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves;
- begrotingsresultaat: de som van het verschil tussen baten en lasten en het saldo van de mutaties in de reserves.
Toelichting per programma
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Toelichting per programmaOver het algemeen ontstaan de verschillen in de jaarcijfers door incidentele beleidsmiddelen en fasering van projecten. Na 2027 nemen de lasten af, vanwege het einde van deze statenperiode en de inzet van middelen voor het intensiveren van beleid.
Hieronder leggen we de belangrijkste verschillen tussen de jaren (2024 - 2025 - 2026) uit:
1. Perspectief voor het landelijk gebied: de hogere lasten in 2026 hebben grotendeels betrekking op de inzet van specifieke uitkeringen o.a. Deltaplan Hoge zandgronden. Vanaf 2027 zijn in de begroting de reguliere structurele lasten opgenomen.
2. Samen leven en bestaanszekerheid: de hogere lasten in 2025 en 2026 hebben betrekking op de uitvoering van het beleidskader Samen leven en bestaanszekerheid 2024-2027. Deze hebben een incidenteel karakter.
3. Werken aan een toekomstbestendige economie: de hogere lasten in 2025 en 2026 betreft de programmering van het uitvoeringskader bij het beleidskader Werken aan een toekomstbestendige economie, een incidentele bijdrage aan NEDAB in 2025 en de inzet van een specifieke uitkering voor de ontsluiting van MAA.
4. Nieuwe energie en leefmilieu: de hogere lasten in 2025 t.o.v. 2026 bij dit programma hebben betrekking op de uitgaven i.v.m. het inzetten van specifieke uitkeringen o.a. CDOKE (capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid) en Europese middelen ter ondersteuning van Limburgse projecten verduurzaming.
5. Leefbare steden en dorpen: de hogere lasten in 2026 en 2026 zijn te verklaren door de programmering van middelen in uitvoering van het beleidskader Leefbare Steden en Dorpen 2023-2027.
6. Cultuur en erfgoed voor iedereen: de hogere lasten in 2025 en 2026 t.o.v. andere begrotingsjaren zijn met name gerelateerd aan de programmering van middelen voor de uitvoering van het beleidskader Cultuur en Erfgoed voor iedereen 2024-2027.
7. Een bereikbaar en toegankelijk Limburg: de hogere lasten in 2025 hebben vooral te maken met de exploitatiebijdrage Arriva 2025 in verband met optredende meerkosten exploitatie Maaslijn. Verder fluctueren de lasten binnen dit programma door de bijdragen aan mobiliteitsprojecten en respectievelijk ook de kapitaallasten. De fluctuaties in de jaren zijn ook sterk afhankelijk van de fase van uitvoering van infrastructurele projecten.
8. Provincie midden in de samenleving: de hogere lasten in 2024 en 2025 zijn met name het gevolg van de Investeringsagenda Noord Limburg 2023, regiodeal Noord.
9. Financiën en overhead: de jaarlijkse stijging in de lasten heeft in grote mate relatie met de prijsstijgingen en daaraan gekoppelde indexeringen, respectievelijk reserveringen. De baten, de algemene dekkingsmiddelen van deze begroting, stijgen niet met de zelfde tempo als de lasten.
Nieuw beleid
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Nieuw beleidMet bestaand beleid in financiële zin (volgens BBV) bedoelen we de budgetten en investeringskredieten die door Provinciale Staten al zijn goedgekeurd.
Dit betekent dat nieuw beleid alle besluiten van PS omvat vanaf de Voorjaarsnota 2025 (PS 27 juni 2025) inclusief de verwerking van de meicirculaire 2025. De wijzigingen in de begroting uit de Najaarsnota 2025 zijn nog niet definitief, omdat PS deze nota op 30 oktober 2025 behandelt, samen met de Programmabegroting 2026. Zoals beschreven in het hoofdstuk 'Financieel kader' van de begroting, bevat de programmabegroting de volgende financiële onderdelen:
- Ruimte-scheppende aanpassingen ontstaan door het bijwerken van bestaande begrotingsposten en door autonome ontwikkelingen, zoals indexering.
- Ruimte-vragende aanpassingen zijn besluiten van GS die zijn genomen tussen de Voorjaarsnota 2025 en deze Begroting 2026, inclusief de Najaarsnota 2025. Dit omvat ook het aanpassen en indexeren van budgetten.
Met "ruimte" bedoelen we de financiële ruimte in de begroting. De kosten voor ruimte-vragende voorstellen kunnen worden gedekt uit het begrotingsresultaat, algemene middelen of reserves.
Deze mutaties leveren de volgende wijzigingen op in de totale omvang van de baten en de lasten (excl. mutaties reserves) van de begroting.
€ x 1.000 |
||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten en lasten vóór mutaties reserves |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
||||||
lasten |
baten |
lasten |
baten |
lasten |
baten |
lasten |
baten |
|||
Bestaand beleid (ramingen bij de Voorjaarsnota 2025 incl. BW5-2025) |
511.249 |
475.045 |
502.322 |
469.619 |
477.163 |
486.615 |
470.502 |
499.838 |
||
Nieuw beleid cf. BBV (mutaties ná Voorjaarsnota 2025) |
96.190 |
58.825 |
9.077 |
27.825 |
-1.558 |
18.869 |
6.129 |
20.391 |
||
Totaal lasten en baten |
607.439 |
533.870 |
511.399 |
497.444 |
475.605 |
505.484 |
476.632 |
520.229 |
||
Mutaties reserves
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Mutaties reservesDe mutaties van de reserves maken deel uit van de meerjarige exploitatiebegroting:
- De stortingen in de reserves zijn geprogrammeerd conform besluitvorming over eerdere voorstellen, aangevuld met de nieuwe voorstellen zoals opgenomen in het financiële kader van deze begroting.
- De onttrekkingen maken deel uit van het dekkingsplan van de begroting en vinden plaats overeenkomstig de specifieke bestemming van de betreffende reserve.
Voor de uitoefening van het budgetrecht door Provinciale Staten is het belangrijk dat er inzicht wordt geboden in de stortingen en onttrekkingen van de provinciale reserves. In onderstaande tabel wordt per programma een specificatie gegeven van de mutaties in de reserves.
Programma |
Reserve |
Begroting 2026 |
Meerjarenraming |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten |
Baten |
L2027 |
B2027 |
L2028 |
B2028 |
L2029 |
B2029 |
|||||
1. Perspectief voor het landelijk gebied |
Programmareserve Perspectief Landelijk Gebied |
570 |
232 |
60 |
||||||||
Programmareserve onvoorziene uitgaven |
98 |
|||||||||||
Algemene reserve (vrije deel) |
754 |
654 |
200 |
200 |
||||||||
Reserve Natuur |
890 |
|||||||||||
Reserve N2000 |
1.289 |
672 |
672 |
|||||||||
Reserve DU Ooijen-Wanssum |
161 |
161 |
161 |
161 |
||||||||
Programmareserve Water en bodem |
1.440 |
1.140 |
||||||||||
Reserve Waterveiligheid Limburg |
3.000 |
|||||||||||
Totaal 1 |
0 |
8.202 |
0 |
2.859 |
0 |
1.093 |
0 |
361 |
||||
2. Samen leven en bestaanszekerheid |
Programmareserve Sociale Agenda |
11.682 |
5.692 |
0 |
||||||||
Totaal 2 |
11.682 |
0 |
5.692 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
3. Werken aan de toekomstige economie |
Reserve knelpunten economisch beleid |
300 |
0 |
0 |
0 |
|||||||
Risicoreserve financieel instrumentarium SIS |
6.567 |
3.607 |
5.741 |
2.967 |
5.149 |
2.999 |
4.688 |
2.761 |
||||
Programmareserve Brightlands |
4.550 |
1.250 |
4.550 |
4.550 |
4.550 |
|||||||
Programmareserve Onderwijs en Arbeidsmarkt |
3.905 |
508 |
945 |
|||||||||
Programmareserve Economie |
14.708 |
949 |
43 |
100 |
||||||||
Programmareserve Landbouw |
4.420 |
375 |
||||||||||
Programmareserve Onvoorziene uitgaven |
1.000 |
|||||||||||
Totaal 3 |
11.117 |
29.190 |
10.799 |
5.236 |
9.699 |
3.042 |
9.238 |
2.861 |
||||
4. Nieuwe energie en leefmilieu |
Programmareserve Energie |
275 |
35 |
|||||||||
Totaal 4 |
0 |
275 |
0 |
35 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
5. Leefbare steden en dorpen |
Programmareserve Leefbaarheid |
17.100 |
||||||||||
Totaal 5 |
0 |
17.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
6. Cultuur en erfgoed voor iedereen |
Bruteringsreserve Limburgs Museum |
187 |
187 |
95 |
87 |
|||||||
Bruteringsreserve prov. gebouwen |
82 |
82 |
82 |
43 |
||||||||
Bruteringreserve Creative City |
706 |
706 |
706 |
706 |
||||||||
Programmareserve Cultuur |
4.447 |
3.422 |
1.102 |
|||||||||
Programmareserve Monumenten, erfgoed, archeologie |
4.490 |
1.487 |
||||||||||
Programmareserve Sociale Agenda |
100 |
100 |
||||||||||
Totaal 6 |
0 |
10.012 |
0 |
5.984 |
0 |
1.985 |
0 |
836 |
||||
7. Een bereikbaar en toegankelijk Limburg |
Programmareserve Bereikbaarheid |
2.950 |
500 |
|||||||||
Bruteringsreserve realisatie N280 |
1.538 |
1.788 |
3.465 |
3.465 |
||||||||
Bruteringreserve VDL Nedcar |
10.332 |
206 |
206 |
206 |
||||||||
Reserve Bereikbaarheidsmiddelen |
6.156 |
9.341 |
406 |
0 |
||||||||
Bruteringsreserve N270 Ooijen-Wanssum |
721 |
721 |
721 |
721 |
||||||||
Bestemmingsreserve ZLSM |
34 |
34 |
34 |
34 |
||||||||
Totaal 7 |
34 |
21.697 |
34 |
12.556 |
34 |
4.798 |
34 |
4.392 |
||||
8. Provincie midden in de samenleving |
Programmareserve Onvoorziene uitgaven |
500 |
250 |
|||||||||
Programmareserve Regiodeals 5e en 6e tranche |
658 |
|||||||||||
Totaal 8 |
0 |
1.158 |
0 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
9. Financiën en overhead |
Programmareserve Onvoorziene uitgaven |
1.500 |
1.500 |
|||||||||
Algemene reserve (egalis jaarresultaten) |
22.330 |
51.691 |
2.674 |
36.869 |
272 |
8.987 |
2.261 |
|||||
Bruteringsreserve prov. gebouwen |
118 |
112 |
-82 |
-43 |
||||||||
Reserve POB |
304 |
204 |
204 |
|||||||||
Algemene reserve (vrije deel) |
4.036 |
|||||||||||
Algemene reserve (egal. coalitieakkoord) |
11.249 |
5.826 |
||||||||||
Reserve N2000 |
200 |
200 |
0 |
0 |
||||||||
Totaal 9 |
33.579 |
57.849 |
2.674 |
44.711 |
272 |
9.109 |
0 |
2.218 |
||||
Eindtotaal |
44.730 |
157.165 |
13.507 |
77.323 |
10.005 |
20.027 |
9.272 |
10.668 |
||||
Begrotingsresultaat 2026-2029
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Begrotingsresultaat 2026-2029In het Financieel kader, vooraan in de begroting, is reeds gedetailleerd inzicht gegeven in de ontwikkeling van het begrotingsresultaat. Daarom volstaan we nu met de grafische voorstelling ervan.

Doorwerking Najaarsnota 2025 naar begroting 2026 e.v.
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Doorwerking Najaarsnota 2025 naar begroting 2026 e.v.Alle voorstellen leidend tot begrotingswijzigingen in 2025 en volgende begrotingsjaren zijn toegelicht en aan PS aangeboden ter vaststelling (budgetrecht PS) in de Najaarsnota 2025 (PS 30 oktober 2025). De meerjarige consequenties van deze voorstellen zijn per begrotingsprogramma samengevat in de onderstaande tabel. Deze mutaties maken deel uit van de cijfers van deze programmabegroting.
De onderstaande voorstellen uit de Najaarsnota 2025, hebben consequenties voor het begrotingsresultaat over de jaren 2026-2029:
- Programma 1 'Perspectief voor het landelijk gebied': Uitrol Limburgse Biodiversiteitsmonitor -€ 0,82 mln. per jaar.
- Programma 3 'Werken aan een toekomstbestendige economie': Grensinformatiepunten jaarlijks -€ 0,13 mln.
- Programma 4 'Nieuwe energie en leefmilieu': Bijstelling legesopbrengsten 2025 e.v. jaren -€ 0,84 mln. jaarlijks; Bijdrage RUD Noord-Limburg -€ 0,36 mln.
- Programma 7 'Een bereikbaar en toegankelijk Limburg': Financiering Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij -€ 0,19 mln. in 2026; Beëindiging VDL Nedcar -€ 0,02 mln. per jaar.
- Programma 9 'Financiën en overhead': Garantie voorwaarden personeel ODZL -€ 0,25 mln.; Bijstelling IPO-budget -€ 0,84 mln. per jaar afrekeningen voorgaande dienstjaren € 5,00 mln.
€ x 1.000 |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begrotingsprogramma |
Begroting 2026 |
Begroting 2027 |
Begroting 2028 |
Begroting 2029 |
|||||
Lasten |
Baten |
Lasten |
Baten |
Lasten |
Baten |
Lasten |
Baten |
||
1 |
Perspectief voor het landelijk gebied |
37.156 |
17.021 |
14.096 |
50 |
1.798 |
500 |
1.326 |
643 |
2 |
Samen leven en bestaanszekerheid |
100 |
0 |
-100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3 |
Werken aan een toekomstbestendige economie |
17.280 |
3.090 |
618 |
706 |
1.572 |
197 |
316 |
197 |
4 |
Nieuwe energie en leefmilieu |
689 |
-843 |
397 |
-843 |
362 |
-843 |
362 |
-843 |
5 |
Leefbare steden en dorpen |
1.719 |
0 |
200 |
0 |
200 |
0 |
200 |
0 |
6 |
Cultuur en erfgoed voor iedereen |
1.191 |
0 |
-10 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
7 |
Een bereikbaar en toegankelijk Limburg |
12.220 |
14.332 |
2.939 |
620 |
744 |
119 |
219 |
0 |
8 |
Provincie midden in de samenleving |
2.642 |
634 |
1.496 |
0 |
836 |
0 |
836 |
0 |
9 |
Financiën en overhead |
-2.615 |
0 |
-4.667 |
0 |
-4.694 |
0 |
-4.775 |
0 |
Totaal baten lasten |
70.382 |
34.234 |
14.969 |
533 |
817 |
-26 |
-1.516 |
-3 |
|
Mutatie reserves |
|||||||||
Toevoeging aan reserves |
17.781 |
509 |
0 |
0 |
|||||
Onttreking aan reserves |
55.121 |
16.692 |
2.595 |
1.070 |
|||||
Totaal ná mutatie reserves |
88.163 |
89.355 |
15.478 |
17.225 |
817 |
2.569 |
-1.516 |
1.067 |
|
Resultaat |
1.192 |
1.748 |
1.752 |
2.583 |
|||||
Totaal |
89.355 |
89.355 |
17.225 |
17.225 |
2.569 |
2.569 |
1.067 |
1.067 |
|
Technische aanpassingen in de meerjarenraming
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Technische aanpassingen in de meerjarenramingTijdens het begrotingsproces is ook de meerjarenraming geactualiseerd op basis van de uitgangspunten van beleid. Zo zal de ontwikkelopgave Natuur na 2027 niet worden gecontinueerd. Daartegenover staat er wel een structurele opgave voor ANLB en uitvoeringskosten. Ook laten wij in het kader van transparantie de stelpost begrotingsruimte nieuwe Statenperiode vrijvallen.
Dwarsdoorsnede lasten Programmabegroting 2026
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Dwarsdoorsnede lasten Programmabegroting 2026De programmabegroting heeft 9 begrotingsprogramma’s, die zijn onderverdeeld in meerdere producten. Naast de beleidsindeling van de begroting maken we onderscheid in vier soorten budgetten:
- toegekende reguliere budgetten (programmamiddelen) o.a. opdrachten, subsidies, directe kosten;
- verdeelde personele lasten: verdeling van de formatie naar programma's en producten;
- berekende kapitaallasten van de investeringen conform de afschrijvingstermijnen;
- toevoegingen aan de reserves: stortingen in de provinciale reserves ter dekking van de toekomstige uitgaven.
In onderstaande grafiek treft u de verdeling aan van de begrote lasten 2026.

Dwarsdoorsnede baten Programmabegroting 2026
Terug naar navigatie - Begroting en meerjarenraming - Dwarsdoorsnede baten Programmabegroting 2026In onderstaande grafiek is de verdeling van de begrote baten 2026 weergegeven. Deze is gerubriceerd naar de te onderscheiden baten-categorieën, inclusief aanwending van reserves. In deze categorieën zijn de grootste inkomstenbronnen voor de begroting van de Provincie opgenomen. Een aanzienlijk deel van de baten heeft het karakter van algemeen dekkingsmiddel. Dit zijn baten die vrij besteedbaar zijn. Hieronder vallen de opcenten MRB, provinciefonds, renteopbrengsten, dividenden en overige opbrengsten.
