1.1.2. Limburgs programma Landelijk Gebied
Wij werken aan een toekomstbestendig landelijk gebied, door de balans te herstellen tussen de draagkracht van natuur, bodem en water en anderzijds het economisch gebruik ervan. Het Limburgs Offensief Stikstof (LOS) biedt een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel. Deze koers wordt ook in 2026 voortgezet, waarbij financiële middelen en instrumenten van de provincie in samenhang worden ingezet. Nauwere samenwerkingen met gebiedspartners, ondernemers, terreineigenaren en belangenorganisaties vormen de basis voor de uitvoering. De ontwikkelingen en maatregelen zullen in regionale en lokale samenhang met elkaar worden opgepakt. Wij pakken de regie op gebiedsprocessen en -projecten en intensiveren de uitvoering. Op deze wijze ambiëren wij ontwikkelingen (vergunningverlening) weer mogelijk te gaan maken met perspectief voor ondernemers, door de natuur te beschermen en te herstellen.
Het is aan het Rijk om op nationaal niveau maatregelen te treffen, waarbij zij in eerste instantie inzet op aanpassing van wet- en regelgeving en aanvullende regelingen voor onder andere maatwerkaanpak en extensivering etc. Voor de uitvoering van de gebiedsgerichte opgaven dient zij aanvullende randvoorwaarden in de vorm van langjarige middelen en instrumenten beschikbaar te stellen. Een toekomstbestendig landelijk gebied is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk, provincie en regionale partners. Het doelbereik in het LOS is leidend en niet het genoemde maatregelpakket op zichzelf. Als nieuwe maatregelen – bijvoorbeeld vanuit het Rijk - aantoonbaar een grotere of meer kosteneffectieve bijdrage aan het doelbereik leveren met minder verstrekkende gevolgen, zullen eerdere maatregelen worden aangepast.
Wij richten ons op 3 resultaten uit het beleidskader Perspectief voor het landelijk gebied en daaraan gekoppeld 3 actielijnen die uitvoering gaan geven aan een integrale aanpak in het landelijk gebied.
- In 2027 hebben wij groene opgaven, lokale stikstofmaatregelen en lokale hydrologische maatregelen zoveel mogelijk gestapeld laten landen in bestaande zones van de POVI, waaronder vooral de groenblauwe mantel. Hierdoor is het ruimtebeslag beperkt.
- Maatregelen zijn afgestemd met de waterveiligheidsopgave uit het WRL.
- De zonering is zoveel mogelijk via de gebiedsprocessen nader uitgewerkt in het LOS (voorheen LPLG) en definitief verankerd in een herziening van de POVI en de omgevingsverordening.
Met vaststelling van het LOS nemen wij onze eigen verantwoordelijk. Ondanks alle onduidelijkheid door de val van het kabinet, zetten wij met het LOS een stap vooruit om te komen tot die integrale aanpak van het landelijk gebied. In 2026 gaan wij verder met de in gang gezette uitvoering van regelingen en SPUK’s. Daarnaast vertalen wij in 2026 onderdelen uit het Programma LOS (waarin aangegeven is dat wij regie voeren op een geborgde aanpak) naar regels in de Omgevingsverordening Limburg. Dit doen wij onder meer op basis van onderzoeken en gebaseerd op adviezen van onder andere de Ecologische Autoriteit als ook de Landsadvocaat welk de basis zijn van een geborgd samenhangend pakket van maatregelen. Hiermee is de basis gelegd om de vergunningverlening weer van het slot te halen.
Wij gaan buiten verder met de gebiedsgerichte aanpak. Naast een basisinzet voor alle Natura-2000 gebieden, gaat er extra inzet plaats vinden op 4 focusgebieden. Wij zijn gestart met reeds beschikbare middelen uit SPUK’s om een versnelling aan te brengen.
De uitvoering van het Natuurprogramma loopt door, waaronder de realisatie van het natuurnetwerk in Limburg (de Ontwikkelopgave), het Landschapsprogramma en het Programma Water.
De activiteiten richten zich op de realisatie van opgaves in het landelijk gebied. Het gaat dan om natuurherstelmaatregelen (zowel uitbreiding van hectares als ook kwalitatieve maatregelen in de vorm van inrichting en (cyclisch) beheer en uitvoering van de bossenstrategie), het herstel van het hydrologische systeem om te kunnen voldoen aan KRW-normen en het terugdringen van de stikstof-uitstoot.
Rol Provincie: subsidiënt, partner, toetser, procesmanager
In 2026 wordt via het LOS:
- uitvoering gegeven aan diverse generieke rijksregelingen die we zoveel als mogelijk richten op de focusgebieden in het kader van het LOS (onder andere Regeling specifieke uitkering Programma Natuur en Maatregel gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties);
- regie gevoerd en gebiedsprocessen en -projecten in de 4 focusgebieden gefaciliteerd;
- beleidsinstrumentarium ontwikkeld (stikstof, buitenland en vergunningen);
- monitoringsplan geïmplementeerd en ingericht;
- fondsen geworven.
Ad 1. Via de reeds toegekende rijksmiddelen geven wij uitvoering aan rijksregelingen (o.a. Regeling Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging (MGB), Regeling Provinciale Maatregelen Landelijk Gebied). Deze regelingen zijn met name gericht op stikstofreductie via het leveren van maatwerk. Dit kan de komende jaren leiden tot een aantal vrijwillige bedrijfsbeëindigingen. De daarmee ontstane stikstofruimte kan mogelijk deels ingezet worden voor de legalisatie van PAS-melders. Daarnaast zetten wij in op herstel van de natuur via de SPUK Natuur 1 en 2 zowel binnen als buiten NNN.
Ad 2. In gebiedsprocessen en projecten brengen wij in de 4 focusgebieden van het LOS (De Peel, Maasduinen, Sarsven en de Banen en Geuldal/ Mergelland) diverse partijen samen om via een integrale afweging te komen tot doelrealisatie. Wij faciliteren de processen met beschikbare capaciteit, middelen en instrumenten.
Ad 3. Wij ontwikkelen ‘stikstof’-beleid en nieuwe instrumenten en zullen dit, waar nodig, ook extern laten toetsen. Ook worden onze contacten met de buurlanden geïntensiveerd ten aanzien van bijvoorbeeld hun stikstofbeleid, vergunningverlening en monitoring.
Ad 4. Het monitoren van de resultaten van het LOS (en aan de hand van de monitoringsresultaten eventueel bijsturen) is wezenlijk onderdeel om van een geborgde aanpak te kunnen spreken. In 2026 zal deze monitoring verder georganiseerd en geïmplementeerd worden.
Ad 5. Wij zetten in op samenwerkingsafspraken met het Rijk en benutten kansen om zoveel als mogelijk middelen uit het ‘Startpakket Nederland van het slot’ en eventuele vervolgregelingen naar Limburg te halen en in projecten weg te zetten.
De transitie van het landelijk gebied is een langlopend proces dat loopt tot en met 2035.
De meest urgente doelen en opgaven zijn:
- het voorkomen van verslechtering van de natuur in N2000-gebieden (wettelijke verplichting);
- het realiseren van de ontwikkelopgave natuur (2027);
- de kwaliteits- en kwantiteitsdoelen voor grond- en oppervlaktewater (2027) behalen.
De beoogde resultaten voor 2026 dragen hieraan bij.
Het budget voor product 1.1.2. Limburgs programma Landelijk gebied bedraagt € 44,88 mln. Dit bestaat uit 92% reguliere middelen en 8% personeelskosten. De reguliere middelen worden vooral gebruikt voor natuurherstel (bestrijding van invasieve soorten en in gebieden als ZLSM-bermen), stikstofreductie, verduurzaming water- en bodembeheer Heuvelland, Natura 2000 beheermaatregelen en gebiedsgerichte samenwerking en ondersteuning. De realisatie van deze doelen wordt onder andere gedekt uit specifieke uitkeringen van het Rijk.
Nieuwe middelen
Aan dit product zijn geen nieuwe middelen toegevoegd.