37.113 Uitgaven (x1000)
5. Milieu, energie en klimaat

5. Milieu, energie en klimaat

37.113 Uitgaven (x1000)

Milieu, energie en klimaat

Terug naar navigatie - Milieu, energie en klimaat

In de afgelopen jaren zijn de thema’s energie, klimaat en milieu prominenter op de politieke en maatschappelijke agenda gekomen. Met de wereldwijde energiecrisis en de nieuwe geopolitieke situatie die ontstond met Oekraïne-oorlog, werden er ongekende maatregelenpakketten ook in Nederland geïntroduceerd. De Europese afhankelijkheid van Russisch gas werd heroverwogen. In Nederland werd tegelijkertijd ook stringenter gekeken naar de CO2-uitstoot van onze industrie. Het Rijk erkent dat de opgaven voor de regionale en lokale overheden groot zijn  en heeft SPUK-middelen ingezet voor de energie- en klimaattransitie. De komende 3-5 jaar kunnen provincies en gemeenten deze middelen aanwenden om extra capaciteit (menskracht en onderzoeksgelden) aan te trekken om zo de energie- en klimaatopgave in een versnelling te brengen. Onder regie van het Rijk worden er ‘maatwerk-afspraken’ met de grote industriële bedrijven gemaakt. Tegelijkertijd is energievoorziening voor onze burgers, maar ook onze bedrijven en instellingen een basisvoorziening. De overvolle elektriciteitsnetwerken van TenneT en Enexis zorgden in 2021 al voor ‘congestie’, ‘netschaarste’ en zelfs een stop op nieuwe aansluitingen. Dat niet alleen, ook de milieu- en gezondheidsaspecten waarbij provincies als bevoegd gezag voor de grote inrichtingen verantwoordelijk zijn, zijn hoger op de politieke agenda komen te staan. Met het ingaan van de nieuwe Omgevingswet per 1-1-2024 wordt een gezonde en veilige leefomgeving meer dan ooit een kerntaak voor de provincie en de Limburgse gemeenten. Het rapport van de Zuidelijke Rekenkamer over het provinciaal beleid van vergunningen, toezicht en handhaving (VTH-beleid) stelt dat dit robuuster vormgegeven dient te worden. 
Voor 2023 geldt dat de Provinciale Energie Strategie (PES) als het gaat om financiële middelen volledig besteed zullen zijn. In maart 2023 heeft u de vierde voortgangsrapportage ontvangen en wordt tevens een doorkijk geboden voor dit jaar. Een aantal elementen lichten wij hierbij eruit.

Het werken aan een toekomstbestendige energie-infrastructuur blijft topprioriteit. Het Rijk en netbeheerders hebben hier primair de eerste verantwoordelijkheid, maar we werken als provincie aan een provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) om onze energievoorziening optimaler, efficiënter en vooral ook tijdig beschikbaar te hebben. Voor nu, maar ook in de toekomst. Dat vergt ook grote investeringen zoals de aanleg van een 380kV-kabel van Maasbracht naar Graetheide, de aanpak van de onderstations door Enexis, de aanleg van de Delta-Rhine Corridor en het realiseren van afspraken met het Rijk over de duurzame opwek én inpassing van wind- en zonne-energie. Genoemde ontwikkelingen hebben ook een grote ruimtelijke impact en dienen ingepast te worden in het ruimtelijk traject dat de Provincies met het Rijk is aangegaan: van het aanbieden van het ruimtelijk voorstel in oktober 2023 naar het ruimtelijk arrangement met het Rijk eind 2023 (in aanloop naar een nieuw POVI). Uiteraard raakt dat ook de rol van de Provincie in het Regionale Energie Strategieën. Dat betekent ook werken aan de energievoorzieningen van overmorgen, zoals het consortium dat in Limburg gevormd is rondom kleine modulaire kernreactoren (SMR’s), nieuwe experimenten rondom batterijopslag of de uitrol van warmtenetten (grootschalig zoals Mijnwater of kleinschaliger via stimuleringsregelingen). Voor Het Groene Net Zuid (HGN Zuid) werken we met partners samen in het Warmtenet Zuid-Limburg aan een governancestructuur, een gedegen bronnenstrategie en een aanvraag bij het Just Transitions Mechanism van de Europese Investeringsbank. De gepresenteerde aanpak voor energiearmoede is in uitvoering in nauwe samenspraak met gemeenten en corporaties. En na de laatste verhoging van € 50 mln. euro van het Limburgse fonds DuurzaamThuis, zal dit succesvolle instrument in oktober 2023 beëindigd worden, waarna burgers terecht kunnen bij het landelijk Warmtefonds tegen ongeveer vergelijkbare lening-tarieven. We blijven ons inzetten om in samen met de woningcorporaties en gemeenten een versnelling in de verduurzaming van de gebouwde omgeving te realiseren, ook om de energielasten van de Limburgers te beperken.

Maar naast stimuleren zijn wij ook bevoegd gezag bijvoorbeeld als het gaat om het toepassen (via de RUD Zuid-Limburg) van de energiebespaarplicht bij grote bedrijven en instellingen. In oktober 2023 presenteren wij samen met de RUD een eindevaluatie met oog voor een structurele doorwerking van de reeds gepleegde inzet. Wij zijn partner van het Rijk als het gaat om het realiseren van maatwerk-afspraken in de reductie van CO2 en N2O bij grote Limburgse bedrijven op bijvoorbeeld Chemelot. Als bevoegd gezag verlenen wij vergunningen en zien toe en indien nodig handhaven wij milieuregels en (nieuwe) normen over een breed scala van onderwerpen (stoffen, geluid, licht, geur etc.). In het nieuwe Beleidsplan en Uitvoeringsprogramma van ons VTH-beleid zullen wij nader ingaan op deze ontwikkelingen en zullen ook de aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer betrokken worden. Tevens verkennen wij de mogelijkheden om – mede in het licht van het ingaan van de nieuwe Omgevingswet – de wijze waarop het milieubeleid de komende jaren geactualiseerd en uitgewerkt kan worden.  Tijdens de Statenvergadering van 10 februari 2023 is het rapport van de Zuidelijke Rekenkamer inzake vergunningverlening, toezicht en handhaving behandeld. Hierbij heeft gedeputeerde Van Toorenburg onder meer toegezegd om Provinciale Staten eind 2023 te informeren over de structurele VTH-aanpak, inclusief benodigde capaciteit en budget welke verankerd zal moeten worden als structurele financiering in de Provinciale begroting (toezegging 9256) om te streven naar een robuuster VTH stelsel. De beschikbare capaciteit voor de uitvoering van de VTH-taken is gebaseerd op het wettelijk vereiste minimumniveau. Door een aantal ontwikkelingen en trends in 2023, waarover Provinciale Staten op 16 mei 2023 zijn geïnformeerd, staat die capaciteit verder onder druk.

 

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

Voor de uitvoering van bestaand beleid zijn bij dit programma de volgende wijzigingen in de begroting 2023 belangrijk: 

  • Op 6 september 2022 hebben Gedeputeerde Staten ingestemd met het indienen van een financiële ondersteuningsaanvraag bij het EU-LIFE programma als basis voor het opstellen van een strategisch integraal plan voor de transitie naar een circulaire economie. Deze aanvraag is door de Europese Commissie op 28 november 2022 gehonoreerd en dat betekent dat nu de fase is ingegaan voor het opstellen van een Strategisch Integraal Action Plan Circulaire Economie (SIP-CE).  De inschatting is dat voor het opstellen van het SIP (fase 1 en fase 2) een bedrag van €  0,15 mln. benodigd is. Deze komt voor €  0,12 mln. ten laste van bestaande middelen. De overige € 0,03 mln. komt uit de verkregen TA-LIFE subsidie uit Europa.   
  • In het kader  van het Meerjarig Programma Bodem en ondergrond (2016-2022) vindt in 2023 nog een afrondende aanpak van een beperkt aantal bodemverontreinigingen plaats.  Voorts vindt een inventarisatie van PFAS-bronlocaties plaats. In verband met de nieuwe Omgevingswet (Ow) wordt het project “warme overdracht en implementatie OW-bodemtaken afgerond.  In 2023 worden de lasten hiervoor in totaal begroot op € 0,23 mln.

  • Vanuit het Rijk hebben we  Specifieke Uitkeringen ontvangen van € 0,62 mln. voor de uitvoering van het Schone Lucht akkoord en voor het ontzorgen van klein maatschappelijk vastgoedeigenaren bij het verduurzamen van gebouwen. 

Per saldo sluit de wijziging met een nadelig verschil op dit programma van € 0,12 mln.  Dit wordt gedekt door een voordelig verschil uit een ander programma en is daarmee resultaatneutraal.  

Bedragen x €1.000
Exploitatie Wijziging begroting 2023 Voorjaarsnota
Lasten
5 Milieu, energie en klimaat
511 Energie -188
512 Duurzaamheid en circulaire economie 379
513 Milieu 715
514 Bodem en ondergrond 234
515 Vergunningen, toezicht en handhaving -37
591 Kapitaallasten programma milieu, energie en klimaat 7
Totaal 5 Milieu, energie en klimaat 1.110
Totaal Lasten 1.110
Baten
5 Milieu, energie en klimaat
511 Energie 1.185
512 Duurzaamheid en circulaire economie 55
513 Milieu 625
Totaal 5 Milieu, energie en klimaat 1.865
Totaal Baten 1.865
Saldo van baten en lasten 755
Stortingen
5 Milieu, energie en klimaat
511 Energie 1.115
Totaal 5 Milieu, energie en klimaat 1.115
Totaal Stortingen 1.115
Onttrekkingen
5 Milieu, energie en klimaat
514 Bodem en ondergrond 234
Totaal 5 Milieu, energie en klimaat 234
Totaal Onttrekkingen 234
Saldo mutatie reserves -881