2. Samen leven en bestaanszekerheid

Samen leven en bestaanszekerheid

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Samen leven en bestaanszekerheid

In 2025 zetten we grote stappen in de uitvoering van de acties uit het beleidskader en de nadere uitwerking die daar in 2024 uit is voortgekomen (bijv. actie- en aanvalsplannen). Over het algemeen liggen we binnen dit programma op koers. Sommige in de doelenboom opgenomen resultaten realiseren we reeds dit jaar, voor anderen geldt dat we in 2025 de volgende stap zetten om dit resultaat in 2026 of 2027 te realiseren. We verwachten dan ook dat dat we aan de hand van het indicatorenplan op langere termijn positieve effecten binnen onze doelstellingen gaan zien. Kanttekening daarbij is dat de onderliggende maatschappelijke problematiek binnen dit programma divers en hardnekkig is en het bereiken van vooruitgang een lange adem vraagt. Bovendien zijn we voor het behalen van de door ons gewenste resultaten en doelstellingen afhankelijk van de samenwerking  met een groot en divers aantal maatschappelijke partners. Onze invloed als Provincie is binnen de maatschappelijke opgaves van dit programma beperkt, maar zeker niet onbelangrijk.

Ons beleidskader

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Ons beleidskader

Het Beleidskader Samen leven en bestaanszekerheid 2024-2027 is op 5 april 2024 door Provinciale Staten vastgesteld. Middels dit kader wordt uitvoering gegeven aan de doelen en ambities die beschreven staan in hoofdstuk 3 Samen leven en bestaanszekerheid van het coalitieakkoord 2023-2027 'Elke Limburger telt!'.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Wat willen we bereiken?

2.1. Sociale agenda

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Wat willen we bereiken? - 2.1. Sociale agenda

Ten aanzien van de Sociale agenda streven we deze collegeperiode de volgende doelstellingen na:

  • In 2027 zijn er minder laaggeletterden, laagdigivaardigen en mensen in armoede dan in 2023.
  • In 2027 participeren er meer jongeren op de arbeidsmarkt dan in 2023.
  • In 2027 zijn er meer jongeren die voldoende bewegen en gezond eten dan in 2023.
  • In 2027 zijn er relatief meer bewust gekozen zwangerschappen dan in 2023.
  • In 2027 worden kinderen uit een kwetsbare thuissituatie eerder herkend, erkend en ondersteund door hun netwerk.
  • In 2027 voelen bewoners in geselecteerde wijken/buurten zich meer thuis dan in 2023.
  • In 2027 is er in de geselecteerde wijken/buurten meer buurtcontact dan in 2023.
  • In 2027 zijn er meer vrijwilligers- en bewoners-initiatieven dan in 2023.

Wat merkt de Limburger ervan?

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder gepresenteerd.

Aantal laaggeletterde Limburgers dat effectieve ondersteuning heeft gekregen (D_7a)

Dit betreft het in 2023 door Limburgse bibliotheken aantal bereikte personen vanuit de kernfunctie 'educatie en ontwikkeling'. Deze doelgroep bestaat niet alleen uit laaggeletterden, maar ook uit andere personen die hun basisvaardigheden willen versterken. Data van 2024 komen in juni 2025 beschikbaar. 

Bron: Cubiss
Aantal laagdigivaardige Limburgers dat effectieve ondersteuning heeft gekregen (D_7b)

Dit betreft het aantal personen dat in een peiljaar bij een Limburgse bibliotheek ondersteuning heeft gekregen bij een Informatiepunt Digitale Overheid (IDO).

Bron: Cubiss
Aandeel huishoudens met een (langdurig) laag inkomen (D_7c)

Deze grafiek bevat uitkomsten over huishoudens met een relatief laag inkomen. De uitkomsten worden uitgesplitst naar huishoudenskenmerken als geslacht en leeftijd van de hoofdkostwinner, en de huishoudenssamenstelling en voornaamste inkomensbron van het huishouden. Voor de indeling naar hoogte van het inkomen worden twee inkomensgrenzen gehanteerd: de lage-inkomensgrens en het beleidsmatig minimum. Voor deze indelingen wordt het aantal huishoudens gepubliceerd, zowel absoluut als in procenten van de totale populatie. De tabel bevat ook gegevens over het aantal huishoudens dat langdurig (4 jaar en langer) van een inkomen onder de gebruikte inkomensgrens moest rondkomen. De uitkomsten worden onder meer gebruikt in rapportages over armoede.
De gegevens hebben betrekking op alle particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar. Studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden zijn buiten beschouwing gebleven.

De data laten een opvallende afname zien in 2023. Dit is onderdeel van een landelijke trend en kan verklaard worden door de nieuwe definitie van ‘armoede’ die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) eind 2024 gepresenteerd.  In die nieuwe methode worden de werkelijke kosten die mensen hebben aan wonen en energie meegenomen in plaats van gemiddelden. Daarnaast is gekeken of huishoudens een financiële buffer hebben. Op basis van de nieuwe definitie leven er circa 280.000 minder mensen in armoede dan op basis van de oude definitie. Ook speelt mee dat het Rijk in 2023 een Tijdelijk Noodfonds Energie heeft opgericht om huishoudens met een laag inkomen en een hoge energierekening te ondersteunen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2016.

Status van de cijfers:
De cijfers over de jaren 2016 - 2022 zijn definitief.
De cijfers over 2023 zijn voorlopig. Nieuwe cijfers worden verwacht in december 2025, en zullen verschijnen in een nieuwe tabel.

Bron: CBS Statline
Aandeel huishoudens met problematische schulden (D_7d)

Voor de aanpak van probleemschulden is behoefte aan kwantitatieve informatie over de schuldenproblematiek in Nederland. Hoe omvangrijk is deze? Hoe ontwikkelt deze zich? Wat kenmerkt problematische schuldenaren? Zijn bepaalde levensgebeurtenissen een voorbode van probleemschulden? Met welke andere problemen hangen problematische schulden samen? Zijn er verschillen tussen gemeenten? Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gevraagd de beschikbare cijfers op een rij te zetten om deze vragen te kunnen beantwoorden.

Onderstaand grafiek bevat de uitkomsten van onderzoek naar huishoudens met geregistreerde problematische schulden. De cijfers hebben betrekking op de periode 2020 tot en met 2024 en komen voort uit onderzoek op basis van registerdata. Per verslagjaar wordt steeds de situatie op 1 januari van het betreffende jaar weergegeven. 

Bron: CBS Statline
Percentage jongeren (15-27 jaar) die betaald werk hebben (D_8a)

Het betreft het percentage jongeren (15-27 jaar) die betaald werk hebben. Het percentage betreft ook jongeren die naast hun betaalde baan onderwijs volgen, een uitkering ontvangen of  geregistreerd staan als werkzoekende.

Bron: CBS Statline
Percentage Limburgse jongeren die voldoen aan de bewegingsrichtlijnen (D_9a)

Het betreft het percentage jongeren uit het tweede en vierde leerjaar (12 – 17 jaar) van het voortgezet onderwijs dat vijf of meer dagen per week minstens 1 uur sport of beweegt.

Het landelijk gemiddelde betreft 44,7%.

De nulmeting betreft het jaar 2023. 

De Gezondheidsmonitor Jeugd van het RIVM / GGD wordt eens in de vier jaar herhaald.

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Aantal tienerzwangerschappen (D_10a)

Het cijfer betreft het totaal aantal tienermoeders (19 jaar en jonger per 1 januari van het referentiejaar). De ontwikkeling van het aantal tienermoeders geeft een indicatie van de mate van bewust gekozen zwangerschappen. De nulmeting betreft het jaar 2023.

De cijfers over 2024 komen in februari 2026 beschikbaar.

Bron: Provincie Limburg
Aantal abortussen (D_10b)

De ontwikkeling van het aantal abortussen geeft een indicatie van de mate van bewust gekozen zwangerschappen. Het jaar van de 0-meting is 2023. 

De cijfers over 2024 komen in februari 2026 beschikbaar.

Bron: Provincie Limburg
Aantal meldingen bij Veilig Thuis en Handle with Care (D_11a)

Veilig Thuis
Veilig Thuis-organisaties zijn het advies- en meldpunt voor (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Slachtoffers, omstanders en professionals kunnen contact opnemen met Veilig Thuis als zij een vermoeden hebben van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Veilig Thuis kan advies en ondersteuning geven over wat de beller zelf kan doen. Is dit niet mogelijk of is de situatie te complex of ernstig? Dan kan de beller een melding doen en komt Veilig Thuis in actie.

Advies: Een op de behoefte van de adviesvrager afgestemde set van aanwijzingen, raadgevingen en tips die Veilig Thuis met de adviesvrager deelt, met als doel de adviesvrager in staat te stellen zelf verder te kunnen handelen in situaties van huiselijk geweld en/of kindermishandeling of bij een vermoeden daarvan. De adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor eventuele verdere stappen, Veilig Thuis onderneemt geen enkele verdere actie richting de directbetrokkenen bij het huiselijk geweld of de kindermishandeling. 

Melding: Het kenbaar maken aan Veilig Thuis van een situatie of vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling met vermelding van de persoonsgegevens van de betrokkene(n). Het verschil met een advies is dat bij een melding de verantwoordelijkheid voor het zicht op de veiligheid van de directbetrokkenen is overgedragen van de melder aan Veilig Thuis. 

Cijfers van 2025 worden verwacht begin 2026.

Handle with care meldingen vanuit Veilig Thuis

Handle With Care is een initiatief van Veilig Thuis, politie en leerplicht om leerlingen tussen de 4 en 12 jaar te beschermen tegen huiselijk geweld. Het doel is om kinderen die thuis een ernstig incident op het gebied van huiselijk geweld meemaken, op school snel van sociale steun te voorzien. Deze steun is belangrijk om de korte- en langetermijneffecten van deze ervaring te verminderen.

In 2024 zijn 665 Handle with Care signalen vanuit Veilig Thuis doorgezet naar leerplicht. Dit betreft alleen de regio Zuid-Limburg, omdat Handle with Care nog niet actief is in Noord- en Midden-Limburg. In 2025 verwachten wij ook aansluiting van de regio's Noord- en Midden-Limburg.  De cijfers over 2025 betreffen de periode tot en met mei.

Het aantal Handle with Care signalen kan in de praktijk afwijken, omdat er nog een aantal signalen wordt uitgefilterd van kinderen die buiten het project vallen (bijvoorbeeld kinderen in de brugklas, kinderen die geen onderwijs krijgen door een 5B-vrijstelling of kinderen die in een andere regio naar school gaan). 

2023 is het jaar van de nulmeting. De methode is in dat jaar gestart  waardoor er geen cijfers over voorgaande jaren beschikbaar zijn. Tot september deed alleen Heerlen mee. Van september t/m december ook de rest van Parkstad. 

De cijfers van Handle with Care in 2025 betreffen de periode tot en met mei.

Bron: CBS Statline
Publieke en maatschappelijke organisatie
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Handle With Care
-
-
-
-
-
665
349
Veilig Thuis
6.170
6.835
6.935
8.060
8.340
8.935
-

2.2. Krachtige gemeenschappen in wijken en dorpen

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Wat willen we bereiken? - 2.2. Krachtige gemeenschappen in wijken en dorpen

Ten aanzien van krachtige gemeenschappen in wijken en dorpen streven we deze collegeperiode de volgende doelstelling na:

  • In 2027 zijn de Limburgse wijken, buurten en dorpen leefbaarder en veiliger geworden dan in 2023.

Wat merkt de Limburger ervan?

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicator die reeds beschikbaar is, is hieronder gepresenteerd.

Omschrijving activiteiten en uitgevoerde initiatieven (D_14b)

Sinds de lancering van het Limburgs actieplan vrijwilligers (7 december 2024, op de Dag van de Vrijwilliger) zijn er reeds een paar uitvoerende stappen ondernomen op het gebied van communicatie. Zo is er een portretreeks gestart, waarin de verhalen en ervaringen van vrijwilligers uit verschillende domeinen (zoals maatschappelijke organisaties, natuur en water, en erfgoed) doorlopend tot en met 2027 worden belicht. Deze reeks doet het vooral op LinkedIn goed (tussen de 92-108 likes) en wordt zelfs buiten de provincie opgepikt, onder andere door de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast worden er gesprekken gevoerd met een aantal sociale fondsen over een mogelijke samenwerking op het gebied van financiering voor projecten en initiatieven van vrijwilligers. Ook is er een provinciaal vrijwilligerscompliment in voorbereiding. In Q1 en Q2 van dit jaar gaan we aan de slag met de (verdere) uitvoering / verkenning van 7 acties uit het actieplan. Er zijn 10 acties in totaal. We zullen alle acties dit jaar starten en deels in uitvoering brengen. In de jaren 2026 en 2027 wordt er op dezelfde manier vorm gegeven aan het vervolg van deze 10 acties.

Percentage Limburgers die het (helemaal) eens is met de stelling: 'Ik voel mij thuis bij mensen in deze buurt'. (D_12a)

Deze tabel bevat cijfers over leefbaarheid en overlast in de woonbuurt, veiligheidsbeleving, slachtofferschap traditionele criminaliteit, slachtofferschap online criminaliteit, oordeel van burgers over de politie, en preventie van criminaliteit. De cijfers (vanaf 2012 - tweejaarlijks beschikbaar) laten een stabiel beeld zien, vanaf 2019 is een verbetering zichtbaar. 

Bron: CBS Statline
Percentage Limburgers die het (helemaal) eens is met de stelling: 'Ik heb veel contact met andere buurtbewoners'. (D_13a)

Deze tabel bevat cijfers over leefbaarheid en overlast in de woonbuurt, veiligheidsbeleving, slachtofferschap traditionele criminaliteit, slachtofferschap online criminaliteit, oordeel van burgers over de politie, en preventie van criminaliteit. De cijfers (vanaf 2012 - tweejaarlijks beschikbaar) laten een stabiel beeld zien, vanaf 2019 is een verbetering zichtbaar. 

Bron: CBS Statline
Percentage Limburgers dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt (D_15a)

Betreft cijfers uit de CBS veiligheidsmonitor. Landelijk lag het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt in 2023 op 15%.

Tot en met 2017 werd de Veiligheidsmonitor jaarlijks uitgevoerd. Daarna vindt de Veiligheidsmonitor plaats in de oneven jaren: 2019, 2021, 2023 en de volgende in 2025.

In verband met wijzigingen in de vraagstelling kunnen eerdere gegevens niet worden meegenomen in de trend.

De data van 2025 worden halverwege 2026 verwacht.

Bron: CBS Statline
Schaalscore sociale cohesie (D_15b)

Sociale cohesie is opgebouwd vanuit een veiligheidsmonitor van het CBS  en bestaat uit verschillende onderdelen over de sociale aspecten van een woonbuurt. 

Vanaf 2021 betreft het een achttal stellingen: 
•    Mensen kennen elkaar nauwelijks
•    Mensen gaan prettig met elkaar om
•    Gezellige buurt waar men elkaar helpt
•    Voel mij thuis bij mensen in deze buurt
•    Veel contact met andere buurtbewoners
•    Tevreden met samenstelling bevolking
•    Durf mijn huissleutel te geven
•    Mensen spreken elkaar aan op gedrag

Tot en met 2019 is er gebruikgemaakt van de onderstaande set stellingen:

•    Mensen kennen elkaar nauwelijks
•    Mensen gaan prettig met elkaar om
•    Gezellige buurt met veel saamhorigheid
•    Voel mij thuis bij mensen in deze buurt
•    Veel contact met andere buurtbewoners
•    Tevreden met samenstelling bevolking

Tot en met 2017 werd de Veiligheidsmonitor jaarlijks uitgevoerd. Daarna vindt de Veiligheidsmonitor plaats in de oneven jaren: 2019, 2021, 2023 en de volgende in 2025.

De data van 2025 worden halverwege 2026 verwacht.

Bron: CBS Statline
Trend in de buurt met sociale overlast (D_15c)

Betreft het percentage Limburgers die veel overlast ervaren van één of meerdere vormen van sociale overlast:

1. Dronken mensen op straat
2. Verwarde personen 
3. Drugsgebruik, bijv. op straat of bij coffeeshops
4. Drugshandel
5. Overlast door buurtbewoners
6. Mensen die op straat worden lastiggevallen
7. Rondhangende jongeren

Tot en met 2017 werd de Veiligheidsmonitor jaarlijks uitgevoerd. Daarna vindt de Veiligheidsmonitor plaats in de oneven jaren: 2019, 2021, 2023 en de volgende in 2025.

Door wijzigingen in de vraagstellingen en in de onderzoeksopzet zijn de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 en 2023 niet zonder meer te vergelijken met die van de eerdere edities van de Veiligheidsmonitor. 

De data van 2025 worden halverwege 2026 verwacht.

Bron: CBS Statline

2.3. Sport en bewegen

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Wat willen we bereiken? - 2.3. Sport en bewegen

Ten aanzien van Sport en Bewegen streven we deze collegeperiode de volgende doelstellingen na:

  • In 2027 voldoen meer Limburgers aan de beweegrichtlijn dan in 2023.
  • In 2027 worden er meer Limburgers bereikt door de sport-/beweeg­activiteiten van de sociale basisinfrastructuur dan in 2023.

Wat merkt de Limburger ervan?

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. Hierbij is de Provincie natuurlijk ook afhankelijk van partners en andere autonome ontwikkelingen. De indicator die reeds beschikbaar is, is hieronder gepresenteerd.

Percentage Limburgers dat aan de beweegrichtlijnen voldoet (D_17a)

Een persoon voldoet aan de beweegrichtlijn als hij/zij 2,5 uur per week matig intensief beweegt en daarnaast 2 uur per week spier- en botversterkende activiteiten uitvoert. Voor ouderen komen daar nog balansoefeningen bij. Balansoefeningen zijn op dit moment niet meegenomen in de beweegrichtlijn. De hoeveelheid beweging wordt ingeschat op basis van een uitgebreide vraag waarin mensen kunnen aangeven hoe veel uur per week zij besteden aan verschillende activiteiten, zoals lopen of fietsen naar werk of school, huishoudelijke activiteiten, vrije tijd, en sport.

De cijfers betreffen Limburgers van 18 jaar en ouder.

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Uitvoering begroting 2025: budgetrealisatie

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Uitvoering begroting 2025: budgetrealisatie

De lasten van de gewijzigde begroting 2025 voor dit programma tot aan deze najaarsnota bedragen € 26,38 mln., bestaande uit € 24,49 mln. reguliere middelen, € 1,89 mln. personeelskosten.

In onderstaande grafiek presenteren wij alleen de reguliere middelen vanwege de beïnvloedbaarheid van deze posten. Het betreft de bestedingen en juridische verplichtingen tot 8 september 2025 (gerealiseerd) en de op dat moment resterende vrije ruimte binnen de vastgestelde budgetten.

De realisatie van de exploitatiemiddelen over 2025 bedraagt tot 8 september 2025 afgerond 63%. Van het resterende deel € 8,96 mln. wordt bij deze najaarsnota geen bedrag doorgeschoven naar 2026.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - 2. Samen leven en bestaanszekerheid - Wat mag het kosten?

In deze Najaarsnota 2025 wordt het budget voor het programma Samen Leven en Bestaanszekerheid aangepast op basis van de hierboven beschreven voortgang.

Wij stellen voor om € 0,59 mln. extra geld toe te voegen aan het budget voor het gratis bibliotheeklidmaatschap. Dit bedrag wordt gedekt uit de Programmareserve Sociale Agenda.

In verband met de faseringen bij de Leefbaarheidsaanpak wordt de Programmareserve Sociale Agenda in 2025 minder aangewend (€ 0,67 mln.).

Per saldo betekent dit een verlaging van de aanwending van de Programmareserve van € 0, 08 mln.

Daarnaast gaan de personeelskosten elk jaar met € 0,08 mln. omhoog, vanwege de CAO loonstijgingen.

Door deze wijzigingen blijft het totale budget van het programma (lasten en stortingen in de reserves) vrijwel gelijk (€ 26,37 mln.).

Voor meer informatie verwijzen wij naar de toelichtingen op product-niveau onder ‘Wat gaan we daarvoor doen?’, bij het onderdeel Geld.

Bedragen x €1.000