
4.2.2. Vergunningen, toezicht en handhaving
Wij versterken de VTH-keten waardoor de kwaliteit van de uitvoering van de provinciale bevoegd gezag rol verbeterd wordt. Deze bevoegd gezag rol ziet toe op de Omgevingswet, Mijnbouwwet, Luchtvaartwet en de Omgevingsverordening Limburg.
De werkzaamheden bestaan uit het verlenen van vergunningen en ontheffingen, het afhandelen van meldingen, het houden van toezicht en bij overtredingen het handhavend optreden (bestuursrechtelijk en strafrechtelijk) hierop. Het afhandelen van handhavingsverzoeken en klachten/meldingen maakt hier ook onderdeel van uit.
De wijze waarop de bevoegd gezag rol wordt ingevuld, staat beschreven in de Uitvoering- en handhavingsstrategie 2024 en in het VTH-uitvoeringsprogramma.
Wij onderschrijven de ambitie van het Interbestuurlijk Programma VTH om te komen tot een robuuster VTH-stelsel. Het implementeren van de aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer ten aanzien van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (hierna: OD ZL) is daar onderdeel van. Dit betekent een investering in de uitvoeringscapaciteit van zowel de OD ZL als het cluster VTH.
Voor alle omgevingsdiensten geldt dat ze op 1 april 2026 robuust moeten zijn. De Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) en de Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord (RUD LN) hebben in 2024 plannen van aanpak opgesteld om te gaan voldoen aan de robuustheidscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het Ministerie van I&W heeft deze plannen beoordeeld en op haalbaarheid geanalyseerd. Het Ministerie heeft ons laten weten dat de verwachting is dat de ODZL per 1 april 2026 kan voldoen aan de robuustheidscriteria (concept beoordeling). Ten aanzien van de RUD LN geldt dat er nog veel stappen te nemen zijn. In het bedrijfsplan van de RUD LN zijn de te nemen stappen om robuust te worden opgenomen (mededeling portefeuillehouder d.d. DOC-00762991). Vooralsnog heeft dit geen financiële consequenties voor de Provincie.
Rol Provincie: toetser, bevoegd gezag, financier
Wat gaan wij in 2025 doen om onze doelen te behalen?
- Wij zetten in op het voorkomen van aantasting van de leefomgeving of het voorkomen van het ontstaan van risico’s voor de leefomgeving;
- Wij leveren een bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken door het opstellen van heldere, transparante en handhaafbare vergunningen. Dit doen wij zo veel mogelijk binnen de gestelde beslistermijn;
- We proberen de kans op het ontstaan van risico’s voor de fysieke leefomgeving zo veel mogelijk te beperken door onze toezichtcapaciteit zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten. We werken daarom regiogericht op basis van vooraf gemaakte, risicogerichte keuzes;
- Indien overtredingen plaatsvinden treden wij handhavend op. Dit doen wij op een transparante manier door aan te sluiten bij de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingswet;
- Alle werkzaamheden worden conform het VTH Uitvoeringsprogramma 2025 uitgevoerd.
We streven ernaar aanvragen/verzoeken binnen de wettelijke termijn af te handelen en houdbare vergunningen te verlenen. Dit uit zich doordat bij aanwenden bezwaar/beroep (zowel vergunningen als toezicht en handhaving) zo min mogelijk zaken gegrond zijn. En wanneer het naleefgedrag van de overtreder na de eerste constatering van overtreding hoog is.
In 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Afgelopen jaar hebben wij hier al ervaring mee opgedaan. Meervoudige aanvragen hebben nog steeds niet plaatsgevonden. Dat kan in 2025 veranderen. Dit heeft mogelijk gevolgen voor het kwaliteitsniveau van de uitvoering van onze VTH-taken. In het tweede kwartaal van 2025 wordt het VTH jaarverslag 2024, waarin de uitgevoerde werkzaamheden, ontwikkelingen en in hoeverre voldaan wordt aan de doelen en indicatoren (Uitvoering en handhavingsstrategie) opgenomen zijn, aan uw Staten toegezonden.
De motie 3122 Wolters Gregorio c.s. inzake 'Geen Beaumix in Limburg' is uitgevoerd. De brieven, waarin wij een oproep hebben gedaan om met de groots mogelijke snelheid duidelijkheid te geven over eventuele aangescherpte richtlijnen voor de toepassing van secundaire bouwstoffen en met name voor bodemassen, zijn verstuurd aan de Minister van l&W, Directeur Rijkswaterstaat en alle gemeenten (zie MPH 29 oktober 2024 (DOC-00708878). In de reactiebrief van het Ministerie van lnfrastructuur en Waterstaat (zie MPH 4 februari 2025 (DOC-00741434) is aangegeven dat binnen de herijking van de bodemwet -en regelgeving invulling wordt gegeven aan de oproep. Wij hebben tot op heden nog geen vergunningaanvraag vanuit Rijkswaterstaat ontvangen in relatie tot het gebruik van AVI bodemassen, waaronder Beaumix, bij de verbreding van de A2. Conform toezegging 9554 zullen wij PS actief informeren over de uitkomst, zodra GS over een dergelijke aanvraag een besluit hebben genomen.
De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de termijn van het collegeprogramma 2023-2027.
De uitvoering van de VTH-taken vindt plaats binnen de daarvoor geldende termijnen.
Voor de uitvoering van product 4.2.2. wordt het budget in 2025 e.v. jaren verhoogd met € 3,40 mln. Dit betreft de structurele ophoging van budget voor de jaarlijkse opdracht aan de OD ZL, overeenkomstig het gekozen robuustheidsscenario met toepassing van de standaardvariant. Het betreft het statenbesluit van 21 maart 2025 (G-25-002). De dekking van deze budgetophoging komt uit het begrotingsresultaat.
Daarnaast is het budget voor Maatwerkafspraken Vergunningverlening € 0,41 mln. verplaatst naar product 4.1.1.