7.2.2. Openbaar vervoer

De Provincie Limburg is concessieverlener van het regionale openbaar vervoer in Limburg. Arriva is sinds december 2016 concessiehouder en verzorgt sindsdien het regionale trein- en busvervoer in Limburg. 

We willen een aantrekkelijk, duurzaam en toegankelijk openbaar vervoer met goede aansluitingen en actuele reisinformatie. Het Limburgse openbaar vervoersysteem is een vitaal basiselement binnen de Limburgse mobiliteit en de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem. 

Het aantal reizigers in het openbaar vervoer in Limburg is lager dan in 2019. Hierdoor staat de concessie onder (financiële) druk. De komende jaren blijft het financieel en economisch evenwicht in het openbaar vervoer een opgave.

De internationale verbindingen zijn opgenomen onder product 7.3.1.

Rol Provincie: bevoegd gezag, toetser, financier, partner

Wij gaan in 2026 verder met de uitvoering van het Beleidskader 2024-2027 'Een Bereikbaar en Toegankelijk Limburg’. 

• Arriva blijft volgens de concessieafspraken uitvoering geven aan de concessie.
• We geven een impuls aan de bereikbaarheid van het platteland. We zullen dit samen met partners benaderen vanuit het concept publieke mobiliteit. In 2026 werken we met onze partners verder aan de samenwerking rond publieke mobiliteit en zijn we gestart met de eerste uitwerkingen van dit concept in concrete initiatieven.
• In 2026 monitoren en analyseren we de effecten van Dal Vrij Limburg, sturen we bij waar nodig en rapporteren hierover.
• In 2026 geven we verder invulling aan het Uitvoeringsprogramma Toegankelijkheid dat in 2024 is vastgesteld. Dit betekent onder andere het blijven verlenen van reisassistentie en het toegankelijk maken van haltes/busstations met de beschikbare middelen.
• In 2026 geven we uitvoering aan de subsidieregeling Wensbus. We monitoren de voortgang conform de subsidieregeling.
• In 2026 begint de landelijke uitrol van de OV-pas als opvolger van de OV-chipkaart. We spelen met het productenpalet in op nieuwe kansen en mogelijkheden van OVPay. We zijn tevreden als de nieuwe producten beschikbaar zijn en gebruikt worden door de reizigers.
• Nadat in 2025 de samenwerking met grensoverschrijdende vervoersautoriteiten is geïntensiveerd starten we in 2026 in enkele regio's met gezamenlijk onderzoek naar toekomstbestendige grensoverschrijdende busverbindingen.
• Het Convenant ‘Decentralisatie stoptreindiensten Roermond-Maastricht Randwyck en Sittard-Heerlen in Limburg’ is per 1 januari 2025 beëindigd. In dit convenant heeft het Rijk de intentie uitgesproken om tot passende afspraken te komen over de exploitatiebijdrage voor de gehele regionale concessieperiode (t/m 2031). In het BO MIRT is met de staatssecretaris afgesproken dat hier in de eerste helft van 2025 afspraken over worden gemaakt. Vanwege de val van het Kabinet is vertraging ontstaan in het vastleggen van nieuwe afspraken.
• In december 2031 eindigt de bestaande OV-concessie welke is verleend aan Arriva. De provincie is wettelijk verplicht tijdig een opvolgende OV-concessie te verlenen. In 2026 stellen we een Nota van Uitgangspunten op om tijdig keuzes te kunnen maken voor de aanbesteding en implementatie van een nieuwe concessie.

Het concessiebeheer en het ontwikkelen van het Limburgse openbaar vervoer is een continu proces. De onder 'omschrijving' genoemde onderwerpen worden in 2026 voortgezet.
 
In 2016 hebben het Rijk en de Provincie Limburg een Convenant ‘Decentralisatie stoptreindiensten Roermond-Maastricht Randwyck en Sittard-Heerlen in Limburg’ afgesloten. Voor de periode 2017 t/m 2024 is op grond van het Convenant door het Rijk een jaarlijkse exploitatiebijdrage van € 6 mln. toegekend, met inbegrip van inflatie. Deze bijdrage is niet verder geïndexeerd.  

We blijven ons inzetten om snel tot de noodzakelijke structurele afspraken te komen. Ten aanzien van het Convenant zijn ten tijde van het opstellen van deze begroting de financiële afspraken nog niet geformaliseerd. Gelet op de intentie van het Rijk om tot verlenging van de financiële afspraak te komen, is in de begroting 2026 rekening gehouden met de Rijksbijdrage. Zodra de nieuwe financiële afspraken zijn geformaliseerd zal het effect van een eventuele wijziging hiervan in een volgend P&C-document worden verwerkt in de exploitatiebegroting van 2026 en verder. We blijven ons inzetten om snel tot de noodzakelijke structurele afspraken te komen. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Om tijdig en grondig te kunnen starten met de aanbesteding van de nieuwe concessie vanaf december 2031 starten we al in 2026 met voorbereidende werkzaamheden, de eerste concrete uitwerking daarvan is de Nota van Uitgangspunten die we eind 2026 voorzien.

Om de gevolgen van de vertraagde realisatie van de Maaslijn op te vangen, en een verlengde exploitatie van de Maaslijn met dieseltreinen mogelijk te maken dient Arriva voor de daarbij optredende meerkosten te worden gecompenseerd. Een daartoe strekkend Statenvoorstel met begrotingswijziging is in september 2025 door uw Staten behandeld.

Het budget voor product 7.2.2. Openbaar vervoer bedraagt € 81,70 mln. Dit bestaat uit 99% reguliere middelen en 1% personeelskosten. De reguliere, structureel geraamde, middelen zijn bestemd voor de bijdrage in de OV concessie.

Nieuwe middelen

Voor de uitvoering van het Beleidskader Een bereikbaar en toegankelijk Limburg zijn in deze begroting voor 2026 € 0,50 mln. (GS 1-7-2025) incidentele lasten opgenomen voor de voorbereiding van de concessie Openbaar Vervoer 2032. Dit bedrag wordt gedekt uit de Programmareserve Bereikbaarheid.