7.2.1. Infrastructuur
Basis op orde in het wegbeheer
De Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen 2024-2027, met daarin vastgelegd het gewenste kwaliteitsniveau 'Basis' voor beheer en onderhoud van wegen, kunstwerken en andere infrastructurele kapitaalgoederen is op 26 april 2024 vastgesteld. Het provinciale infrastructurele areaal voldoet aan het kwaliteitsniveau ‘Basis’.
De onderhouds- en vervangingsplanning van verhardingen en civiele kunstwerken is ook het moment om ingrepen uit het functioneel, natuurinclusief, administratief en duurzaam-circulair kader mee te nemen. In de periode 2024-2027 wordt het onderhoud voor wat betreft het functioneel kader waar mogelijk gecombineerd met de inrichtingseisen uit de Leidraad Inrichting Provinciale infrastructuur (LIPI).
Ook in 2025 geven we uitvoering aan deze nieuwe Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen 2024-2027 en continueren we de uitvoering van de reeds opgenomen weginfrastructuurprojecten in het IPML. Een link naar de Voortgangsrapportage is ook te vinden onder het kopje Beleidskaders.
Rol Provincie: procesmanager, partner
De beschikbare middelen worden geprogrammeerd op basis van onderhoudsprioriteit waarbij, conform de CROW-onderhoudssystematiek het onderhoudsniveau 'Basis' van de provinciale arealen wordt geborgd. Op het moment dat onderhoud wordt uitgevoerd, wordt vanaf 2025 ook gekeken welke maatregelen gecombineerd kunnen worden uitgevoerd om te voldoen aan het functioneel, administratief, duurzaam en circulair kader en natuurinclusief kader. Daarnaast wordt binnen de beschikbare middelen gekeken welke maatregelen op hoog risicolocaties ten behoeve van verkeersveiligheid kunnen worden uitgevoerd.
Het beheren en onderhouden van de provinciale infrastructuur is een continu proces conform de onderhoudsprogrammering die is opgenomen in de verplichte paragraaf 'Onderhoud kapitaalgoederen' als onderdeel van de Programmabegroting 2025. Naar verwachting worden alle onderhoudswerkzaamheden binnen de termijn van de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen NIK 2024-2027 uitgevoerd.
Zoals in de Voorjaarsnota 2025 opgenomen is er bij twee projecten vertraging ontstaan:
- Project N595 Wittemer Allee; de start van de realisatiefase is naar achteren verschoven i.v.m. een beroepsprocedure;
- Fase 1 van project N598 Reconstructie De Hut – De Plank; de start is afhankelijk van stikstof en de planning van kabel- en leidingenbeheerders.
Voor de uitvoering van product 7.2.1. Infrastructuur wordt het budget in 2025 verhoogd met € 7,61 mln. Dit gaat om de volgende wijzigingen in de begroting:
Nieuw
Doorfietsroute Weert-Nederweert
Het Rijk heeft op 12 mei 2025 een specifieke uitkering toegekend voor het realiseren van de doorfietsroute Weert-Nederweert. Voor de realisatie van het provinciale deel wordt een bedrag van € 0,20 mln. toegevoegd aan het investeringskrediet van de N266-N275 Nederweert. Dit bedrag is zowel als last en baat opgenomen in het bij deze Najaarsnota toegevoegde investeringsbesluit. Per saldo heeft dit geen consequenties voor de begroting. Verwezen wordt naar het als bijlage opgenomen investeringskrediet.
Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij (ZLSM)
Voor de ZLSM is een Toekomstvisie ZLSM in voorbereiding, die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026 aan PS wordt voorgelegd. Ter overbrugging van de komende periode zijn middelen nodig om te kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomsten. Maar ook om de geldende overeenkomsten waar nodig te actualiseren, voor de betaling van het door ZLSM uitgevoerd beheer en onderhoud en het voldoen van verzekeringspremies. In 2025 en 2026 wordt hiervoor jaarlijks een bedrag van € 0,19 mln. toegevoegd aan de exploitatiebegroting. Dit bedrag wordt gedekt uit het resultaat.
Budgetbijstellingen
Binnen het product 7.2.1. Infrastructuur vindt een verschuiving plaats tussen een aantal budgetten. Dit heeft te maken met het actualiseren van de verdere doorkijk voor 2025, zoals toegelicht onder het kopje Kwaliteit. Dit heeft geen gevolgen voor het totaal beschikbare bedrag.
In verband met de ontbinding van de Anterieure Overeenkomst Gebiedsontwikkeling VDL Nedcar vinden er verschuivingen plaats binnen de budgetten van dit project:
- € 1,37 mln. blijft in 2025 beschikbaar voor de afhandeling van nog lopende verplichtingen; in 2026 is nog € 10,13 mln. beschikbaar;
- € 0,75 mln. is nodig voor de fietsoversteek Holtummerweg (verwezen wordt naar het als bijlage opgenomen investeringskrediet);
- € 6,25 mln. is nodig voor de dekking van gerealiseerde uitgaven.
Deze bedragen worden gedekt uit de Bruteringsreserve VDL Nedcar. Een restant van de bruteringsreserve (€ 16,47 mln.) valt vrij ten gunste van het resultaat. Voor de herontwikkeling van VDL Nedcar blijft dan nog een bedrag van € 15 mln. gereserveerd in de Bruteringsreserve.
Overige bijstellingen
Bij de Najaarsnota wordt de stelpost kapitaallasten risicocomponent in 2025 verlaagd (€ 0,83 mln.). Dit betreft het in 2025 gereserveerde bedrag voor kapitaallasten voor eventuele ophoging van een investeringskrediet ná het initieel kredietbesluit. In 2025 zijn geen kredieten opgehoogd.
Daarnaast wordt bij de Najaarsnota de begroting van product 7.2.1. Infrastructuur structureel verhoogd met € 0,45 mln. vanwege de CAO-bijstelling van de personeelskosten.