45.879 Uitgaven (x1000)

Status activiteiten

4. Nieuwe energie en leefmilieu

4. Nieuwe energie en leefmilieu

45.879 Uitgaven (x1000)

Status activiteiten

Nieuwe energie en leefmilieu

Terug naar navigatie - Nieuwe energie en leefmilieu

Een Limburg dat vooruit wil heeft energie nodig. Betrouwbare en schone energie. Steeds vaker opgewekt uit duurzame bronnen, zodat de uitstoot van broeikasgassen wordt tegengegaan. De overgang naar duurzame energie zal niet vanzelf gaan en zowel van onze huishoudens als de industrie veel vragen. We zullen samen moeten komen tot een verantwoord tempo, zodat de effecten van verandering voor iedereen te dragen zijn. Hoe ingrijpend die effecten kunnen zijn, hebben we het voorbije jaar gezien. De oorlog in Oekraïne leidt tot een sterke beperking van de import van Russisch gas, en de effecten daarvan voelen we allemaal in onze portemonnee. Tegelijkertijd heeft dit gezorgd voor een herbezinning op onze afhankelijkheid van grondstoffen en een nieuwe kijk op strategische allianties en internationale handel. Veel Limburgers vragen zich af of ze de energierekening en de boodschappen aan het einde van de maand wel kunnen betalen. De thermostaat is de afgelopen winter massaal omlaag gedraaid en de term 'energie-armoede' heeft z'n intrede gedaan. Bedrijven leggen daarnaast hun productie stil vanwege de hoge energielasten. Willen ze omschakelen van gas naar stroom, dan worden ze geconfronteerd met wachtlijsten voor een zwaardere aansluiting op het elektriciteitsnet. Omdat de materialen daarvoor niet beschikbaar zijn en de benodigde vakmensen ook voor energiebedrijven nauwelijks te vinden zijn. Tegelijkertijd proberen overheden in de hele wereld de energielasten voor hun burgers wat dragelijker te maken door miljarden te investeren. Veelal in combinatie met inspanningen om te verduurzamen, om te schakelen naar lokaal opgewekte energie, en om regio's weer concurrerend te maken. Dat is dan weer een voordeel van de huidige moeizame energiesituatie.

Het gevoel voor urgentie rond de zogeheten 'energietransitie' is door al deze factoren groter dan ooit. Ook in Limburg zijn we klaar om nieuwe wegen te bewandelen. Een kwestie van pionieren en ondernemen, experimenteren, vallen, opstaan en weer doorgaan. Daarbij heeft onze regio een aantal extra uitdagingen. Bijvoorbeeld door onze geografische ligging, ver van de Noordzee waar een steeds groter deel van de Nederlandse elektriciteit in windmolenparken wordt opgewekt. Hoe komt die schone energie voor ons beschikbaar? We hebben daarnaast de beschikking over slechts beperkte fysieke ruimte in onze Provincie om aan energievoorzieningen te spenderen. De mogelijke komst van de Einstein Telescope is daarop ook van invloed. Limburg heeft relatief veel energie-intensieve industrie en een verouderde woningvoorraad, dus onze energieopgave is ook daarom relatief groot. Dit zijn geen effecten die nu ineens zijn ontstaan en daarom is er de afgelopen jaren al veel in gang gezet om de Limburgse energieopgave te lijf te gaan. Op basis van de ingezette koers willen we de komende periode ideeën en plannen die eerder zijn geformuleerd daadwerkelijk uitvoeren. Waar nodig scherpen we ze aan en maken we ze groter en robuuster. Tegelijkertijd zijn er op nationaal en Europees niveau nog nooit zoveel financiële middelen beschikbaar geweest rond het vraagstuk van energie en een schoon leefmilieu. Daar gaat Limburg met nog meer gewicht op inspelen.

Nieuwe Energie

We werken aan een toekomstbestendig energiesysteem in en voor Limburg. Het energiesysteem omvat alle processen, structuren en componenten die betrokken zijn bij (a) het winnen/opwekken van energie, (b) het transport/opslag en (c) het gebruik van energie. De totale keten van energieproductie tot eindgebruik. Het omvat zowel traditionele energiebronnen, zoals fossiele brandstoffen, als hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne-energie en windenergie. 

Om beter inzichtelijk te krijgen waar we nu aan moeten werken ten behoeve van het energiesysteem van de toekomst, gaan we aan de slag met een energievisie. Deze visie zal tevens ingaan op de toekomstige energiemix en hoe systeemintegratie wordt beoogd. Hierbij gaat het om hoe de verschillende onderdelen van het (Limburgse) energiesysteem zich verhouden tot elkaar, bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van gas, elektriciteit en warmte. De Provincie Limburg gaat het komende jaar in samenwerking met de betrokken partijen een energievisie voor Limburg opstellen, waarin het toekomstperspectief richting 2050 uiteen zal worden gezet.

Ruimte en de energietransitie zijn nauw met elkaar verbonden. De ruimte in Limburg is schaars, terwijl het nieuwe energiesysteem juist om veel ruimte vraagt. Het is van belang dat nieuwe manieren van energie opwek en de hiervoor benodigde energie-infrastructuur goed ruimtelijk wordt ingepast, waarbij veiligheid en gezondheid geborgd zijn, en dat bestaande en nieuwe energie-infrastructuur optimaal wordt benut om de aanleg van onnodig (lange) nieuwe aansluitingen te voorkomen. Hiervoor hebben we ook aandacht gevraagd middels het Ruimtelijk Voorstel van de Provincie aan het Kabinet.

Ook aan de specifieke ketens en onderdelen van het energiesysteem – de gebouwde omgeving, warmtetransitie, verduurzaming van de industrie en bedrijventerreinen, energie-infrastructuur en grootschalige opwek – draagt de Provincie bij.

Gezonde en veilige leefomgeving
Een gezond en veilige leefomgeving is een thema dat veel inspanning vraagt en de komende periode meer prioriteit vergt. Hier is de rol van de Provincie als regulerende overheid nodig met het uitoefenen van het formele bevoegd gezag. Een overheid, die haar inwoners beschermt tegen ongeoorloofde en ongewenste risico’s én werkt aan een beter leefmilieu. Met het beleidskader ‘Nieuwe energie & schoon leefmilieu’ gaan wij de komende jaren toewerken naar een robuuster beleid en uitvoering voor het Limburgse leefmilieu. Een gezond en veilig leefmilieu draagt immers bij aan de leefbaarheid in Limburg.
Na het landelijke advies van de Commissie Van Aartsen en het daaruit voorvloeiende Nationale Interbestuurlijk Programma, het rapport van de Zuidelijke Rekenkamer over het Limburgse VTH-stelsel in het milieudomein en een in 2023 uitgevoerde verkenning naar concretiserend milieubeleid, neemt de Provincie sterker dan voorheen haar verantwoordelijkheid. We gaan van een minimalistische aanpak naar een robuuste uitvoering op basis van een realistisch en uitvoerbaar perspectief. Niet alleen omdat het moet, maar omdat wij als provinciale ‘overheid’ hier een zorgplicht voor dragen om het Limburgse leefmilieu te verbeteren.

Structuurwijzigingen in dit programma

Terug naar navigatie - Structuurwijzigingen in dit programma

Om de programmabegroting in lijn te brengen met het beleidskader is de volgende structuurwijziging doorgevoerd:
•    4.1. Duurzame energie en duurzaam ondernemen en wonen is vervangen door: 4.1. Nieuwe energie;
•    4.1.1. Duurzame opwek, transport en inpassing van energie is vervangen door: 4.1.1. Energie infrastructuur & ruimtelijke inbedding en verduurzaming industrie en bedrijventerreinen;
•    4.1.2. Duurzaam ondernemen en wonen is vervangen door: 4.1.2. Verduurzaming gebouwde omgeving & warmte en grootschalige opwek.

Maatschappelijke opgave

Terug naar navigatie - Maatschappelijke opgave

Door uitvoering van het beleidskader Nieuwe energie & schoon leefmilieu 2024-2027 werken we aan een toekomstbestendig energiesysteem en een gezonde en veilige leefomgeving. De maatschappelijke opgaven die daarbij leidend zijn, zijn als volgt geformuleerd:

•    energie wordt efficiënt benut, is betaalbaar en CO2-arm;
•    een schone, gezonde en veilige leefomgeving.

Aan de hand van indicatoren maken we zichtbaar hoe het over de lange termijn (trendmatig) gesteld is met deze maatschappelijke opgave.

Indicatoren bij 'energie wordt efficiënt benut, is betaalbaar en CO2-arm'

Indicator 1: Energieverbruik afgezet tegen het Limburgs bruto regionaal product (in ontwikkeling).
Bron: Regionale Klimaatmonitor

Indicator 2: Ontwikkeling consumentprijzen voor energie (in ontwikkeling).
Bron: CBS

Indicator 3: Energieverbruik afgezet tegen de CO2-emissie ten gevolge van het energieverbruik Limburg (in ontwikkeling).
Bron: Kerndataset regionale klimaatmonitor & CBS regionale kerncijfers

Indicator 4: Bekende CO2-uitstoot (BBV)
Bron: Klimaatmonitor Rijkswaterstaat; bewerking: Kurtosis

Indicator 5: Hernieuwbare Energie (BBV)
Bron: Klimaatmonitor Rijkswaterstaat; bewerking: Kurtosis

Indicatoren bij 'een schone, gezonde en veilige leefomgeving'

Indicator 4: Milieugezondheidsrisico (%) in de milieugezondheidsrisicokaart (in ontwikkeling).
Bron: Atlas leefomgeving / RIVM

Indicator 5: Aantal verloren levensjaren en de gemiddelde levensduurverkorting door luchtverontreiniging (in ontwikkeling).
Bron: RIVM (Schone luchtakkoord)

Indicator 6: Ervaren gezondheid (in ontwikkeling).
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en ouderen RIVM

Indicator 7: Externe veiligheid, gebruik makend van de risicokaart (in ontwikkeling).
Bron: Risicokaart

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

4.1. Nieuwe energie

Terug naar navigatie - 4.1. Nieuwe energie

Nieuwe energie

We streven deze collegeperiode de volgende doelstellingen na:

  • in 2030 is het aandeel huishoudens met een laag inkomen en een woning van lage energetische kwaliteit gedaald van nu 6,6% naar 5%;
  • in 2030 is op 70% van de geschikte daken kleinschalige opwek (<15 kWp) via gemiddeld 10 zonnepanelen op dak gerealiseerd, concreet moet dit leiden tot 1.300 MW PV-vermogen in 2030;
  • in 2030 bedraagt de CO2-emissie reductie van de gebouwde omgeving 55% t.o.v. 1990;
  • in 2030 bedraagt CO2/N2O-reductie van de industrie 55% t.o.v. 1990;
  • de energie-infrastructuur is betrouwbaar, wordt efficiënt benut en voorziet beter in de transportcapaciteit voor invoeding en afname van elektriciteit;
  • in 2030 is er 2,5 TWh duurzame opwek van energie gerealiseerd voor grootschalige installaties (>15 kWp) in Limburg.

Een Limburg dat vooruit wil, heeft een schoon en gezond leefmilieu nodig met een toekomstbestendige energievoorziening. De gevolgen van klimaatverandering zijn ingrijpend en zorgen ervoor dat onze huidige brede welvaart en bestaanszekerheid onder druk staan. Landelijk wordt daarom, via het Klimaatakkoord, ingezet op een klimaatneutrale samenleving in 2050. Dat betekent dat we nu al werken aan energiebesparing en omschakelen naar nieuwe bronnen en dragers van energie. Energie is een basisvoorziening voor mensen én bedrijven. De leveringszekerheid en betaalbaarheid van energie is belangrijk. Door internationale ontwikkelingen en geopolitieke onzekerheden steeg de prijs van energie de afgelopen tijd aanzienlijk. Het zijn basisvoorzieningen en randvoorwaarden die de overheid in brede zin moet garanderen en die niet (alleen) aan de markt overgelaten kunnen worden. Vanuit de algemene verantwoordelijkheid ontwikkelt de Provincie daarom beleid en initiatieven op het gebied van 'Energie-infrastructuur & Ruimtelijke Inbedding en Verduurzaming Industrie en bedrijventerreinen' (4.1.1.) en Verduurzaming Gebouwde omgeving & Warmte en Grootschalig opwek' (4.1.2.).

Conform het coalitieakkoord 2023-2027 is er een nieuwe PS cyclus vorm gegeven, waarbij wordt ingezet op het vaker tussentijds informeren van PS via onder andere werkbezoeken en informerende sessies. De frequentie van de Voortgangsrapportages van het programma Nieuwe Energie passen we daarom aan tot eens per jaar. De afhankelijkheid van openbare databronnen en de frequentie waarmee in die bronnen actualisaties worden doorgevoerd zijn tevens argumenten die een jaarlijkse update rechtvaardigen. De doelen en daarbij behorende indicatoren van de Voortgangsrapportage zijn opgesteld in lijn met het  op 12 april 2024 door PS vastgestelde beleidskader 'Nieuwe Energie en een Schoon Leefmilieu'.

Wat merkt de Limburger ervan?

Indicator bij 'in 2030 is het aandeel huishoudens met een laag inkomen en een woning van lage energetische kwaliteit gedaald van nu 6,6% naar 5%'

Indicator 1: Het aandeel huishoudens in Limburg met een laag inkomen én een woning van laag  energetische kwaliteit (in ontwikkeling).

Bron: Regionale Klimaatmonitor

Indicator bij 'in 2030 is op 70% van de geschikte daken kleinschalige opwek (<15 kWp) via gemiddeld 10 zonnepanelen op dak gerealiseerd, concreet moet dit leiden tot 1.300 MW PV-vermogen in 2030'

Indicator 2: Het geplaatste PV-vermogen (MW) op dak op woningen in Limburg (in ontwikkeling).

Bron: CBS

Indicator bij 'in 2030 bedraagt de CO2-emissie reductie van de gebouwde omgeving 55% t.o.v. 1990'

Indicator 3: CO2-emissie conform klimaatakkoord (in ontwikkeling).

Bron: Regionale Klimaatmonitor

Indicator bij 'in 2030 bedraagt CO2/N2O-reductie van de industrie 55% t.o.v. 1990'

Indicator 4: CO2/NO2-emissie conform het klimaatakkoord (in ontwikkeling).

Bron: NEA

Indicator bij 'de energie-infrastructuur is betrouwbaar, wordt efficiënt benut en voorziet beter in de transportcapaciteit voor invoeding en afname van elektriciteit'

Indicator 5: betrouwbaarheid van de energie-infrastructuur (in ontwikkeling).

Bron: te ontwikkelen

Indicator bij 'in 2030 is er 2,5 TWh duurzame opwek van energie gerealiseerd voor grootschalige installaties (>15 kWp) in Limburg'

Indicator 6: Elektriciteitsproductie (TWh) door grootschalige zon-pv en windturbines (in ontwikkeling).

Bron: Regionale Klimaatmonitor

Wat gaan we daarvoor doen?

4.2. Gezond en veilig leefmilieu

Terug naar navigatie - 4.2. Gezond en veilig leefmilieu

Gezond en veilig leefmilieu

We streven deze collegeperiode de volgende doelstellingen na:

  • in 2027 is de gezondheid van de Limburger bevorderd door verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving t.o.v. 2020 middels:
    –    verminderen blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen;
    –    verminderen geluidsoverlast & bevorderen van stilte;
    –    verminderen emissies verontreinigende stoffen naar lucht;
    –    voorkomen van vermijdbare milieuschade, c.q. het (vooruit)schuiven van milieuschade;
  • in 2027 zijn risico’s op ongelukken met gevaarlijke stoffen bij bedrijven of tijdens transport ingeperkt t.o.v. 2020.

De ambitie is een aantoonbaar gezond en veilig leefmilieu in Limburg.  Omdat bijvoorbeeld schone lucht en de kwaliteit van het leefmilieu van groot belang zijn voor de gezondheid vraagt deze ambitie om minder uitstoot van luchtverontreinigende stoffen (zoals fijnstof) en het terugdringen van omgevingslawaai.  

Omgevingskwaliteit en andere aspecten van leefmilieu worden aan het begin van het realiseren van alle fysieke opgaven expliciet meegenomen. Gezorgd wordt voor  een verantwoorde manier van omgaan met de schaarste in zowel fysieke als milieuruimte. Hier ligt een nauwe relatie met hoofdstuk 5 “Leefbare steden en dorpen”. 

Het verwezenlijken van een  gezond en veilig leefmilieu in Limburg  vraagt om een robuust VTH-stelsel (vergunningen, toezicht en handhaving) voor de provinciale  kerntaken waaronder milieu en natuur. Bij een robuust VTH stelsel behoort een  uitbreiding van de uitvoeringscapaciteit. Daarbij wordt onder andere ingezet op een intensivering van provinciaal milieubeleid. 

Wat merkt de Limburger ervan?

Het te verwachten maatschappelijke effect is dat Limburgers gemiddeld langer en in goede gezondheid leven. Enerzijds doordat zij minder ziek worden en stress beleven door de leefomgeving waarin ze verkeren en anderzijds dat zij minder risico lopen om te sterven bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. 

Het causale verband tussen levensduur en de effecten van de leefomgeving op die levensduur is moeilijk aan te tonen. Relevante, maar niet allesomvattende, indicatoren zijn 1) het percentage van de totale ziektelast door omgevingsgeluid en luchtvervuiling, 2) het aantal maanden korter leven door luchtvervuiling en 3) de ervaren gezondheid. Deze indicatoren geven enig inzicht in de lange termijn effecten van het gevoerde beleid (zie de Maatschappelijke Opgave hierboven). Op de middellange termijn wordt daarvoor gekeken naar de emissies en blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen, ernstige geluidshinder en slaapverstoring en de geluidsbelasting in relatie tot de geluidsnorm in stiltegebieden. Voor externe veiligheid is nog geen indicator beschikbaar, maar wel beleidsinformatie via www.risicokaart.nl.    

Indicatoren bij ' in 2027 is de gezondheid van de Limburger bevorderd door verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving t.o.v. 2020'

Indicator 1: Jaarlijks berekende blootstelling luchtkwaliteit in Limburg (in ontwikkeling).
Bron: RIVM / CIMLK

Indicator 2: Aantal (ernstig) gehinderden en slaapverstoorden door provinciaal wegverkeer (in ontwikkeling).
Bron: Actieplan Geluid Provinciale Wegen 2024 

Indicator 3: Aantal klachten vliegverkeer (in ontwikkeling).
Bron: Klachten informatie centrum luchtverkeer

Indicator 4: Monitoring geluidsbelasting in stiltegebieden (in ontwikkeling).
Bron: Monitoringsrapportage RUD

Indicator 5: Aantal klachten in stiltegebieden (in ontwikkeling).
Bron: Jaarverslag VTH

Indicator 6: Emissie van NO2 en fijnstof naar lucht (in ontwikkeling).
Bron: Emissieregistratie.nl, RIVM & GCN en GDN

Indicator bij 'in 2027 zijn risico’s op ongelukken met gevaarlijke stoffen bij bedrijven of tijdens transport ingeperkt t.o.v. 2020'

Indicator 7: Risico's op ongelukken met gevaarlijke stoffen (in ontwikkeling).
Bron: Risicokaart

Wat gaan we daarvoor doen?

Verduurzaming provinciale organisatie

Terug naar navigatie - Verduurzaming provinciale organisatie

Onder het mom van ‘practice what you preach’ willen wij als Provinciale organisatie het goede voorbeeld geven richting de Limburger door onze eigendommen (zoals de bedrijfsvoering en uitvoerende taken) verder te verduurzamen richting 2030. Op welke wijze wij dit doen, staat omschreven in het toekomstige uitvoeringsplan duurzaamheid 2024-2030. Met dit plan voldoen wij aan diverse wet- en regelgevingen (zoals de Klimaatwet) en bewegen wij mee met trends in het bedrijfsleven zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (hierna: CSRD) waarmee beursgenoteerde ondernemingen vanaf boekjaar 2024 en grote ondernemingen vanaf boekjaar 2025 over duurzaamheid moeten rapporteren. Over de voortgang van het uitvoeringsplan duurzaamheid wordt Provinciale Staten verder geïnformeerd. Hier wordt invulling aan gegeven door per 2025 integraal te rapporteren via de planning & control cyclus over de voortgang van het Uitvoeringsplan Duurzaamheid 2024-2030. Dit door het opnemen van een duurzaamheidsparagraaf in de begroting en jaarstukken. Zo’n paragraaf verbindt de duurzaamheidsaspecten over de diverse begrotingsprogramma’s en biedt daarmee integraal en transparant inzicht over onze doelstellingen en onze "voetafdruk".  

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

In deze Voorjaarsnota 2024 wordt het budget van programma Nieuwe energie en leefmilieu bijgesteld.

We voegen € 4,17 mln. aan de  lasten van de exploitatiebegroting 2024 toe. 

Voor procesmiddelen Beleidskader nieuwe energie en schoonleefmilieu zijn € 0,29 mln. onttrokken uit de programmareserve.

Verder zijn in de begroting 2024 zowel aan de lasten als aan de baten rijksmiddelen toegevoegd voor de volgende afspraken:

  • SPUK Programma Management Organisatie BO EVI - cluster Chemelot: € 0,29 mln.;
  • SPUK Ontzorgingsprogramma bedrijventerreinen € 2,01 mln.;
  • SPUK Ontzorgingsprogramma MKB € 0,37 mln.

Ten slotte zijn voor uitvoering in 2024 van de Agenda Bodem en ondergrond 2024-2030 € 0,69 mln. aan de begrotingslasten toegevoegd.  

Het nadelige exploitatieresultaat van deze begrotingswijziging ad € 0,52 mln. heeft betrekking op de CAO-bijstelling van de personeelskosten en wordt gedekt uit de algemene dekkingsmiddelen (programma 9. Financiën en overhead). 

Voor nadere details verwijzen we naar de toelichtingen op product-niveau bij 'Wat gaan we daarvoor doen? (Variabele Geld)'.

Bedragen x €1.000