217.776 Uitgaven (x1000)

Status activiteiten

1. Perspectief voor het landelijk gebied

1. Perspectief voor het landelijk gebied

217.776 Uitgaven (x1000)

Status activiteiten

Perspectief voor het landelijk gebied

Terug naar navigatie - Perspectief voor het landelijk gebied

Blijvende prioriteit is nodig voor de grote uitdagingen waar het landelijk gebied van Limburg voor staat. De in gang gezette transitie vraagt de komende jaren majeure inzet van middelen en instrumenten om de landbouw te verduurzamen en toekomstperspectief te bieden, de natuur en waterkwaliteit te herstellen, stikstof- en broeikasgasemissies terug te dringen en verdroging en wateroverlast tegen te gaan. Tegelijkertijd zetten wij ons in voor de leefbaarheid van het landelijk gebied en het behoud van het unieke Limburgse landschap. Extra aandacht willen wij de komende periode geven aan de kwaliteit van de Limburgse bodem en water. Aanvullend wordt in deze voorjaarsnota voorgesteld 2 miljoen euro beschikbaar te stellen voor initiatieven op het gebied van natuur en landschap die het bereiken van de hierbij gestelde doelen ondersteunen. Er is veel te doen, de urgentie is groot. 
Met dit alles willen wij bijdragen aan perspectief voor het landelijk gebied, voldoen aan (inter)nationale verplichtingen en weer houdbare vergunningen verlenen voor nieuwe (economische) ontwikkelingen in Limburg. 

Via het LPLG (Limburgs Programma Landelijk Gebied) worden de doelen en opgaven gebiedsgericht met onze partners uitgewerkt tot concrete maatregelen. Het Rijk dient ons hiertoe de randvoorwaarden in de vorm van langjarige middelen en instrumenten beschikbaar te stellen. Om beleid en praktijk bij elkaar te brengen is tegelijkertijd inzicht nodig in wat er op het erf en in de gebieden speelt. De transitie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk, Provincie en regionale partners. 

Wij willen nu aan de slag met de verduurzaming van de landbouw,  onder meer via het Blijversfonds, dat met eigen Provinciale middelen wordt ontwikkeld (zie programma 3 Werken aan een toekomstbestendige economie). We zetten in op agrarisch natuurbeheer, de legalisatie van de PAS-melders en een extra impuls op natuur-, landschap- en waterherstel. 

Via het programma WRL (Waterveiligheid en Ruimte Limburg) werkt de Provincie samen met het Waterschap Limburg en de Limburgse gemeenten aan een klimaatrobuust watersysteem dat bestand is tegen weersextremen. Door middel van aanpassingen in het watersysteem en in de ruimtelijke ordening is het mogelijk om de kans op overstromingen, zoals wij die in de zomer van 2021 hebben ervaren, te verkleinen.

In het Beleidskader Perspectief voor het Landelijk Gebied is de ambitie opgenomen om de bodemvitaliteit te vergroten. Hiervoor is een Masterplan gemaakt samen met de gemeenten (Afval Samenwerking Limburg) en het waterschap. Voor de uitvoering van dit masterplan is totaal € 2 miljoen beschikbaar vanuit de Programma reserve water en bodem.

Structuurwijzigingen in dit programma

Terug naar navigatie - Structuurwijzigingen in dit programma

Om de programmabegroting in lijn te brengen met de beleidskaders is de volgende structuurwijziging doorgevoerd:

  • doel 1.2. Land- en tuinbouw en het daaraan gekoppelde product is verhuisd naar programma 3 Werken aan een toekomstbestendige economie, doel 3.5 Gezonde toekomst voor de land- en tuinbouw, product 3.5.1. Gezonde toekomst voor de land- en tuinbouw. Hiermee sluit de doelenboom van de (gewijzigde) begroting en het beleidskader op elkaar aan. Doel 1.2. is in de doelenboom niet langer zichtbaar;
  • ook de bijhorende budgetten zijn verhuisd. Voor de totale begroting is dit een budgettair neutrale operatie. In dit programma gaat het budget onder het oude doel 1.2. naar nul en wordt toegevoegd aan programma 3. Het oorspronkelijke doel zal echter in de financiële tabellen (wettelijk verplicht), in tegenstelling tot de geactualiseerde doelenboom, wel zichtbaar blijven gedurende het dienstjaar 2024. Dit omdat de primitieve begroting op basis van deze structuur is vastgesteld. Op deze wijze blijven de financiën navolgbaar.
  • onder doel 1.3. Water is een nieuw product 1.3.3. Bodemvitaliteit toegevoegd. 

Maatschappelijke opgave

Terug naar navigatie - Maatschappelijke opgave

Door uitvoering van het beleidskader Perspectief voor het Landelijk Gebied 2024-2027 werken we aan de grote uitdaging waar het landelijk gebied van Limburg voor staat. De maatschappelijke opgave die daarbij leidend is, is als volgt geformuleerd:

  • Een vitaal landelijk gebied waarin de mens met een goed toekomstperspectief kan leven en werken en de natuur, de bodem en het water in goede staat zijn.

Aan de hand van indicatoren maken we zichtbaar hoe het over de lange termijn (trendmatig) gesteld is met deze maatschappelijke opgave.

Indicator 1: De mens met een goed toekomstperspectief (in ontwikkeling).
Bron: Te ontwikkelen

Indicator 2: De indicatoren van water (i) (Zie doelstellingen 1.3. Water) (in ontwikkeling).
Bron: -

Indicator 3: De indicatoren van Limburgse bodem (ii) (Zie doelstellingen 1.3. Water) (in ontwikkeling).
Bron: -

Indicator 4: De indicatoren van biotopen en leefgebieden (iii) (Zie doelstellingen 1.1. Natuur en Landschap) (in ontwikkeling).
Bron: -

Onze beleidskaders

Terug naar navigatie - Onze beleidskaders

Het beleidskader Perspectief voor het Landelijk gebied  voor de Statenperiode 2023-2027 is  in voorbereiding en beoogd om vast te stellen op 24 mei aanstaande door uw Staten. Volgens de Financiële verordening 2023 blijven de vigerende beleidskaders van kracht zolang er geen nieuwe zijn vastgesteld. Het betreft de beleidskaders: 

Provinciale omgevingsvisie
Provinciale omgevingsverordening
Provinciaal Waterprogramma 2022-2027
Natuurprogramma 2023-2030
Plan van aanpak invasieve exoten
Limburgse aanpak stikstofreductie en natuurverbetering
Nota Landschap verbindt Limburg

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

1.1. Natuur en landschap

Terug naar navigatie - 1.1. Natuur en landschap

Ten aanzien van Natuur en Landschap streven we deze statenperiode de volgende doelstellingen na:

  • we hebben de kwaliteit van het Limburgse landschap versterkt, en daarmee ook de leefbaarheid van het landelijk gebied zowel voor de mens als de natuur;
  • in 2027 is de bescherming van en de staat van instandhouding ten gunste van biotopen en leefgebieden van dieren en planten verbeterd;
  • in 2027 is uitstoot van broeikasgassen en ammoniak door de landbouw in Limburg verminderd. 

 Wat merkt de Limburger ervan?

Indicatoren bij 'we hebben de kwaliteit van het Limburgse landschap versterkt, en daarmee ook de leefbaarheid van het landelijk gebied zowel voor de mens als de natuur'

Indicator 1: Percentage groenblauwe dooradering in Limburg.
Bron: Data beleidscluster

Indicator 2: Percentage groenblauwe dooradering binnen de groenblauwe mantel in Limburg.
Bron: Data beleidscluster

Indicatoren bij 'In 2027 is de bescherming van en de staat van instandhouding ten gunste van biotopen en leefgebieden van dieren en planten verbeterd'

Indicator 3: Trend van het gerealiseerde areaal NNN en ANLb in Limburg tussen 2023 en 2027.
Bron: Data beleidscluster

Indicator 4: Areaal nieuw ingerichte natuur (BBV)
Bron: Data beleidscluster

 

 

Indicator 5: Trends van het voorkomen van diersoorten en planten in Limburg (deels in ontwikkeling).
Bron: CBS

 

 

 

Indicatoren bij 'n 2027 is uitstoot van broeikasgassen en ammoniak door de landbouw in Limburg verminderd'

Indicator 6: De daling van de ammoniakemissie in Limburg door de landbouw, afgezet tegen de reductieopgave van 3Kton tussen 2018 en 2030 (in ontwikkeling).
Bron: Te ontwikkelen

Indicator 7: De daling van de CO2-eq emissie tegen de reductieopgave van 0,3 Mton tussen 2018 en 2030 (in ontwikkeling).
Bron: Te ontwikkelen

Wat gaan we daarvoor doen?

1.3. Water

Terug naar navigatie - 1.3. Water

De beken zijn schoon, lopen meanderend door het landschap, zijn ecologisch gezond en passeerbaar voor vissen. De beken kunnen omgaan met langere perioden van droogte en sterke neerslag. Er is weinig wateroverlast vanuit de beken en ze vallen zo weinig mogelijk droog. De natuur en de landbouwgebieden hebben een aanvaardbare last van droogte en er is voldoende grondwater van een goede kwaliteit voor drinkwater, voedselvoorziening, natuur en industrie.

Verder is de Maas veiliger tegen hoogwater en is de ruimtelijke kwaliteit langs de Maas op diverse plekken verbeterd. 

Om het bovenstaande te bereiken streven we deze collegeperiode ten aanzien van Water de volgende doelstellingen na:

  • in 2027 is er een duurzamer, robuuster en ecologisch gezonder watersysteem dat beter kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water en verbeterde kwaliteit;
  • in 2027 is de Limburgse bodem verbeterd.

Wat merkt de Limburger ervan?

Indicatoren bij 'In 2027 is er een duurzamer, robuuster en ecologisch gezonder watersysteem dat beter kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water en verbeterde kwaliteit' 

Indicator 1: Km beektrajecten of waterlichamen waar de ecologische doelen zijn behaald (in ontwikkeling).
Bron: Data beleidscluster

Indicator 2: Aantal ha of % verdroogde natuur (in ontwikkeling).
Bron: Data beleidscluster

Indicator 3: % of aantal nieuwe woningen aangesloten op drinkwaternetwerk.
Bron: Data beleidscluster

Indicator 4: Chemische toestand van oppervlaktewater en grondwater (BBV).
Bron: KRW

Indicatoren bij 'in 2027 is de Limburgse bodem verbeterd'

Indicator 5: Organisch stofgehalte meten: Mineral Associated Organic Matter (MAOM) in relatie tot Particulate Organic Matter (POM) (in ontwikkeling).
Bron: Te ontwikkelen

Indicator 6: N30-60-90 metingen: Deze meting geeft informatie over de stikstofniveaus in je bodem op verschillende dieptes (0-30 cm, 30-60 cm en 60-90 cm) (in ontwikkeling).
Bron: Te ontwikkelen

Indicator 7: Biologische activiteit meten a.d.h.v. phospholipid fatty acids (fosfolipidenvetzuren, PFLA) (in ontwikkeling).
Bron: Te ontwikkelen

Wat gaan we daarvoor doen?

Opvolging toezegging inzake € 2 mln.

Terug naar navigatie - Opvolging toezegging inzake € 2 mln.

Het coalitieakkoord ‘elke Limburger telt’ bevat geen intensiveringsmiddelen binnen het domein natuur en landschap. Daarmee ontbreekt de mogelijkheid om in te spelen op initiatieven in de samenleving die bijdragen aan het bereiken van doelen uit het coalitieakkoord en de vertaling daarvan in het beleidskader ‘Perspectief voor het landelijk gebied’. Daarom wordt, conform aankondiging in het Statenvoorstel bij dat beleidskader, voorgesteld alsnog 2 miljoen euro vrij te maken voor initiatieven op het gebied van natuur en landschap die het bereiken van de in het beleidskader gestelde doelen passend ondersteunen. Voorstel is de financiering hiervan te bestemmen uit het voordelig jaarrekeningresultaat 2023, conform het Statenvoorstel Jaarstukken 2023. 

Voorgesteld wordt om de inzet van deze intensiveringsmiddelen te richten op:
•    faunabeheer (faunschadepreventie en uitvoering faunabeheer);
•    Limburgse Aanpak Bossen (met nadruk op de lijnen 3 en 4 uit de Limburgse bossenaanpak);
•    vermaatschappelijking (initiatieven voor versterking kwaliteiten landschap en natuurinclusieve samenleving; waaronder ook ruimte voor cofinanciering van (transitie van) nationale parken en grensparken en het onderdeel vermaatschappelijking/ vrijwilligersbijdragen).

Deze keuze sluit aan bij de informatie aan Provinciale Staten over initiatieven die bij gebrek aan intensiveringsmiddelen niet meer bekostigd kunnen worden en waarvoor de mogelijkheid van alternatieve dekking zou worden bezien. Met de keuze voor deze onderwerpen wordt tevens invulling gegeven aan de (gewijzigde) motie 3034 inzake uitvoering van het natuurprogramma Lijn 3. 

Voor de inzet van deze middelen zal gezocht worden naar slimme verbindingen met projecten en investeringen van derden, om zo een financiële multiplier te creëren en het maatschappelijk effect te versterken. Daarom wordt PS ook niet op voorhand gevraagd het bedrag toe te delen aan de individuele onderwerpen. Via de P&C-cyclus zal PS jaarlijks worden geïnformeerd over bestede bedragen en kunnen zij daarnaast besluiten over het deel van deze middelen dat jaarlijks uit de programmareserve ter beschikking wordt gesteld. Voor zover er in 2024 nog inzet van middelen aan de orde is, dan zal dit bij de najaarsnota worden verwerkt.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

In deze Voorjaarsnota 2024 wordt het budget van programma Perspectief voor het Landelijk gebied bijgesteld. Aan de lasten van de exploitatiebegroting 2024 wordt € 34,46 mln. aan voorstellen van deze Voorjaarsnota toegevoegd.

Voor het realiseren van onze doelen voor Natuur en landschap zijn de lasten met € 11,52 mln. opgehoogd. Deze bijstelling heeft betrekking op de volgende besluiten:

  • GLB-NSP cofinanciering subsidieplafonds LEADER Weerterland en Zuid-Limburg;
  • GLB-NSP cofinanciering subsidieplafond integrale gebiedsontwikkeling;
  • Instellen nadere subsidieregels preventie faunaschade 2024;
  • Instellen onderzoeksbudget N2000;
  • Subsidieverlening voor het samenwerkingsverband Landschapspark Grenzeloos Bocageland 2024-2025;
  • Inzet SPUK L8 Regeling Maatwerk Gerichte Aankoop (MGA-1) veehouderijen;
  • Inzet SPUK L25 Coulance regeling MGA-1;
  • Inzet SPUK L29 monitoring natuur;
  • Inzet SPUK L32 regeling uitvoering aanpak piekbelasters.

Verder zijn bij het uitwerken van het beleidskader  'Werken aan een toekomstbestendige economie voor Limburg 2024-2027'  de doelen voor Land- en tuinbouw  onder programma 3  'Werken aan toekomstige economie' gebracht. In het financiële overzicht hierna is de overheveling van de middelen als negatief bedrag zichtbaar. (-/- €4,31 mln.)

Vervolgens zijn voor het realiseren van onze doelen voor Water en bodemkwaliteit de lasten met € 27,25 mln. opgehoogd:

  • inzet SPUK E87 en provinciale cofinanciering Openstelling subsidieplafonds Deltaprogramma Hoge Zandgronden;
  • inzet SPUK L31 Uitvoering bestuursovereenkomst nitraat;
  • programmareserve Water en bodem Vaststelling aanvalsplan waterkwaliteit 4-2024;
  • procesmiddelen project Bodemvitalisering;
  • procesmiddelen Waterveiligheid Maas 2024;
  • inzet SPUK E102 Beekdalen zijrivieren Maas;
  • inzet reserve waterveiligheid en bodem;
  • procesmiddelen Maasdal;
  • verkenning Maasproject (Vierwaarden).

Ten slotte laat de tabel een voordelig resultaateffect van € 18,75 mln.  zien. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de hierboven genoemde overheveling van middelen naar programma 3 en de CAO-bijstelling van de personeelskosten.

Voor nadere details verwijzen wij naar de toelichtingen op product-niveau bij 'Wat gaan we daarvoor doen? (variabele Geld)'.

Bedragen x €1.000