Omschrijving

Wij versterken de VTH keten waardoor de kwaliteit van de uitvoering van de provinciale bevoegd gezag rol verbeterd wordt. Deze bevoegd gezag rol ziet toe op de Omgevingswet, Mijnbouwwet, Luchtvaartwet en de Omgevingsverordening Limburg.

De werkzaamheden bestaan uit het verlenen van vergunningen en ontheffingen, het afhandelen  van meldingen, het houden van toezicht en bij overtredingen het handhavend optreden (bestuursrechtelijk en strafrechtelijk) hierop. Het afhandelen van handhavingsverzoeken en klachten/meldingen maakt hier ook onderdeel van uit.

De wijze waarop de bevoegd gezag rol wordt ingevuld staat beschreven in het VTH Beleidsplan Limburg en in het VTH uitvoeringsprogramma.

Wij onderschrijven de ambitie van het Interbestuurlijk Programma VTH om te komen tot een robuuster VTH-stelsel. Het implementeren van de aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer ten aanzien van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (OD ZL) (voorheen RUD Zuid-Limburg) is daar onderdeel van. Dit betekent een investering in de uitvoeringscapaciteit van zowel de OD ZL als het cluster VTH.

Rol Provincie: toetser, bevoegd gezag, financier

Kwaliteit

Met ingang van 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Dit heeft een omslag in ons denken en in onze werkprocessen gevraagd. Inmiddels zijn de eerste aanvragen via het digitaal stelsel omgevingsrecht (DSO) goed binnen gekomen en voortvarend opgepakt. Meervoudige aanvragen hebben nog niet plaats gevonden. De precieze omvang en complexiteit van deze verandering zal echter pas  gaandeweg 2024 echt helder worden. Dit heeft mogelijk gevolgen voor het kwaliteitsniveau van de uitvoering van onze VTH-taken.

Het streven is om de vergunningaanvragen, meldingen en ontheffingen binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn af te handelen respectievelijk verlenen.

De afhandeling van klachten/meldingen en handhavingsverzoeken zal binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn uitgevoerd worden.

De werkzaamheden worden conform het VTH Uitvoeringsprogramma 2024 uitgevoerd.

Om te gaan voldoen aan de robuustheidscriteria ten behoeve van  een robuuste uitvoeringsdienst (IBP-VTH) hebben de OD ZL en RUD LN op 28 maart 2024 een plan van aanpak vastgesteld en aan de staatssecretaris toegezonden. Hierin geven zij aan welke stappen zij gaan ondernemen om te komen tot een robuuste uitvoeringsdienst. De uitwerking en de financiële consequenties hiervan worden verwerkt in de begroting 2025 en verder. 

Kwaliteit (indicator)

G

Tijd

De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de termijn van het collegeprogramma 2023-2027.

De uitvoering van de VTH-taken vindt plaats binnen de daarvoor geldende termijnen.

Tijd (indicator)

G

Geld

Voor de uitvoering van het product 4.2.2. Vergunningen, toezicht en handhaving wordt het budget in 2024 verhoogd met € 0,84 mln. Dit betreft  o.a. de volgende begrotingswijzigingen:

  • verhoging van de provinciale bijdrage RUD Limburg Nood met € 0,124 mln. ter ondersteuning bij uitvoering Plan van Aanpak Robuuste RUD. Dekking vindt plaats vanuit de reservering voor onvoorziene uitgaven (GS:11-6-2024);
  • verhoging van de provinciale bijdrage RUD-Zuid Limburg met € 1,22 mln. als gevolg van extra uitgaven in het kader van de opdracht provinciale taken 2024 (GS: 20-8-2024). Dekking vindt plaats vanuit het begrotingsresultaat;
  • verhoging ten behoeve van het takenpakket Wet Hygiëne/Veiligheid Zweminrichtingen met € 0,03 mln. Dekking vindt plaats vanuit het begrotingsresultaat;
  • verlaging van het  budget versterking VTH-stelsel (ZRK-voorstellen) met € 0,43 mln. ten gunste van overheveling naar het personele lastenbudget (begroot + 4 fte voor VTH).

 De begrote baten worden met € 0,46 mln. verlaagd. Dit betreft de volgende wijzigingen:

  • via de meicirculaire provinciefonds 2024 hebben we een bedrag van € 0,54 mln. DU Versterking vergunningverlening maatwerkaanpak ontvangen. Dit bedrag wordt gefaseerd opgenomen als lasten in de begroting voor de jaren 2024 € 0,09 mln. en 2025 € 0,45 mln.;
  • de begrote legesinkomsten worden in 2024 met € 1 mln. neerwaarts bijgesteld. Oorzaken zijn de niet voorziene gevolgen van de invoering van de Omgevingswet (piekvorming vergunningsaanvragen "oud regime" eind 2023 en daarmee vertraging in de afhandeling nieuwe aanvragen 2024). 

Geld (indicator)

O

Samenvatting

Toelichting over voortgang 

1.    Robuuste Omgevingsdienst(en)

In het coalitieakkoord ‘Elke Limburger telt!’ 2023-2027 is opgenomen dat de aanbevelingen van de Zuidelijke Rekenkamer zullen worden geïmplementeerd: “We gaan daarbij van een ‘minimalistische’ naar een ‘robuuste’ uitvoering, met voldoende capaciteit en de bijbehorende aanvullende middelen. Op deze manier kunnen we de toegenomen taken zowel in aantal als in complexiteit op een zorgvuldige manier uitvoeren.”

Ook in het beleidskader Nieuwe energie en een schoon leefmilieu is een robuuste uitvoering van milieutaken als doel gesteld. 

In het coalitieakkoord is structureel € 2,2 mln. als extra investering opgenomen vanaf 2024, waarvan € 0,7 mln. voor autonome kostenstijging OD ZL en € 1,5 mln. om de uitvoeringscapaciteit uit te breiden en de aanbevelingen van het ZRK-rapport te implementeren. 

Deze intensiveringen zijn echter onvoldoende om voorliggende opdracht 2024 aan de OD ZL volledig te kunnen financieren. Daarom dat conform het GS-besluit van 20 augustus 2024 wordt voorgesteld aan uw Staten om extra geld (€ 1,22 mln.) te reserveren voor de Omgevingsdienst Zuid-Limburg. Alleen daarmee kunnen de ZRK-aanbevelingen wat betreft 2024 worden geïmplementeerd.

2.    Legesopbrengsten 2024

We signaleren dat het aantal legesplichtige feiten in de eerste helft van het jaar flink achterblijft bij de raming op basis van eerdere jaarcijfers. 
Doordat bedrijven en organisaties in 2023 nog niet bekend waren met de nieuwe wetgeving, is veelvuldig ervoor gekozen aanvragen in te dienen aan het einde van 2023 zodat deze nog onder de oude wetgeving afgehandeld konden worden. Op 12 maart 2024 bent u reeds hierover geïnformeerd. Veel van deze aanvragen zijn niet legesplichtig op grond van de legesverordening 2023. Dat heeft erin geresulteerd dat de vergunningverleners de eerste maanden van het nieuwe jaar grotendeels bezig zijn geweest met het afhandelen van de vele vergunningsaanvragen afkomstig uit Q4 van 2023. Dit geldt voor zowel de taken die bij de OD ZL belegd zijn als de taken die door het cluster VTH worden uitgevoerd. Dat maakt dat er veel werk verzet is, zonder dat dit direct zichtbaar is geworden in de opgehaalde leges uit 2024. Daarnaast zien we dat men een afwachtende houding heeft ten aanzien van (jurisprudentie)ontwikkelingen onder de Omgevingswet en daarmee op sommige gebieden (voornamelijk milieu) de aanvragen uitblijven.

Verder is bij ontgronden een daling van het aantal nieuwe aanvragen waarneembaar. Op Rijksniveau speelt hier momenteel de discussie over het niet kunnen ontplooien van nieuwe ontgrondingsactiviteiten in relatie tot een afnemende grondstoffenvoorraad en de wens om toe te bewegen naar een circulaire economie.