Doelenboom

Terug naar navigatie - Doelenboom

De indicatoren in dit hoofdstuk relateren allemaal aan de maatschappelijke opgaven, doelstellingen en resultaten uit de doelenboom beleidskader 'Nieuwe energie en een schoon leefmilieu' (pdf, 88 kB).

4. Maatschappelijke opgave

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Aan de hand van indicatoren maken we zichtbaar hoe het over de lange termijn (trendmatig) gesteld is met de maatschappelijke opgaven van het beleidskader ‘Nieuwe Energie en een Schoon Leefmilieu 2024-2027’. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder per maatschappelijke opgave gepresenteerd. 

Energie wordt efficiënt benut, is betaalbaar en CO2-arm (MO 8)

Terug naar navigatie - Energie wordt efficiënt benut, is betaalbaar en CO2-arm (MO 8)

Energieverbruik afgezet tegen het Limburgs bruto regionaal product (MO 8a)

Terug naar navigatie - Energieverbruik afgezet tegen het Limburgs bruto regionaal product (MO 8a)

Deze figuur gaat over de efficiency van het energieverbruik in Limburg. Het energieverbruik is afhankelijk van de economische conjunctuur. Bij economische groei neemt ook het energieverbruik toe en bij krimp af. Bij een efficiënter energieverbruik zal het energieverbruik minder hard groeien of dalen dan de conjunctuur. Dit noemen we ontkoppeling. Als maat voor de conjunctuur gebruiken we het bruto regionaal product van Limburg (CBS). De grafiek zet het indexcijfer van het energieverbruik in Limburg (Bron: Regionale klimaatmonitor)  af tegen het indexcijfer van het binnenlands regionaal product van Limburg. Het basisjaar voor de indexering is 2010 (index = 100). Het energieverbruik is afkomstig uit de Regionale Klimaatmonitor. We zien sinds 2014 dat het energieverbruik minder hard groeit dan de conjunctuur. Vanaf 2020 lijkt deze ontkoppeling verder door te zetten.

Bron: Provincie Limburg

Ontwikkeling consumentenprijzen voor energie (MO 8b)

Terug naar navigatie - Ontwikkeling consumentenprijzen voor energie (MO 8b)

Deze figuur gaat over betaalbaarheid. De CBS consumentenprijsindex vanaf het jaar 2015 wordt hierbij gebruikt als maat voor de algemene consumentenprijs ontwikkeling. Deze wordt vergeleken met de prijsontwikkeling van alleen elektriciteit, gas en overige brandstoffen, die CBS ook publiceert. 

De figuur laat zien dat tot en met 2020 de prijzen van energiekosten gelijke tred houden met die van andere producten. Vanaf 2021 groeien de prijzen van energie sneller. De uitschieter hierin is de start van de oorlog in Oekraïne in 2022 die heeft geleid tot hoge energieprijzen. 

Bron: CBS Statline

Energieverbruik afgezet tegen de CO2-emissie ten gevolge van het energieverbruik Limburg (MO 8c)

Terug naar navigatie - Energieverbruik afgezet tegen de CO2-emissie ten gevolge van het energieverbruik Limburg (MO 8c)

Deze figuur gaat over een CO2-arme energievoorziening. Bij het gebruik van fossiele bronstoffen voor energieopwekking komt CO2 vrij. Verlaging van de CO2-emissie wordt bereikt door vermindering van het energieverbruik (besparing of meer efficiëntie) of door het gebruik van hernieuwbare- of kernenergie. In deze figuur wordt de CO2-emissie afgezet tegen het energieverbruik in Limburg (bron: beide van Regionale klimaatmonitor) . Deze cijfers zijn bewerkt en als indexcijfer weergegeven met 2010 als basisjaar (index = 100). Bij een CO2-arme energievoorziening zal de CO2-emissie in toenemende mate onder de lijn van het energieverbruik gaan lopen (ontkoppeling). Vanaf het jaar 2018 is hiervan sprake. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

Bekende CO2-uitstoot (BBV) (MO 8d)

Terug naar navigatie - Bekende CO2-uitstoot (BBV) (MO 8d)

Deze BBV indicator geeft de CO2;-emissie over de jaren heen weer (Bron: Regionale Klimaatmonitor met een bewerking door IPO).  De emissie van CO2 is hierbij bepaald door het verbruik van gas, elektriciteit en vervoersbrandstoffen te vermenigvuldigen met de emissiefactor van die energiedrager. Deze emissiefactoren variëren per jaar, afhankelijk van bijvoorbeeld de brandstofmix van de elektriciteitsproductie en de samenstelling van aardgas. De emissie is gegeven in kTon. Na 2015 is sprake van een structurele afname van de CO2-emissie. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

Hernieuwbare Energie (BBV) (MO 8e)

Terug naar navigatie - Hernieuwbare Energie (BBV) (MO 8e)

Deze BBV-indicator geeft de groei weer van hernieuwbare opwek in Limburg. Dit betreft hernieuwbare energie uit zon, wind, biomassa, bodem, buitenlucht en water, zowel voor elektriciteit, warmte of vervoer. De hernieuwbare opwek is weergegeven in TeraWattuur (TWh) (bron: Regionale Klimaatmonitor).   

Bron: Regionale klimaatmonitor

Een schone, gezonde en veilige leefomgeving (MO 9)

Terug naar navigatie - Een schone, gezonde en veilige leefomgeving (MO 9)

Milieugezondheidsrisico (percentage van totale ziektelast dat wordt veroorzaakt door omgevingsgeluid en luchtvervuiling) in de milieugezondheidsrisicokaart (MO 9a)

Terug naar navigatie - Milieugezondheidsrisico (percentage van totale ziektelast dat wordt veroorzaakt door omgevingsgeluid en luchtvervuiling) in de milieugezondheidsrisicokaart (MO 9a)

Deze indicator geeft het milieugezondheidsrisico weer. Dit is de geschatte, opeengestapelde invloed van geluid en luchtkwaliteit op de volksgezondheid. Het milieugezondheidsrisico geeft in procenten aan hoeveel van de totale ziektelast door omgevingsgeluid en luchtvervuiling komt. Deze kaart geeft de situatie weer voor het jaar 2020. 

Bron: Atlas Leefomgeving

Gemiddelde levensduurverkorting door luchtverontreiniging in Limburg (MO 9b)

Terug naar navigatie - Gemiddelde levensduurverkorting door luchtverontreiniging in Limburg (MO 9b)

Deze indicator geeft weer hoeveel maanden inwoners van Limburg gemiddeld korter leven door luchtverontreiniging in 2019. De indicator is gebaseerd op de berekende concentraties luchtkwaliteit per adres, in combinatie met het aantal inwoners per adres per leeftijd en de bijbehorende gezondheidseffecten van de concentratie op dat adres. De levensduur verkorting geven we weer ten opzichte van de situatie waarin er geen luchtverontreiniging zou zijn. Deze indicator is voor het eerst beschikbaar in 2019, en komt opnieuw beschikbaar in 2025 en 2030.

Bron: GGD Noord-Limburg en Zuid-Limburg

Ervaren gezondheid (MO 9c)

Terug naar navigatie - Ervaren gezondheid (MO 9c)

Met deze indicatoren geven we de ervaren gezondheid per gemeente aan voor de jaren 2012, 2016, 2020 en 2022. De ervaren gezondheid, ook wel subjectieve gezondheid of gezondheidsbeleving genoemd, weerspiegelt het oordeel over de eigen gezondheid. Ervaren gezondheid is een samenvattende gezondheidsmaat van alle relevante gezondheidsaspecten voor de persoon in kwestie. Bij dit kerncijfer gaat het om het percentage mensen dat zijn of haar gezondheid als goed of zeer goed ervaart. De ervaren gezondheid laat een lichte stijging zien tussen 2012 en 2020. In 2022 is de ervaren gezondheid lager. Mogelijk is dit gerelateerd aan de corona periode. 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Gebied
2012
2016
2020
2022
Beek
73,00%
71,30%
74,20%
65,90%
Beekdaelen
72,60%
71,50%
73,90%
65,50%
Beesel
73,90%
72,30%
75,50%
66,40%
Bergen
74,40%
74,40%
76,70%
68,90%
Brunssum
66,50%
65,40%
69,10%
59,90%
Echt-Susteren
72,10%
70,20%
74,00%
65,10%
Eijsden-Margraten
76,70%
75,10%
78,00%
71,50%
Gennep
75,90%
75,70%
77,50%
69,60%
Gulpen-Wittem
73,80%
72,80%
75,20%
67,60%
Heerlen
66,20%
64,30%
67,80%
58,50%
Horst aan de Maas
77,30%
77,20%
79,20%
71,30%
Kerkrade
62,90%
64,00%
68,10%
58,90%
Landgraaf
67,40%
67,30%
68,80%
60,00%
Leudal
77,00%
75,60%
78,00%
69,40%
Maasgouw
74,80%
73,20%
76,50%
68,20%
Maastricht
72,50%
71,40%
74,50%
65,80%
Meerssen
75,60%
72,70%
75,50%
67,70%
Mook en Middelaar
77,60%
77,20%
79,40%
71,70%
Nederweert
76,70%
75,70%
78,40%
69,80%
Peel en Maas
76,60%
76,10%
78,80%
70,10%
Roerdalen
73,40%
71,40%
74,90%
64,80%
Roermond
71,00%
69,70%
73,30%
64,10%
Simpelveld
71,00%
70,90%
73,10%
65,60%
Sittard-Geleen
69,70%
68,40%
71,40%
63,50%
Stein
72,20%
71,00%
73,30%
65,10%
Vaals
70,20%
66,90%
71,10%
62,80%
Valkenburg aan de Geul
72,10%
71,10%
74,00%
66,40%
Venlo
71,60%
70,80%
74,30%
65,20%
Venray
75,00%
74,70%
77,10%
68,50%
Voerendaal
74,30%
72,80%
74,60%
67,70%
Weert
74,50%
72,90%
76,10%
67,30%

Aantal personen binnen de Externe Veiligheidscontouren (MO 9da)

Terug naar navigatie - Aantal personen binnen de Externe Veiligheidscontouren (MO 9da)

Deze indicator geeft de oppervlakte (in km2) van de aandachtsgebieden per risicobron weer in het jaar 2025. De risicobron is uitgesplitst voor drie categorieën: het basisnet (transport gevaarlijke stoffen via weg, spoor en water), buisleidingen (ondergronds hogedruktransport van gevaarlijke stoffen, voornamelijk aardgas) en industrie (opslag en/of gebruik van gevaarlijke stoffen bij productie).

Het aandachtsgebied is het effectgebied waar risico's gerelateerd aan de bron kunnen optreden. Deze zijn uitgesplitst naar brand, explosie en gifwolk. De oppervlakte in de grafiek is hoger dan de daadwerkelijke oppervlakte. Dit komt doordat er overlap is tussen de verschillende aandachtsgebieden. 

Deze indicator is gebaseerd op gegevens uit de atlas leefomgeving. De provincie levert de data over industrie als bevoegd gezag voor complexe bedrijven. 

Bron: Atlas leefomgeving

Oppervlakte Externe Veiligheidscontouren (MO 9db)

Terug naar navigatie - Oppervlakte Externe Veiligheidscontouren (MO 9db)

Deze indicator geeft voor heel de provincie weer hoeveel personen zich bevinden binnen een aandachtsgebied gerelateerd aan een risicobron voor het jaar 2025. De risicobron is uitgesplitst voor drie categorieen: het basisnet (transport gevaarlijke stoffen via weg, spoor en water), buisleidingen (ondergronds hogedruktransport van gevaarlijke stoffen, voornamelijk aardgas) en industrie (opslag en/of gebruik van gevaarlijke stoffen bij productie).

Per bron is weergegeven hoeveel personen zich in bijbehorend aandachtsgebied bevinden. Het aandachtsgebied is het effectgebied waar risico's gerelateerd aan de bron kunnen optreden. Deze zijn uitgesplitst naar brand, explosie en gifwolk. 

Het aantal personen in de grafiek is hoger dan het daadwerkelijk aantal personen dat zich in de aandachtsgebieden bevinden. Dit komt doordat er overlap is tussen de verschillende aandachtsgebieden, waardoor personen op dezelfde locatie zich binnen meerde aandachtsgebieden kunnen bevinden. 

Deze indicator is gebaseerd op gegevens uit de atlas leefomgeving. De provincie levert de data over industrie als bevoegd gezag voor complexe bedrijven. 

Bron: Atlas leefomgeving

4. Doelstellingen

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Aan de hand van de genoemde indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder gepresenteerd.

In 2030 bedraagt de CO2/N2O-reductie van de industrie 55% t.o.v. 1990 (D 31)

Terug naar navigatie - In 2030 bedraagt de CO2/N2O-reductie van de industrie 55% t.o.v. 1990 (D 31)

CO2/N2O-emissie van de industrie conform de NEA-monitoring (D 31a)

Terug naar navigatie - CO2/N2O-emissie van de industrie conform de NEA-monitoring (D 31a)

In deze figuur is de emissie van CO2 en lachgas door de industrie weergegeven in kiloton CO2-equivalenten. Daarbij is de emissie van lachgas vermenigvuldigd met de broeikasgasfactor om daarmee een vergelijkbare maat te krijgen voor het broeikasgaseffect.

Weergegeven is de emissie van de bedrijven die vallen onder de CO2-heffing. Daarmee hebben de cijfers niet betrekking op de hele sector industrie, maar wel van de grootste veroorzakers van deze broeikasgassen. De emissie wordt  gepubliceerd door de Nationale Emissie Autoriteit (NEA).  De cijfers van de NEA gaan over de emissie uit schoorstenen van de betrokken bedrijven. Dit onderscheidt zich van de CO2-emissie uit de Regionale Klimaatmonitor die veelal, maar niet uitsluitend, werkt met de verbruiksmethode. Daarin wordt de CO2-emissie bepaald door het gebruik van elektriciteit, gas en vervoersbrandstoffen vermenigvuldigd met de emissiefactor (zie ook MO_8d).

In het beleidskader is als doel geformuleerd om deze emissie te verlagen tot 45% t.o.v. het niveau van 1990. Daarmee is het doel gelijk aan het nationale doel. Er zijn evenwel geen regionale cijfers van de emissie in 1990 beschikbaar, alleen de emissie op nationaal niveau. Hierdoor is het doel niet te kwantificeren. Voor de najaarsnota wordt onderzocht of een verantwoorde schatting kan worden gemaakt. 

Bron: Provincie Limburg

In 2030 is er 2,5 TWh duurzame opwek van energie gerealiseerd voor grootschalige installaties (>15 kWp) in Limburg (D 33)

Terug naar navigatie - In 2030 is er 2,5 TWh duurzame opwek van energie gerealiseerd voor grootschalige installaties (>15 kWp) in Limburg (D 33)

Elektriciteitsproductie (TWh) door grootschalige zon-pv en windturbines (D 33a)

Terug naar navigatie - Elektriciteitsproductie (TWh) door grootschalige zon-pv en windturbines (D 33a)

Deze figuur toont de gerealiseerde elektriciteitsproductie uit grootschalige zon-pv-installaties en windturbines in teraWattuur (TWh = 1 biljoen kWh). Grootschalige zon-pv-installaties hebben een vermogen van 15 kW of meer en kunnen zowel op dak als op de grond gelegen  zijn. De productie is bepaald volgens de methodiek van Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). PBL publiceert deze cijfers als onderdeel van de monitoring van de RES-opgave. Dit houdt in dat de jaarlijkse fluctuaties door meer of minder zon of wind er uit zijn gehaald. Dit heet genormaliseerd gebruik, waarbij wordt teruggerekend naar een 'normaal' zon- en windjaar. De energieproductie van installaties die in een bepaald jaar zijn gebouwd wordt aangevuld met de productie die zij in een heel jaar zouden leveren (bijtelling).  

Doel is om in 2030 een productie van 2.5 TWh te bereiken. De jaarlijkse groei vlakt af en bedraagt tussen 2022 en 2023 0.2 TWh. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2030 bedraagt de CO2-emissie reductie van de gebouwde omgeving 55% t.o.v. 1990 (D 34)

Terug naar navigatie - In 2030 bedraagt de CO2-emissie reductie van de gebouwde omgeving 55% t.o.v. 1990 (D 34)

CO2-emissie van de gebouwde omgeving [bronbenadering] (D 34a)

Terug naar navigatie - CO2-emissie van de gebouwde omgeving [bronbenadering] (D 34a)

Ook voor de gebouwde omgeving zijn er geen regionale cijfers voor de gehele CO2-emissie. Deze figuur toont de CO2-emissie van de gebouwde omgeving volgens de bronmethode in kiloton (kTon) (bron: Regionale Klimaatmonitor). Er wordt hierbij uitsluitend gekeken naar de emissie uit de schoorstenen van de gebouwde omgeving. Dit zijn de verwarmingsinstallaties die middels de verbranding van gas gebouwen verwarmen. Het elektriciteitsverbruik wordt hierbij niet meegerekend (dat wordt in deze berekeningswijze toegerekend aan de sector energie). Deze berekeningsmethodiek is gelijk aan die van doelstelling D31 a).

De trend van de afgelopen jaren is een beperkte jaarlijkse daling met een iets grotere daling in het jaar 2022. Het doel is gelijk aan het nationale doel, waarbij de emissie in 2030 45% bedraagt van het niveau in 1990. Ook voor de gebouwde omgeving geldt dat er geen regionale cijfers zijn voor de CO2-emissie. Het reductiedoel is bij benadering te bepalen op basis van de gegevens van de emissieregistratie uit 1990 (1.693 kTon): 762 kTon (0,45).  

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2030 is het aandeel huishoudens met een laag inkomen en een woning van lage energetische kwaliteit gedaald van nu 6,6% naar 5% (D 35)

Terug naar navigatie - In 2030 is het aandeel huishoudens met een laag inkomen en een woning van lage energetische kwaliteit gedaald van nu 6,6% naar 5% (D 35)

Het aandeel huishoudens in Limburg met een laag inkomen én een woning van laag energetische kwaliteit (D 35a)

Terug naar navigatie - Het aandeel huishoudens in Limburg met een laag inkomen én een woning van laag energetische kwaliteit (D 35a)

CBS publiceert data over energiearmoede en hanteert daarvoor verschillende indicatoren. De getoonde indicator laat huishoudens naar voren komen die kwetsbaar zijn omdat ze een laag inkomen hebben en wonen in een woning met een lage energetische kwaliteit. Hierdoor worden ook huishoudens meegenomen die hun energierekening wel kunnen betalen, maar door de lage energetische kwaliteit problemen kunnen ervaren in wooncomfort. Bijvoorbeeld omdat de woning moeilijk of alleen tegen hoge kosten te verwarmen is.

De rapportage van CBS geeft de getallen van twee jaar geleden. Medio 2024 zijn de getallen van 2022 beschikbaar gekomen. Er is tevens een methodewijziging doorgevoerd, waarbij de indicatorwaarden van voorgaande jaren zijn bijgesteld. Daarmee is ook de waarde van het uitgangsjaar gewijzigd.  

Er is vanaf de start van de statistiek een verbetering zichtbaar in de situatie rond energiearmoede, waarbij in 2022 de doelstelling behaald is. Weergegeven zijn de gemiddelde waarden van de gehele provincie. Op wijkniveau verschillen de waarden aanzienlijk, waarbij  de indicator in een aantal wijken boven deze gemiddelden liggen.  

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2030 is op 70% van de geschikte daken kleinschalige opwek (<15 kWp) via gem. 10 zonnepanelen op dak gerealiseerd. Concreet moet dit leiden tot 1300 MW PV-vermogen in 2030 (D 36)

Terug naar navigatie - In 2030 is op 70% van de geschikte daken kleinschalige opwek (<15 kWp) via gem. 10 zonnepanelen op dak gerealiseerd. Concreet moet dit leiden tot 1300 MW PV-vermogen in 2030 (D 36)

Het geplaatste PV-vermogen (MW) op dak op woningen in Limburg (D 36a)

Terug naar navigatie - Het geplaatste PV-vermogen (MW) op dak op woningen in Limburg (D 36a)

Deze CBS-indicator betreft vooral installaties op woningen, maar ook kleine installaties bij bedrijven of op de grond. Grotere woningen met een installatie boven de 15 kW tellen daarentegen niet mee. Er is vanaf 2018 sprake van een jaarlijkse toenemende groei in het vermogen. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2027 is de gezondheid van de Limburger bevorderd door verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving t.o.v. 2020 middels (i) verminderen blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen, (ii) verminderen geluidsoverlast [...] (D 37)

Terug naar navigatie - In 2027 is de gezondheid van de Limburger bevorderd door verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving t.o.v. 2020 middels (i) verminderen blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen, (ii) verminderen geluidsoverlast [...] (D 37)

Jaarlijks berekende blootstelling luchtkwaliteit in Limburg (D 37a)

Terug naar navigatie - Jaarlijks berekende blootstelling luchtkwaliteit in Limburg (D 37a)

Met deze indicatoren geven we de berekende blootstelling van de Limburgse bevolking weer aan fijnstof (PM10) en stikstofoxiden (N02) in microgram/m3 tussen 2010 en 2021. 

De blootstelling of het bevolkingsgewogen gemiddelde is een combinatie van de berekende concentratie per adres en het aantal inwoners per adres. Met de blootstelling geven we weer hoe hoog de concentratie per inwoner van Limburg gemiddeld is.

In de grafiek zien we een dalende trend in de blootstelling aan fijnstof en stikstofoxiden. Dit hangt samen met de eveneens dalende trend van de uitstoot van deze stoffen. In het oog springend zijn de coronajaren 2020 en 2021. Door de afname van verkeer zijn de concentraties NO2 opvallend lager. 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Aantal klachten vliegverkeer (D 37c)

Terug naar navigatie - Aantal klachten vliegverkeer (D 37c)

Met deze indicatoren geven we de trend weer van het aantal klachten dat over vliegverkeer wordt ingediend bij het Klachten Informatie Centrum Luchtverkeer. Deze indicator helpt de Provincie om een beeld te vormen van de hinder die de omgeving ondervindt van vliegverkeer.

Bron: Provincie Limburg

Monitoring geluidsbelasting stiltegebieden (D 37d)

Terug naar navigatie - Monitoring geluidsbelasting stiltegebieden (D 37d)

Met deze indicator geven we de stiltegebieden in Limburg weer met de geluidbelasting en of deze voldoet aan de richtwaarde van 40 dB(A). De indicator geeft per stiltegebied per jaar de gemeten geluidsbelasting weer in dB(A).

Over de jaren heen wordt de richtwaarde van 40 dB(A) in een meerderheid van de gebieden gehaald. De verbeterde prestatie van de gebieden in 2023 wordt mogelijk voor een deel verklaard uit de in 2022 gelanceerde stiltecampagne waarin ten behoeve van de flora en fauna op de belangrijke waarde van stilte en rust in de gebieden is gewezen.

 

Bron: Provincie Limburg

Aantal klachten in stiltegebieden (D 37e)

Terug naar navigatie - Aantal klachten in stiltegebieden (D 37e)

Met deze indicator geven we het aantal klachten weer over stiltegebieden in 2024. Klachtmeldingen kunnen betrekking hebben op kenbaarheid, vermoede overtredingen en verzoeken om handhaving. Opvallend is dat 4 van de 10 meldingen afkomstig zijn van één persoon. 

Bron: Provincie Limburg

Emissie van NO2 naar lucht (D 37fa)

Terug naar navigatie - Emissie van NO2 naar lucht (D 37fa)

Met de onderstaande indicator geven we de emissie, oftewel uitstoot, weer van stikstofoxide (NO2) tussen 1990 en 2022. De indicator geeft de uitstoot weer uit alle bronnen in de provincie Limburg voor de betreffende jaren.

De uitstoot van NO2 laat een dalende trend zien. Dit is het gevolg van minder uitstoot door voornamelijk verkeer, industrie en energie door schonere technieken.

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Emissie fijnstof naar lucht (D 37fb)

Terug naar navigatie - Emissie fijnstof naar lucht (D 37fb)

Met deze indicator geven we de emissie oftewel uitstoot weer van fijnstof (PM10) en fijnstof (PM2.5) tussen 1990 en 2022 in tonnen. De indicator geeft de uitstoot weer uit alle bronnen in de provincie Limburg voor de betreffende jaren.

De uitstoot van PM10 en PM2.5 laat een dalende trend zien. 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

4. Resultaten

Terug naar navigatie - 4. Resultaten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of of we als Provincie de resultaten, zoals afgesproken in dit beleidskader, behalen. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder gepresenteerd.

In 2024 hebben alle bedrijven met een energiebesparingsplicht die vallen onder bevoegd gezag van de Provincie een actueel energie­besparing onderzoeksrapport opgeleverd (R 83)

Terug naar navigatie - In 2024 hebben alle bedrijven met een energiebesparingsplicht die vallen onder bevoegd gezag van de Provincie een actueel energie­besparing onderzoeksrapport opgeleverd (R 83)

Percentage bedrijven met een energiebesparingsplicht dat een energiebesparing onderzoeksrapport heeft opgeleverd (R 83a)

Terug naar navigatie - Percentage bedrijven met een energiebesparingsplicht dat een energiebesparing onderzoeksrapport heeft opgeleverd (R 83a)

Het resultaat is voor 95% gehaald (Omgevingsdienst Zuid-Limburg). 

De Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) is in gesprek met de resterende 5% bedrijven die nog geen onderzoeksrapportage hebben opgeleverd. Inzet is dat ook deze bedrijven op korte termijn een onderzoeksrapportage opleveren.

Bron: Provincie Limburg

In 2025 hebben minimaal 3 Limburgse maatwerk-bedrijven bindende maatwerkafspraken gemaakt (R 84)

Terug naar navigatie - In 2025 hebben minimaal 3 Limburgse maatwerk-bedrijven bindende maatwerkafspraken gemaakt (R 84)

Aantal Limburgse maatwerkbedrijven dat een bindende maatwerkafspraak heeft gemaakt (R 84a)

Terug naar navigatie - Aantal Limburgse maatwerkbedrijven dat een bindende maatwerkafspraak heeft gemaakt (R 84a)

Er zijn drie fases om met bedrijven naar maatwerkafspraken te komen. De eerste fase is de Expression of Principles (EoP). De bedrijven OCI, AnQore en COSUN hebben deze Expression of Principles ondertekend. Met deze bedrijven worden gesprekken gevoerd om te komen tot een Joint Letter of Intent (JLoI), dit is de tweede fase. Met Smurfit Westrock Roermond Papier is het traject gestart om te komen tot een Expression of Principles. 

De bindende maatwerkafspraak is de derde en laatste fase. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
2024
Limburg
0

In 2025 is een CES 3.0 Cluster6 en in 2027 is een CES 4.0 Cluster6 opgeleverd met inzicht in vermogensbehoefte van bedrijven per modaliteit (R 85)

Terug naar navigatie - In 2025 is een CES 3.0 Cluster6 en in 2027 is een CES 4.0 Cluster6 opgeleverd met inzicht in vermogensbehoefte van bedrijven per modaliteit (R 85)

De CES 3.0 en 4.0 Cluster6 zijn respectievelijk opgeleverd in 2025 en 2027 Ja/Nee (R_85a)

Nee. Provincie Limburg heeft in 2023 de cluster energie strategie (CES2.0) voor cluster 6 opgeleverd. In 2025 vindt een landelijke evaluatie plaats door IPO, de netbeheerders en Rijksoverheid over nut en noodzaak voor nieuw op te stellen CES'en. Afhankelijk van de uitkomsten van deze evaluatie, start Provincie Limburg in 2025 met het traject voor een CES3.0 cluster 6.

In 2027 is via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed de organisatiegraad op 49 bedrijventerreinen verhoogd ten behoeve van de verduurzaming van hun bedrijventerreinen (R 86)

Terug naar navigatie - In 2027 is via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed de organisatiegraad op 49 bedrijventerreinen verhoogd ten behoeve van de verduurzaming van hun bedrijventerreinen (R 86)

Aantal bedrijventerreinen waar de organisatiegraad is verhoogd (R 86a)

Terug naar navigatie - Aantal bedrijventerreinen waar de organisatiegraad is verhoogd (R 86a)

In Q3 2024 heeft Provincie Limburg opdracht gegeven aan het consortium LIOF-LWV-OML om een provinciebrede aanpak voor toekomstbestendige bedrijventerreinen op te zetten. In Q4 2024 is het consortium 1-op-1 in gesprek gegaan met alle Limburgse gemeenten. Doel was om nader inzicht te krijgen in (ontwikkelingen op) bedrijventerreinen in de gemeenten, en welke bedrijventerreinen interessant zijn voor ondersteuning vanuit het voorliggende programma. In 2025 wordt gestart met de inzet op de eerste bedrijventerreinen. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
2024
Limburg
0

In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed tenminste 10 bedrijventerreinen ontzorgd in hun verduurzaming (R 87)

Terug naar navigatie - In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed tenminste 10 bedrijventerreinen ontzorgd in hun verduurzaming (R 87)

Aantal bedrijventerreinen dat ontzorgd is in hun verduurzaming (R 87a)

Terug naar navigatie - Aantal bedrijventerreinen dat ontzorgd is in hun verduurzaming (R 87a)

In Q3 2024 heeft Provincie Limburg opdracht gegeven aan het consortium LIOF-LWV-OML om een provinciebrede aanpak voor toekomstbestendige bedrijventerreinen op te zetten. In Q4 2024 is het consortium 1-op-1 in gesprek gegaan met alle Limburgse gemeenten. Doel was om nader inzicht te krijgen in (ontwikkelingen op) bedrijventerreinen in de gemeenten, en welke bedrijventerreinen interessant zijn voor ondersteuning vanuit het voorliggende programma. In 2025 wordt gestart met de inzet op de eerste bedrijventerreinen. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
2024
Limburg
0

In 2024 hebben we in kaart welke mogelijkheden de Provincie heeft voor het versnellen van ruimtelijke procedures voor uitbreiding en/ of verzwaring van de elektriciteits­infrastructuur (R 88)

Terug naar navigatie - In 2024 hebben we in kaart welke mogelijkheden de Provincie heeft voor het versnellen van ruimtelijke procedures voor uitbreiding en/ of verzwaring van de elektriciteits­infrastructuur (R 88)

De mogelijkheden van de Provincie voor het versnellen van ruimtelijke procedures voor uitbreiding en/ of verzwaring van de elektriciteits-infrastructuur zijn in kaart gebracht, ja/nee (R_88a)

Ja. Er is een mededeling portefeuillehouder uitgegaan op 18-12-2024 inzake ‘Voortgang netcongestie als onderdeel van de Limburgse aanpak energie-infrastructuur’ (DOC-00729767)

In 2024 heeft de Provincie de bevoegd gezag rol overgenomen van het Rijk voor project 380kV Maasbracht-Graetheide en is de projectbesluitprocedure gestart met als doel om versnelling te realiseren (R 89)

Terug naar navigatie - In 2024 heeft de Provincie de bevoegd gezag rol overgenomen van het Rijk voor project 380kV Maasbracht-Graetheide en is de projectbesluitprocedure gestart met als doel om versnelling te realiseren (R 89)

De Provincie heeft bevoegd gezag voor project 380kV Maasbracht-Graetheide Ja/Nee (R_89a)

Ja.  Gedeputeerde Staten hebben per besluit van 9 april 2024 de bevoegd gezag rol overgenomen in het kader van de projectprocedure voor het project ‘Verzwaring van de hoogspanningsverbinding Maasbracht-Graetheide’ .

De projectbesluitprocedure is gestart Ja/Nee (R_89b)

Ja. De projectbesluitprocedure is gestart met de publicatie van de kennisgeving daarover in het Provinciaal Blad van 24 april 2024. 

In 2024 is de toekomstgerichte studie Claus centrale opgeleverd (R 90)

Terug naar navigatie - In 2024 is de toekomstgerichte studie Claus centrale opgeleverd (R 90)

De studie Claus Centrale is opgeleverd Ja/Nee (R_90a)

Ja. Er is een mededeling portefeuillehouder uitgegaan op 21-5-2024 inzake onderzoek 'Toekomstperspectief Clauscentrale en omgeving' (DOC-00652755)

In 2025 is er een energievisie voor Limburg opgeleverd (R 91)

Terug naar navigatie - In 2025 is er een energievisie voor Limburg opgeleverd (R 91)

De energievisie voor Limburg is opgeleverd Ja/Nee (R_91a)

Ja. Het proces van de energievisie en het bepalen van een gezamenlijke koers wordt vervolgd middels het opstellen van Toekomstvisies 2050 (oplevering in 2025). Er is een mededeling portefeuillehouder uitgegaan op 18-11-2024 inzake 'Energievisie 1.0' (DOC-00716014).

In 2025 is er een Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat Limburg vastgesteld (R 92)

Terug naar navigatie - In 2025 is er een Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat Limburg vastgesteld (R 92)

Het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat Limburg is vastgesteld Ja/Nee  (R_92a)

Nee. De verwachte oplevering is in Q2 2025.

In 2024 zijn de instructieregels uit de Provinciale omgevingsverordening voor zonneparken aangepast in overeenstemming met het bestuursakkoord Rijk-IPO-VNG-UvW (R 93)

Terug naar navigatie - In 2024 zijn de instructieregels uit de Provinciale omgevingsverordening voor zonneparken aangepast in overeenstemming met het bestuursakkoord Rijk-IPO-VNG-UvW (R 93)

De instructieregels uit de Provinciale omgevingsverordening voor zonneparken zijn aangepast Ja/Nee  (R_93a)

Ja. In de vergadering van Provinciale Staten van 13-12-2024 is de Wijzigingsverordening 2024 vastgesteld. Onderdeel van deze Wijzigingsverordening is de aanpassing van de instructieregels voor zonneparken (PS besluit G-24-037).

In 2024 is er inzicht in de potentie van zon-pv in de tredes 1 t/m 3 en zijn de mogelijkheden voor innovatieve toepassingen voor zon op landbouwgrond inzichtelijk (R 94)

Terug naar navigatie - In 2024 is er inzicht in de potentie van zon-pv in de tredes 1 t/m 3 en zijn de mogelijkheden voor innovatieve toepassingen voor zon op landbouwgrond inzichtelijk (R 94)

Er is inzicht in de potentie van zon-pv in de tredes 1 t/m 3 en de mogelijkheden voor innovatieve toepassingen voor zon op landbouwgrond zijn inzichtelijk. Ja/Nee  (R_94a)

Nee. In 2024 zijn onderzoeken gestart naar innovatie en potenties op tredes 1 - 3. Het onderzoek is nog niet geheel afgerond. Op basis van deze onderzoeken zal PS geïnformeerd worden in het tweede kwartaal van 2025. 

In 2024 is onderzocht of en met wie een aanvraag wordt gedaan voor de nationale programmaanpak SMRs (R 95)

Terug naar navigatie - In 2024 is onderzocht of en met wie een aanvraag wordt gedaan voor de nationale programmaanpak SMRs (R 95)

Het onderzoek over de nationale programma aanpak SMRs is uitgevoerd Ja/Nee  (R_95a)

Nee. Provincie Limburg is sinds medio 2024 actief betrokken bij de vormgeving van het landelijke onderzoek naar de potentie en randvoorwaarden voor de ontwikkeling en bouw van Small Modular Reactors (SMRs)’. Dit landelijk onderzoek start formeel in Q4 met een simulatie waaraan Provincie Limburg zal deelnemen. Het gaat bij simulaties om het beantwoorden van concrete vragen van stakeholders op de verschillende thema’s. Na de simulaties (medio 2025) is meer bekend óf en wanneer een aanvraag gedaan kan worden door de provincies voor het uitvoeren van een locatieonderzoek.

In 2024 hebben we samen met PS duidelijk welke doelen we beogen met het LEF (R 96)

Terug naar navigatie - In 2024 hebben we samen met PS duidelijk welke doelen we beogen met het LEF (R 96)

Er is duidelijkheid verkregen over de beoogde doelen met het LEF Ja/Nee (R_96a)

Ja. Er is duidelijkheid verkregen over de beoogde doelen met het LEF. PS hebben op 13-12-2024 ingestemd met Statenvoorstel inzake herijking LEF (G-24-040).

In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed 389 kleine en micro-MKB ondernemingen en 201 maatschappelijke vastgoed­ eigenaren ontzorgd (R 97)

Terug naar navigatie - In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed 389 kleine en micro-MKB ondernemingen en 201 maatschappelijke vastgoed­ eigenaren ontzorgd (R 97)

Aantal ontzorgde kleine en micro MKB-ondernemingen via de SPUK (R 97a)

Terug naar navigatie - Aantal ontzorgde kleine en micro MKB-ondernemingen via de SPUK (R 97a)

Momenteel wordt de subsidieregeling voor het Ontzorgingsprogramma MKB opgezet. Verwachting is dat deze in Q2 2025 in werking is. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
2024
Limburg
0

Aantal ontzorgde maatschappelijke vastgoed-eigenaren via de SPUK (R 97b)

Terug naar navigatie - Aantal ontzorgde maatschappelijke vastgoed-eigenaren via de SPUK (R 97b)

Er zijn 56 maatschappelijk-vastgoedeigenaren ontzorgd via een traject dat bestaat uit 4 fasen.

De pijplijn bestaat uit 14 trajecten in fase 1, 26 in fase 2, 5 trajecten in fase 3. Er zijn 5 trajecten gestopt of voortijdig beëindigd. 
Vanaf 2025 wordt een nieuwe koers ingezet, gecombineerd met een gerichte, actieve en persoonlijke communicatiecampagne. Bij enkele doelgroep wordt de focus verlegd om een hoger resultaat te behalen.

Bron: Provincie Limburg

In 2025 is er een ‘proof of concept’ gestart voor WZL (R 98)

Terug naar navigatie - In 2025 is er een ‘proof of concept’ gestart voor WZL (R 98)

De proof of concept voor WZL is gestart Ja/Nee (R_98a)

Ja. Fase 3 van WZL is gestart in september 2024. Deze fase loopt tot begin 2026. Er wordt een Proof of Concept uitgewerkt en een investeringsvoorstel opgesteld. Als hierop positief besloten wordt, kan realisatie van het eerste deel van het warmtenet starten in 2026/2027. 

In 2027 is tenminste één wijk­gerichte aanpak ondersteund waar energiearmoede onderdeel van uitmaakt (R 99)

Terug naar navigatie - In 2027 is tenminste één wijk­gerichte aanpak ondersteund waar energiearmoede onderdeel van uitmaakt (R 99)

Een wijk-gerichte aanpak waar energiearmoede onderdeel van uitmaakt is ondersteund Ja/Nee (R_99a)

Nee. We zijn in gesprek met diverse gemeenten om een pilot uit te voeren in een wijk waar energiearmoede een onderdeel van is.

In 2027 zijn ten minste 3 initiatieven / samenwerkingsverbanden in Limburg ondersteund die gericht zijn op energiebesparing (R 100)

Terug naar navigatie - In 2027 zijn ten minste 3 initiatieven / samenwerkingsverbanden in Limburg ondersteund die gericht zijn op energiebesparing (R 100)

Aantal ondersteunde initiatieven/samenwerkingsverbanden in Limburg die gericht zijn op energiebesparing (R_100a)

De samenwerking wordt in RES-verband uitgewerkt. In RES NML gaan 11 van de 15 gemeenten participeren in de Meerjarige Collectieve Ontzorgingsaanpak (MCO). In samenhang worden de gelden uit het Nationaal Isolatie Programma benut om via een intermediaire marktpartij: 
- Bewoners van grondgebonden koopwoningen te begeleiden tijdens het hele proces naar een verduurzaamde woning met lokale aanbieders (van intake tot verduurzaming); 
- Doorlopend de procesaanpak te verbeteren de nodige (door-)ontwikkelingen door te voeren om impact en kwaliteit te verhogen; 
Gunning vindt plaats in Q2 van 2025; start van de opdracht in Q3.

 

Gebied 2024
Limburg 0

Bron: Provincie Limburg

In 2025 is een Statenbesluit genomen inzake de oprichting van de Provinciale Energie Maatschappij (R 101)

Terug naar navigatie - In 2025 is een Statenbesluit genomen inzake de oprichting van de Provinciale Energie Maatschappij (R 101)

Een Statenbesluit is genomen inzake de oprichting van de Provinciale Energie Maatschappij Ja/Nee (R_101a)

Nee. Op 29 november is in de  commissie LEO de ‘Verkenning Provinciale Energiediensten Maatschappij’ sonderend besproken (GS DOC-00707033). Op basis van de uitkomsten daarvan werkt het college aan een PS-voorstel voor de oprichting van de PEM voor de PS-vergadering van november 2025.

In 2027 zijn, op basis van de verkenning naar concretiserend milieubeleid, het Zuidelijke Rekenkamerrapport en de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen, concrete toetsings- en monitoringscriteria vastgelegd in de Omgevingsverordening (R 102)

Terug naar navigatie - In 2027 zijn, op basis van de verkenning naar concretiserend milieubeleid, het Zuidelijke Rekenkamerrapport en de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen, concrete toetsings- en monitoringscriteria vastgelegd in de Omgevingsverordening (R 102)

Beschrijving en aantal toetsings- en monitoringscriteria die vastgelegd zijn in de Omgevingsverordening en andere provinciale beleidsregels met betrekking tot het beschermen en bevorderen van een schone, gezonde en veilige leefomgeving  (R_102a)

De volgende beleidsplannen en beleidsregels zijn vastgesteld:

  • Limburgs Actieplan Geluid 2024-2029
  • Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024
  • Beleidsregel beoordeling aanvraag verklaring stortverbod Bssa

In de periode 2024-2027 is er meer inzicht en handelingsperspectieven verkregen in te behalen gezondheidswinst voor het Limburgse leefmilieu (R 104)

Terug naar navigatie - In de periode 2024-2027 is er meer inzicht en handelingsperspectieven verkregen in te behalen gezondheidswinst voor het Limburgse leefmilieu (R 104)

Beschrijving van de verkregen inzichten en handelingsperspectieven  (R_104a)

Deze informatie is op 16 januari 2024 reeds gedeeld met uw Staten in de Verkenning concretiserend milieubeleid (GS DOC-00594253). De verkenning heeft als basis gediend voor de modulaire aanpak milieubeleid die is gedeeld met Uw Staten op  8 oktober 2024 (GS DOC-00700043).

In uiterlijk 2024 zijn integrale gezondheids­indicatoren vastgesteld (R 105)

Terug naar navigatie - In uiterlijk 2024 zijn integrale gezondheids­indicatoren vastgesteld (R 105)

De gezondheidsindicatoren zijn vastgesteld: Ja/Nee (R_105a)

De gezondheidsindicatoren zijn vastgesteld en reeds gedeeld met uw Staten op 17 december 2024 (GS DOC-00728370). De gezondheidsindicatoren zijn te raadplegen via https://bbm.databank.nl/mosaic/dashboard/milieu.

40 dB in de stiltegebieden zoals aangewezen in de Omgevingsverordening (R 108)

Terug naar navigatie - 40 dB in de stiltegebieden zoals aangewezen in de Omgevingsverordening (R 108)

Zie indicator D_37d. 

Overzicht van provinciale bedrijven met uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen in 2024 (R 110)

Terug naar navigatie - Overzicht van provinciale bedrijven met uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen in 2024 (R 110)

Aantal bedrijven in Limburg onder bevoegd gezag van de Provincie die ZZS uitstoten (R 110a)

Terug naar navigatie - Aantal bedrijven in Limburg onder bevoegd gezag van de Provincie die ZZS uitstoten (R 110a)

De gegevens zijn afkomstig van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) en zijn een momentopname op 20/02/2025. Het zijn de RIE4- en RIE5-bedrijven. 

Bron: Provincie Limburg

Percentage bedrijven dat een VRP heeft (R 110b)

Terug naar navigatie - Percentage bedrijven dat een VRP heeft (R 110b)

Van de 125 bedrijven die onder bevoegd gezag van de Provincie ZZS uitstoten, heeft  3,2% (4/125) een Vermijdings- en Reductieprogramma. Dit percentage is laag, ODZL verwacht een toename omdat er bij het reguliere toezicht aandacht voor wordt gevraagd. De gegevens zijn afkomstig van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) en zijn een momentopname op 20/02/2025. Het zijn de RIE4- en RIE5-bedrijven. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
2024
Limburg
3%

Behartiging van belangen van de kwaliteit van de leefomgeving bij regionale burger en militaire luchtvaartactiviteiten (R 111)

Terug naar navigatie - Behartiging van belangen van de kwaliteit van de leefomgeving bij regionale burger en militaire luchtvaartactiviteiten (R 111)

Aantal programma's en kwesties waarbij belangen van de leefomgeving behartigd zijn (R_111a) en beschrijving hoe deze belangen zijn behartigd (R_111b)

De Provincie neemt deel aan vier commissies regionaal overleg (CRO), namelijk die van de luchthaven MAA, en de militaire luchthavens Geilenkirchen (de CAL AWACS), de voormalige vliegbasis De Peel en vliegbasis Volkel. In de commissies regionaal overleg worden zaken die betrekking hebben op geluidoverlast en mogelijke hinderreductie besproken. De commissies kunnen adviezen geven aan de betrokken ministers over verbetering van de lokale leefomgeving in relatie tot de luchthavens en het vliegverkeer.

Uitvoering gegeven aan de opdrachten en taken waarvoor de Provincie aan de lat is op grond van het “Convenant voor een veilige ontwikkeling van Chemelot en haar omgeving” (R 112)

Terug naar navigatie - Uitvoering gegeven aan de opdrachten en taken waarvoor de Provincie aan de lat is op grond van het “Convenant voor een veilige ontwikkeling van Chemelot en haar omgeving” (R 112)

Aantal opdrachten en taken waarvoor de Provincie aan de lat is op grond van het Convenant en of deze zijn uitgevoerd (R_112a)

De provincie is verantwoordelijk voor de doelstellingen A (pilot integrale veiligheid) en B (nieuwe campusgebouwen) uit het convenant. De  beschrijving van de uitvoering van deze doelstellingen is onderdeel van een onafhankelijke evaluatie. De resultaten hiervan worden naar verwachting in Q4 met Uw Staten gedeeld. 

Uitvoering gegeven aan motie 3015 Berghorst c.s. “Onderzoek de gezondheidseffecten van Chemelot” (R 113)

Terug naar navigatie - Uitvoering gegeven aan motie 3015 Berghorst c.s. “Onderzoek de gezondheidseffecten van Chemelot” (R 113)

Het onderzoek is uitgevoerd Ja/Nee (R_113a) en beschrijving van (de resultaten van) het onderzoek (R_113b)

Nee. Het RIVM voert in 2025 een verkenning uit naar de gezondheid rondom Chemelot, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het ministerie heeft een begeleidingscommissie ingesteld bestaande uit de betrokken overheden en houdt Chemelot en omwonenden (leden van de focusgroep Toekomst Chemelot en omgeving) op de hoogte van de voortgang. Het RIVM heeft ook een website over de verkenning ingesteld (https://www.rivm.nl/industrie/verkenning-gezondheid-omwonenden-van-chemelot). GS zullen relevante informatie met PS delen zoals verzocht in de Gewijzigde Motie 3015 Berghorst c.s..

Openbare geografische informatie van de vervoer van gevaarlijke stoffen op de provinciale wegen beschikbaar (R 114)

Terug naar navigatie - Openbare geografische informatie van de vervoer van gevaarlijke stoffen op de provinciale wegen beschikbaar (R 114)

Er is een openbare geografische informatie beschikbaar in het kader van het vervoer van gevaarlijke stoffen op provinciale wegen Ja/Nee (R_114a) en beschrijving van de informatie en positieve maatregelen (R_114b)

Ja, deze data is openbaar beschikbaar.  De wegtracés waar gemeten is, zijn te vinden in de Atlas Limburg: https://portal.prvlimburg.nl/viewer/app/default?tocService=Infrastructuur&tocLayer=METING_GEVAARL_STOFFEN_2024_L. De getelde transporten per categorie gevaarlijke stoffen zijn te vinden in het Dataportaal van Provincie Limburg: https://dataportaal-viewer.prvlimburg.nl/jive?var=r_114a.

Als provincie kiezen we ervoor om tellingen uit te voeren van daadwerkelijke transporten met gevaarlijke stoffen. Het aantal transporten is een autonome ontwikkeling die we monitoren. Op deze manier krijgen we op de gemeten locaties inzicht in de ontwikkeling van het aantal en soort transporten. Op basis van deze informatie kunnen we vaststellen of ontwikkelingen langs provinciale wegen gewenst zijn of niet. 

Effectieve sluiting van een van de stortplaatsen en georganiseerde nazorg in 2027 (R 115)

Terug naar navigatie - Effectieve sluiting van een van de stortplaatsen en georganiseerde nazorg in 2027 (R 115)

Aantal effectief gesloten stortplaatsen en aantal stortplaatsen met meervoudig ruimtegebruik (R 115a)

Terug naar navigatie - Aantal effectief gesloten stortplaatsen en aantal stortplaatsen met meervoudig ruimtegebruik (R 115a)

Deze indicator geeft het aantal gesloten stortplaatsen en het aantal gesloten stortplaatsen met meervoudig ruimtegebruik weer voor het jaar 2024. De Provincie Limburg is vergunningverlener voor en houdt toezicht op stortplaatsen in exploitatie. Voor stortplaatsen die gesloten zijn, is de Provincie Limburg financieel, organisatorisch en bestuurlijk verantwoordelijk. Een gesloten stortplaats kan voor meerdere functies gebruikt worden; naast het beheer van de stortplaats voor extensieve recreatie, ook voor zonneparken of fietsroutes. Dit heet meervoudig ruimtegebruik. In 2024 is er sprake van één gesloten stortplaats met een zonnepark. Op twee stortplaatsen zijn of worden zonnepanelen aangebracht. De provincie beheert deze gegevens in eigen beheer als gevolg van de wettelijke zorgplicht.

Bron: Provincie Limburg

Periodiek geactualiseerd VTH-Beleidsplan waarin de uitvoerings- en handhavingsstrategie is bepaald en richting is gegeven aan de RUD Zuid Limburg (R 117)

Terug naar navigatie - Periodiek geactualiseerd VTH-Beleidsplan waarin de uitvoerings- en handhavingsstrategie is bepaald en richting is gegeven aan de RUD Zuid Limburg (R 117)

Is de jaarlijkse opdracht aan de ODZL verstrekt? (R_117b)

Ja, de jaarlijkse opdracht aan de ODZL is verstrekt. 

Aantal actualisaties van het VTH-beleidsplan (R 117a)

Terug naar navigatie - Aantal actualisaties van het VTH-beleidsplan (R 117a)

Het VTH beleidsplan is geactualiseerd in 2024. 

Bron: Provincie Limburg