Doelenboom

Terug naar navigatie - 4. Nieuwe energie en leefmilieu - Doelenboom

De indicatoren in dit hoofdstuk relateren allemaal aan de maatschappelijke opgaven, doelstellingen en resultaten uit de doelenboom beleidskader 'Nieuwe energie en een schoon leefmilieu' (pdf, 88 kB).

4. Maatschappelijke opgave

Terug naar navigatie - - 4. Maatschappelijke opgave

Inleiding

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Inleiding

Aan de hand van indicatoren maken we zichtbaar hoe het over de lange termijn (trendmatig) gesteld is met de maatschappelijke opgaven van het beleidskader ‘Nieuwe Energie en een Schoon Leefmilieu 2024-2027’. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder per maatschappelijke opgave gepresenteerd. 

Energie wordt efficiënt benut, is betaalbaar en CO2-arm (MO 8)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Energie wordt efficiënt benut, is betaalbaar en CO2-arm (MO 8)

Energieverbruik afgezet tegen het Limburgs bruto regionaal product (MO 8a)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Energieverbruik afgezet tegen het Limburgs bruto regionaal product (MO 8a)

Deze figuur gaat over de efficiency van het energieverbruik in Limburg. Het energieverbruik is afhankelijk van de economische conjunctuur. Bij economische groei neemt ook het energieverbruik toe en bij krimp af. Bij een efficiënter energieverbruik zal het energieverbruik minder hard groeien of dalen dan de conjunctuur. Dit noemen we ontkoppeling. Als maat voor de conjunctuur gebruiken we het bruto regionaal product van Limburg (CBS). De grafiek zet het indexcijfer van het energieverbruik in Limburg (Bron: Regionale klimaatmonitor)  af tegen het indexcijfer van het binnenlands regionaal product van Limburg. Het basisjaar voor de indexering is 2010 (index = 100). Het energieverbruik is afkomstig uit de Regionale Klimaatmonitor. We zien sinds 2014 dat het energieverbruik minder hard groeit dan de conjunctuur. Vanaf 2020 lijkt deze ontkoppeling verder door te zetten.

Bron: Provincie Limburg

Ontwikkeling consumentenprijzen voor energie (MO 8b)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Ontwikkeling consumentenprijzen voor energie (MO 8b)

Deze figuur gaat over betaalbaarheid. De CBS consumentenprijsindex vanaf het jaar 2015 wordt hierbij gebruikt als maat voor de algemene consumentenprijs ontwikkeling. Deze wordt vergeleken met de prijsontwikkeling van alleen elektriciteit, gas en overige brandstoffen, die CBS ook publiceert. 

De figuur laat zien dat tot en met 2020 de prijzen van energiekosten gelijke tred houden met die van andere producten. Vanaf 2021 groeien de prijzen van energie sneller. De uitschieter hierin is de start van de oorlog in Oekraïne in 2022 die heeft geleid tot hoge energieprijzen. 

Bron: CBS Statline

Energieverbruik afgezet tegen de CO2-emissie ten gevolge van het energieverbruik Limburg (MO 8c)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Energieverbruik afgezet tegen de CO2-emissie ten gevolge van het energieverbruik Limburg (MO 8c)

Deze figuur gaat over een CO2-arme energievoorziening. Bij het gebruik van fossiele bronstoffen voor energieopwekking komt CO2 vrij. Verlaging van de CO2-emissie wordt bereikt door vermindering van het energieverbruik (besparing of meer efficiëntie) of door het gebruik van hernieuwbare- of kernenergie. In deze figuur wordt de CO2-emissie afgezet tegen het energieverbruik in Limburg (bron: beide van Regionale klimaatmonitor) . Deze cijfers zijn bewerkt en als indexcijfer weergegeven met 2010 als basisjaar (index = 100). Bij een CO2-arme energievoorziening zal de CO2-emissie in toenemende mate onder de lijn van het energieverbruik gaan lopen (ontkoppeling). Vanaf het jaar 2018 is hiervan sprake. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

Bekende CO2-uitstoot (BBV) (MO 8d)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Bekende CO2-uitstoot (BBV) (MO 8d)

Deze BBV indicator geeft de CO2;-emissie over de jaren heen weer (Bron: Regionale Klimaatmonitor met een bewerking door IPO).  De emissie van CO2 is hierbij bepaald door het verbruik van gas, elektriciteit en vervoersbrandstoffen te vermenigvuldigen met de emissiefactor van die energiedrager. Deze emissiefactoren variëren per jaar, afhankelijk van bijvoorbeeld de brandstofmix van de elektriciteitsproductie en de samenstelling van aardgas. De emissie is gegeven in mTon. Na 2015 is sprake van een structurele afname van de CO2-emissie. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

Hernieuwbare Energie (BBV) (MO 8e)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Hernieuwbare Energie (BBV) (MO 8e)

Deze BBV-indicator geeft de groei weer van hernieuwbare opwek in Limburg. Dit betreft hernieuwbare energie uit zon, wind, biomassa, bodem, buitenlucht en water, zowel voor elektriciteit, warmte of vervoer. De hernieuwbare opwek is weergegeven in TeraWattuur (TWh) (bron: Regionale Klimaatmonitor).   

Bron: Regionale klimaatmonitor

Een schone, gezonde en veilige leefomgeving (MO 9)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Een schone, gezonde en veilige leefomgeving (MO 9)

Milieugezondheidsrisico (percentage van totale ziektelast dat wordt veroorzaakt door omgevingsgeluid en luchtvervuiling) in de milieugezondheidsrisicokaart (MO 9a)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Milieugezondheidsrisico (percentage van totale ziektelast dat wordt veroorzaakt door omgevingsgeluid en luchtvervuiling) in de milieugezondheidsrisicokaart (MO 9a)

Deze indicator geeft het milieugezondheidsrisico weer. Dit is de geschatte, opeengestapelde invloed van geluid en luchtkwaliteit op de volksgezondheid. Het milieugezondheidsrisico geeft in procenten aan hoeveel van de totale ziektelast door omgevingsgeluid en luchtvervuiling komt. Deze kaart geeft de situatie weer voor het jaar 2020. Het RIVM heeft geen actualisatie van de kaart bekend gemaakt. 

Bron: Atlas Leefomgeving

Gemiddelde levensduurverkorting door luchtverontreiniging in Limburg (MO 9b)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Gemiddelde levensduurverkorting door luchtverontreiniging in Limburg (MO 9b)

Deze indicator geeft weer hoeveel maanden inwoners van Limburg gemiddeld korter leven door luchtverontreiniging in 2019. De indicator is gebaseerd op de berekende concentraties luchtkwaliteit per adres, in combinatie met het aantal inwoners per adres per leeftijd en de bijbehorende gezondheidseffecten van de concentratie op dat adres. De levensduur verkorting geven we weer ten opzichte van de situatie waarin er geen luchtverontreiniging zou zijn. Deze indicator is voor het eerst beschikbaar in 2019 en komt opnieuw beschikbaar in 2025 en 2030.

Bron: GGD Noord-Limburg en Zuid-Limburg

Ervaren gezondheid (MO 9c)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Ervaren gezondheid (MO 9c)

Met deze indicatoren geven we de ervaren gezondheid per gemeente aan voor de jaren 2012, 2016, 2020 en 2022. De ervaren gezondheid, ook wel subjectieve gezondheid of gezondheidsbeleving genoemd, weerspiegelt het oordeel over de eigen gezondheid. Ervaren gezondheid is een samenvattende gezondheidsmaat van alle relevante gezondheidsaspecten voor de persoon in kwestie. Bij dit kerncijfer gaat het om het percentage mensen dat zijn of haar gezondheid als goed of zeer goed ervaart. De ervaren gezondheid laat een lichte stijging zien tussen 2012 en 2020. In 2022 is de ervaren gezondheid lager. Mogelijk is dit gerelateerd aan de corona periode. De gegevens over 2024 komen beschikbaar in de beleidsmonitor voorjaar 2026. 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Gebied
2012
2016
2020
2022
Beek
73,00%
71,30%
74,20%
65,90%
Beekdaelen
72,60%
71,50%
73,90%
65,50%
Beesel
73,90%
72,30%
75,50%
66,40%
Bergen
74,40%
74,40%
76,70%
68,90%
Brunssum
66,50%
65,40%
69,10%
59,90%
Echt-Susteren
72,10%
70,20%
74,00%
65,10%
Eijsden-Margraten
76,70%
75,10%
78,00%
71,50%
Gennep
75,90%
75,70%
77,50%
69,60%
Gulpen-Wittem
73,80%
72,80%
75,20%
67,60%
Heerlen
66,20%
64,30%
67,80%
58,50%
Horst aan de Maas
77,30%
77,20%
79,20%
71,30%
Kerkrade
62,90%
64,00%
68,10%
58,90%
Landgraaf
67,40%
67,30%
68,80%
60,00%
Leudal
77,00%
75,60%
78,00%
69,40%
Maasgouw
74,80%
73,20%
76,50%
68,20%
Maastricht
72,50%
71,40%
74,50%
65,80%
Meerssen
75,60%
72,70%
75,50%
67,70%
Mook en Middelaar
77,60%
77,20%
79,40%
71,70%
Nederweert
76,70%
75,70%
78,40%
69,80%
Peel en Maas
76,60%
76,10%
78,80%
70,10%
Roerdalen
73,40%
71,40%
74,90%
64,80%
Roermond
71,00%
69,70%
73,30%
64,10%
Simpelveld
71,00%
70,90%
73,10%
65,60%
Sittard-Geleen
69,70%
68,40%
71,40%
63,50%
Stein
72,20%
71,00%
73,30%
65,10%
Vaals
70,20%
66,90%
71,10%
62,80%
Valkenburg aan de Geul
72,10%
71,10%
74,00%
66,40%
Venlo
71,60%
70,80%
74,30%
65,20%
Venray
75,00%
74,70%
77,10%
68,50%
Voerendaal
74,30%
72,80%
74,60%
67,70%
Weert
74,50%
72,90%
76,10%
67,30%

Aantal personen binnen de Externe Veiligheidscontouren (MO 9da)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Aantal personen binnen de Externe Veiligheidscontouren (MO 9da)

Deze indicator geeft voor heel de provincie weer hoeveel personen zich bevinden binnen een aandachtsgebied gerelateerd aan een risicobron voor het jaar 2025. De risicobron is uitgesplitst voor drie categorieen: het basisnet (transport gevaarlijke stoffen via weg, spoor en water), buisleidingen (ondergronds hogedruktransport van gevaarlijke stoffen, voornamelijk aardgas) en industrie (opslag en/of gebruik van gevaarlijke stoffen bij productie).

Per bron is weergegeven hoeveel personen zich in bijbehorend aandachtsgebied bevinden. Het aandachtsgebied is het effectgebied waar risico's gerelateerd aan de bron kunnen optreden. Deze zijn uitgesplitst naar brand, explosie en gifwolk. 

Het aantal personen in de grafiek is hoger dan het daadwerkelijk aantal personen dat zich in de aandachtsgebieden bevinden. Dit komt doordat er overlap is tussen de verschillende aandachtsgebieden, waardoor personen op dezelfde locatie zich binnen meerde aandachtsgebieden kunnen bevinden. 

Deze indicator is gebaseerd op gegevens uit de atlas leefomgeving. De provincie levert de data over industrie als bevoegd gezag voor complexe bedrijven. 

Bron: Atlas leefomgeving

Oppervlakte Externe Veiligheidscontouren (MO 9db)

Terug naar navigatie - 4. Maatschappelijke opgave - Oppervlakte Externe Veiligheidscontouren (MO 9db)

Deze indicator geeft de oppervlakte (in km2) van de aandachtsgebieden per risicobron weer in het jaar 2025. De risicobron is uitgesplitst voor drie categorieën: het basisnet (transport gevaarlijke stoffen via weg, spoor en water), buisleidingen (ondergronds hogedruktransport van gevaarlijke stoffen, voornamelijk aardgas) en industrie (opslag en/of gebruik van gevaarlijke stoffen bij productie).

Het aandachtsgebied is het effectgebied waar risico's gerelateerd aan de bron kunnen optreden. Deze zijn uitgesplitst naar brand, explosie en gifwolk. De oppervlakte in de grafiek is hoger dan de daadwerkelijke oppervlakte. Dit komt doordat er overlap is tussen de verschillende aandachtsgebieden. 

Deze indicator is gebaseerd op gegevens uit de atlas leefomgeving. De provincie levert de data over industrie als bevoegd gezag voor complexe bedrijven. 

Bron: Atlas leefomgeving

4. Doelstellingen

Terug naar navigatie - - 4. Doelstellingen

Inleiding

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Inleiding

Aan de hand van de genoemde indicatoren maken wij zichtbaar of we op koers liggen met het behalen van onze doelstellingen voor deze Statenperiode. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder gepresenteerd.

In 2030 bedraagt de CO2/N2O-reductie van de industrie 55% t.o.v. 1990 (D 31)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - In 2030 bedraagt de CO2/N2O-reductie van de industrie 55% t.o.v. 1990 (D 31)

CO2/N2O-emissie van de industrie conform de NEA-monitoring (D 31a)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - CO2/N2O-emissie van de industrie conform de NEA-monitoring (D 31a)

In deze figuur is de emissie van CO2 en lachgas door de industrie weergegeven in kiloton CO2-equivalenten. Daarbij is de emissie van lachgas vermenigvuldigd met de broeikasgasfactor om daarmee een vergelijkbare maat te krijgen voor het broeikasgaseffect.

Weergegeven is de emissie van de bedrijven die vallen onder de CO2-heffing. Daarmee hebben de cijfers niet betrekking op de hele sector industrie, maar wel van de grootste veroorzakers van deze broeikasgassen. De emissie wordt  gepubliceerd door de Nationale Emissie Autoriteit (NEA).  De cijfers van de NEA gaan over de emissie uit schoorstenen van de betrokken bedrijven. Dit onderscheidt zich van de CO2-emissie uit de Regionale Klimaatmonitor die veelal, maar niet uitsluitend, werkt met de verbruiksmethode. Daarin wordt de CO2-emissie bepaald door het gebruik van elektriciteit, gas en vervoersbrandstoffen vermenigvuldigd met de emissiefactor (zie ook MO_8d).  Lachgas wordt daarmee buiten beschouwing gelaten. In de grafiek wordt zichtbaar dat na een  reeks van jaren waarin de emissie afnam, de emissie van  de betrokken bedrijven in 2024 weer is toegenomen. 

In het beleidskader is als doel geformuleerd om deze emissie te verlagen tot 45% t.o.v. het niveau van 1990. Daarmee is het doel gelijk aan het nationale doel. Er zijn evenwel geen regionale cijfers van de emissie in 1990 beschikbaar, alleen de emissie op nationaal niveau. Hierdoor is het doel niet te kwantificeren. Conform toezegging 9708 is Provinciale Staten in het najaar 2025 via een mededeling portefeuillehouder geïnformeerd over de activiteiten die plaatsvinden in het kader van de verduurzaming industrie, specifiek met betrekking tot de concretere doelen die zijn vastgesteld in het beleidskader. Voor de verduurzaming Chemelot verwijzen wij naar de actualisatie van het 'Limburgs bod voor een duurzaam Chemelot'.    

Bron: Provincie Limburg

In 2030 is er 2,5 TWh duurzame opwek van energie gerealiseerd voor grootschalige installaties (>15 kWp) in Limburg (D 33)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - In 2030 is er 2,5 TWh duurzame opwek van energie gerealiseerd voor grootschalige installaties (>15 kWp) in Limburg (D 33)

Elektriciteitsproductie (TWh) door grootschalige zon-pv en windturbines (D 33a)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Elektriciteitsproductie (TWh) door grootschalige zon-pv en windturbines (D 33a)

Deze figuur toont de gerealiseerde elektriciteitsproductie uit grootschalige zon-pv-installaties en windturbines in teraWattuur (TWh = 1 biljoen kWh). Grootschalige zon-pv-installaties hebben een vermogen van 15 kW of meer en kunnen zowel op dak als op de grond gelegen  zijn. De productie is bepaald volgens de methodiek van Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). PBL publiceert deze cijfers als onderdeel van de monitoring van de RES-opgave. Dit houdt in dat de jaarlijkse fluctuaties door meer of minder zon of wind er uit zijn gehaald. Dit heet genormaliseerd gebruik, waarbij wordt teruggerekend naar een 'normaal' zon- en windjaar. De energieproductie van installaties die in een bepaald jaar zijn gebouwd wordt aangevuld met de productie die zij in een heel jaar zouden leveren (bijtelling).  

Doel is om in 2030 een productie van 2.5 TWh te bereiken. De jaarlijkse groei vlakt af en bedraagt tussen 2022 en 2023 0.2 TWh. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2030 bedraagt de CO2-emissie reductie van de gebouwde omgeving 55% t.o.v. 1990 (D 34)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - In 2030 bedraagt de CO2-emissie reductie van de gebouwde omgeving 55% t.o.v. 1990 (D 34)

CO2-emissie van de gebouwde omgeving [bronbenadering] (D 34a)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - CO2-emissie van de gebouwde omgeving [bronbenadering] (D 34a)

Deze figuur uit de Regionale Klimaatmonitor toont de CO2-emissie van de gebouwde omgeving volgens de bronmethode in kiloton (kTon). Er wordt hierbij uitsluitend gekeken naar de emissie uit de schoorstenen van de gebouwde omgeving. Dit zijn de verwarmingsinstallaties die middels de verbranding van gas gebouwen verwarmen. Het elektriciteitsverbruik wordt hierbij niet meegerekend (dat wordt in deze berekeningswijze toegerekend aan de sector energie). Deze berekeningsmethodiek is gelijk aan die van doelstelling D31 a).

Het doel is gelijk aan het nationale doel, waarbij de emissie in 2030 45% bedraagt van het niveau in 1990. Het nationale doel is bepaald conform de IPPC rapportagemethode. Hiervan bestaan geen regionale cijfers. Met cijfers uit de emissieregistratie is de emissie in 1990 bij benadering te bepalen (1693 kTon). Het doel voor 2030 bedraagt op basis daarvan maximaal 762 kTon .  

De trend van de afgelopen jaren is een beperkte jaarlijkse daling, die vanaf 2021 prominenter doorzet.

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2030 is het aandeel huishoudens met een laag inkomen en een woning van lage energetische kwaliteit gedaald van nu 6,6% naar 5% (D 35)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - In 2030 is het aandeel huishoudens met een laag inkomen en een woning van lage energetische kwaliteit gedaald van nu 6,6% naar 5% (D 35)

Het aandeel huishoudens in Limburg met een laag inkomen én een woning van laag energetische kwaliteit (D 35a)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Het aandeel huishoudens in Limburg met een laag inkomen én een woning van laag energetische kwaliteit (D 35a)

CBS publiceert data over energiearmoede en hanteert daarvoor verschillende indicatoren. De getoonde indicator laat huishoudens naar voren komen die kwetsbaar zijn omdat ze een laag inkomen hebben en wonen in een woning met een lage energetische kwaliteit. Hierdoor worden ook huishoudens meegenomen die hun energierekening wel kunnen betalen, maar door de lage energetische kwaliteit problemen kunnen ervaren in wooncomfort. Bijvoorbeeld omdat de woning moeilijk of alleen tegen hoge kosten te verwarmen is.

CBS publiceert de getallen van twee jaar geleden. De verwachting is dat de getallen van 2023 in augustus 2025 beschikbaar gekomen. CBS heeft in 2024 een methodewijziging doorgevoerd, waarbij de indicatorwaarden van alle voorgaande jaren zijn bijgesteld. Daarmee is ook de waarde van het gehanteerde uitgangsjaar gewijzigd.  De methodewijziging leidt over alle voorgaande jaren tot een (geringere) lagere indicatorwaarde.  

Er is vanaf de start van de statistiek een verbetering zichtbaar in de situatie rond energiearmoede, waarbij in 2022 de doelstelling behaald is. Weergegeven zijn de gemiddelde waarden van de gehele provincie. Op wijkniveau verschillen de waarden aanzienlijk, waarbij  de indicator in een aantal wijken boven deze gemiddelden liggen.  

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2030 is op 70% van de geschikte daken kleinschalige opwek (<15 kWp) via gem. 10 zonnepanelen op dak gerealiseerd. Concreet moet dit leiden tot 1300 MW PV-vermogen in 2030 (D 36)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - In 2030 is op 70% van de geschikte daken kleinschalige opwek (<15 kWp) via gem. 10 zonnepanelen op dak gerealiseerd. Concreet moet dit leiden tot 1300 MW PV-vermogen in 2030 (D 36)

Het geplaatste PV-vermogen (MW) op dak op woningen in Limburg (D 36a)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Het geplaatste PV-vermogen (MW) op dak op woningen in Limburg (D 36a)

Deze CBS-indicator betreft vooral installaties op woningen, maar ook kleine installaties bij bedrijven of op de grond. Grotere woningen met een installatie boven de 15 kW tellen daarentegen niet mee. Er is vanaf 2018 sprake van een jaarlijkse toenemende groei in het vermogen. 

Bron: Regionale klimaatmonitor

In 2027 is de gezondheid van de Limburger bevorderd door verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving t.o.v. 2020 middels (i) verminderen blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen, (ii) verminderen geluidsoverlast [...] (D 37)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - In 2027 is de gezondheid van de Limburger bevorderd door verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving t.o.v. 2020 middels (i) verminderen blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen, (ii) verminderen geluidsoverlast [...] (D 37)

Jaarlijks berekende blootstelling luchtkwaliteit in Limburg (D 37a)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Jaarlijks berekende blootstelling luchtkwaliteit in Limburg (D 37a)

Met deze indicatoren geven we de berekende blootstelling van de Limburgse bevolking weer aan fijnstof (PM10) en stikstofoxiden (N02) in microgram/m3 tussen 2010 en 2021. 

De blootstelling of het bevolkingsgewogen gemiddelde is een combinatie van de berekende concentratie per adres en het aantal inwoners per adres. Met de blootstelling geven we weer hoe hoog de concentratie per inwoner van Limburg gemiddeld is.

In de grafiek zien we een dalende trend in de blootstelling aan fijnstof en stikstofoxiden. Dit hangt samen met de eveneens dalende trend van de uitstoot van deze stoffen. In het oog springend zijn de coronajaren 2020 en 2021. Door de afname van verkeer zijn de concentraties NO2 opvallend lager. De gegevens over 2022 worden opgenomen in de beleidsmonitor voorjaar 2026. 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Aantal ernstig gehinderden door provinciaal wegverkeer (D_37ba)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Aantal ernstig gehinderden door provinciaal wegverkeer (D_37ba)

Met deze indicator geven we weer hoeveel inwoners van Limburg overlast ervaren door geluid van wegverkeer op provinciale wegen in 2023. De hinder wordt uitgedrukt in het geluidsniveau decibel en de geluidsbelasting wordt gedurende de dag bepaald. 

Geluid kan leiden tot verschillende vormen van overlast, zoals irritatie, somberheid of slaapverstoring. De hinder wordt weergegeven vanaf 40 dB en vanaf 55 dB (Lden). Vanaf 40dB treden toenemende gezondheidsklachten op als gevolg van geluid. Vanaf 55 dB overweegt de provincie toepassing van geluidsreducerend asfalt zoals beschreven in het actieplan geluid. 

In de grafiek zijn de aantallen weergeven voor in het jaar 2023. Deze aantallen dienen als basis voor het provinciaal actieplan geluid (2024-2029).

Bron: Provincie Limburg

Aantal slaapverstoorden door provinciaal wegverkeer (D_37bb)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Aantal slaapverstoorden door provinciaal wegverkeer (D_37bb)

Met deze indicator geven we weer hoeveel inwoners van Limburg slaapverstoring ervaren door geluid van wegverkeer op provinciale wegen.  De hinder wordt uitgedrukt in het geluidsniveau decibel en de geluidsbelasting wordt gedurende de nacht bepaald. 

Slaapverstoring betekent dat mensen moeilijker in slaap vallen, vaker wakker worden of eerder ontwaken als gevolg van geluid. Dit heeft vaak negatieve gevolgen op het dagelijks functioneren, zoals vermoeidheid en verminderde concentratie.

De hinder wordt weergegeven vanaf 40 dB en vanaf 50 dB (Lnight). Vanaf 40dB treden toenemende gezondheidsklachten op als gevolg van geluid. Voor specifiek het geluid in de nacht worden geen maatregelen genomen.  Dit is al onderdeel van de aanpak van ernstig gehinderden (D37_ba) die ook effect heeft op geluid in de nacht. 

In de grafiek zijn de aantallen weergeven voor in het jaar 2023. Deze aantallen dienen als basis voor het provinciaal actieplan geluid (2024-2029).

Bron: Provincie Limburg

Aantal klachten vliegverkeer (D 37c)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Aantal klachten vliegverkeer (D 37c)

Met deze indicatoren geven we de trend weer van het aantal klachten dat over vliegverkeer wordt ingediend bij het Klachten Informatie Centrum Luchtverkeer. De stichting geristreert klachten over vliegverkeer in Limburg. Deze indicator helpt de Provincie om een beeld te vormen van de hinder die de omgeving ondervindt van vliegverkeer.

Bron: Provincie Limburg

Monitoring geluidsbelasting stiltegebieden (D 37d)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Monitoring geluidsbelasting stiltegebieden (D 37d)

Met deze indicator geven we de stiltegebieden in Limburg weer met de geluidbelasting en of deze voldoet aan de richtwaarde van 40 dB(A). De indicator geeft per stiltegebied per jaar de gemeten geluidsbelasting weer in dB(A).

Over de jaren heen wordt de richtwaarde van 40 dB(A) in een meerderheid van de gebieden gehaald. De verbeterde prestatie van de gebieden in 2023 wordt mogelijk voor een deel verklaard uit de in 2022 gelanceerde stiltecampagne waarin ten behoeve van de flora en fauna op de belangrijke waarde van stilte en rust in de gebieden is gewezen.

 

Bron: Provincie Limburg

Aantal klachten in stiltegebieden (D 37e)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Aantal klachten in stiltegebieden (D 37e)

Met deze indicator geven we het aantal klachten weer over stiltegebieden in 2024. Klachtmeldingen kunnen betrekking hebben op kenbaarheid, vermoede overtredingen en verzoeken om handhaving. Vier van de tien meldingen zijn afkomstig zijn van één persoon.

Bron: Provincie Limburg

Emissie van NO2 naar lucht (D 37fa)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Emissie van NO2 naar lucht (D 37fa)

Met de onderstaande indicator geven we de emissie, oftewel uitstoot, weer van stikstofoxide (NO2) tussen 1990 en 2022. De indicator geeft de uitstoot weer uit alle bronnen in de provincie Limburg voor de betreffende jaren.

De uitstoot van NO2 laat een dalende trend zien. Dit is het gevolg van minder uitstoot door voornamelijk verkeer, industrie en energie door schonere technieken. Het jaar 2023 wordt opgenomen in de beleidsmonitor voorjaar 2026. 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Emissie fijnstof naar lucht (D 37fb)

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen - Emissie fijnstof naar lucht (D 37fb)

Met deze indicator geven we de emissie oftewel uitstoot weer van fijnstof (PM10) en fijnstof (PM2.5) tussen 1990 en 2022 in tonnen. De indicator geeft de uitstoot weer uit alle bronnen in de provincie Limburg voor de betreffende jaren.

De uitstoot van PM10 en PM2.5 laat een dalende trend zien. Het jaar 2023 wordt opgenomen in de beleidsmonitor voorjaar 2026. 

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

4. Resultaten

Terug naar navigatie - - 4. Resultaten

Inleiding

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Inleiding

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of of we als Provincie de resultaten, zoals afgesproken in dit beleidskader, behalen. De indicatoren die reeds beschikbaar zijn, zijn hieronder gepresenteerd.

In 2024 hebben alle bedrijven met een energiebesparingsplicht die vallen onder bevoegd gezag van de Provincie een actueel energie­besparing onderzoeksrapport opgeleverd (R 83)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 hebben alle bedrijven met een energiebesparingsplicht die vallen onder bevoegd gezag van de Provincie een actueel energie­besparing onderzoeksrapport opgeleverd (R 83)

Percentage bedrijven met een energiebesparingsplicht dat een energiebesparing onderzoeksrapport heeft opgeleverd (R 83a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Percentage bedrijven met een energiebesparingsplicht dat een energiebesparing onderzoeksrapport heeft opgeleverd (R 83a)

Op het peilmoment van juli 2025 was het resultaat van 100%  behaald, de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) heeft de onderzoeksrapportages van alle bedrijven met een energiebesparingsplicht ontvangen. 

Bron: Provincie Limburg

In 2025 hebben minimaal 3 Limburgse maatwerk-bedrijven bindende maatwerkafspraken gemaakt (R 84)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2025 hebben minimaal 3 Limburgse maatwerk-bedrijven bindende maatwerkafspraken gemaakt (R 84)

Aantal Limburgse maatwerkbedrijven dat een bindende maatwerkafspraak heeft gemaakt (R 84a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal Limburgse maatwerkbedrijven dat een bindende maatwerkafspraak heeft gemaakt (R 84a)

Er zijn drie fases om met bedrijven naar maatwerkafspraken te komen. De eerste fase is de Expression of Principles (EoP). De bedrijven OCI, AnQore en COSUN hebben deze Expression of Principles ondertekend. Met deze bedrijven worden gesprekken gevoerd om te komen tot een Joint Letter of Intent (JLoI), dit is de tweede fase. Met Smurfit Westrock Roermond Papier is het traject gestart om te komen tot een Expression of Principles. 

De bindende maatwerkafspraak is de derde en laatste fase. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
Februari 2025
Juli 2025
Limburg
0
0

In 2025 is een CES 3.0 Cluster6 en in 2027 is een CES 4.0 Cluster6 opgeleverd met inzicht in vermogensbehoefte van bedrijven per modaliteit (R 85)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2025 is een CES 3.0 Cluster6 en in 2027 is een CES 4.0 Cluster6 opgeleverd met inzicht in vermogensbehoefte van bedrijven per modaliteit (R 85)

De CES 3.0 en 4.0 Cluster6 zijn respectievelijk opgeleverd in 2025 en 2027 Ja/Nee (R_85a)

Nee. Provincie Limburg heeft in 2023 de cluster energie strategie (CES2.0) voor cluster 6 opgeleverd. In 2025 heeft een landelijke evaluatie plaatsgevonden door IPO, de netbeheerders en Rijksoverheid over nut en noodzaak voor nieuw op te stellen CES'en. Uit deze evaluatie is gebleken dat de CES niet meer effectief is als instrument voor de verduurzaming van de industrie. Op 1 oktober vindt een landelijk besluit plaats over een nieuwe planvorm dat  het CES vanaf de investeringsplan(IP)-ronde 2026-2028 van de netbeheerders gaat vervangen. 

In 2027 is via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed de organisatiegraad op 49 bedrijventerreinen verhoogd ten behoeve van de verduurzaming van hun bedrijventerreinen (R 86)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2027 is via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed de organisatiegraad op 49 bedrijventerreinen verhoogd ten behoeve van de verduurzaming van hun bedrijventerreinen (R 86)

Aantal bedrijventerreinen waar de organisatiegraad is verhoogd (R 86a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal bedrijventerreinen waar de organisatiegraad is verhoogd (R 86a)

In Q3 2024 heeft Provincie Limburg opdracht gegeven aan het consortium LIOF-LWV-OML om een provinciebrede aanpak voor toekomstbestendige bedrijventerreinen op te zetten. Het consortium heeft gesprekken gevoerd met alle Limburgse gemeenten om inzicht te krijgen in (ontwikkelingen op) bedrijventerreinen in de gemeenten, en welke bedrijventerreinen interessant zijn voor ondersteuning vanuit het voorliggende programma. Op basis hiervan zal het consortium medio 2025 met een voorstel komen voor de aanpak per bedrijventerrein. Op enkele bedrijventerreinen is het consortium reeds gestart met de initiatieffase. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
Februari 2025
Juli 2025
Limburg
0
0

In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed tenminste 10 bedrijventerreinen ontzorgd in hun verduurzaming (R 87)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed tenminste 10 bedrijventerreinen ontzorgd in hun verduurzaming (R 87)

Aantal bedrijventerreinen dat ontzorgd is in hun verduurzaming (R 87a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal bedrijventerreinen dat ontzorgd is in hun verduurzaming (R 87a)

In Q3 2024 heeft Provincie Limburg opdracht gegeven aan het consortium LIOF-LWV-OML om een provinciebrede aanpak voor toekomstbestendige bedrijventerreinen op te zetten. Het consortium heeft gesprekken gevoerd met alle Limburgse gemeenten om inzicht te krijgen in (ontwikkelingen op) bedrijventerreinen in de gemeenten, en welke bedrijventerreinen interessant zijn voor ondersteuning vanuit het voorliggende programma. Op basis hiervan zal het consortium medio 2025 met een voorstel komen voor de aanpak per bedrijventerrein. Op enkele bedrijventerreinen is het consortium reeds gestart met de initiatieffase. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
Februari 2025
Juli 2025
Limburg
0
0

In 2024 hebben we in kaart welke mogelijkheden de Provincie heeft voor het versnellen van ruimtelijke procedures voor uitbreiding en/ of verzwaring van de elektriciteits­infrastructuur (R 88)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 hebben we in kaart welke mogelijkheden de Provincie heeft voor het versnellen van ruimtelijke procedures voor uitbreiding en/ of verzwaring van de elektriciteits­infrastructuur (R 88)

De mogelijkheden van de Provincie voor het versnellen van ruimtelijke procedures voor uitbreiding en/ of verzwaring van de elektriciteits-infrastructuur zijn in kaart gebracht, ja/nee (R_88a)

Ja. Er is een mededeling portefeuillehouder uitgegaan op 18-12-2024 inzake ‘Voortgang netcongestie als onderdeel van de Limburgse aanpak energie-infrastructuur’ (DOC-00729767)

In 2024 heeft de Provincie de bevoegd gezag rol overgenomen van het Rijk voor project 380kV Maasbracht-Graetheide en is de projectbesluitprocedure gestart met als doel om versnelling te realiseren (R 89)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 heeft de Provincie de bevoegd gezag rol overgenomen van het Rijk voor project 380kV Maasbracht-Graetheide en is de projectbesluitprocedure gestart met als doel om versnelling te realiseren (R 89)

De Provincie heeft bevoegd gezag voor project 380kV Maasbracht-Graetheide Ja/Nee (R_89a)

Ja.  Gedeputeerde Staten hebben per besluit van 9 april 2024 de bevoegd gezag rol overgenomen in het kader van de projectprocedure voor het project ‘Verzwaring van de hoogspanningsverbinding Maasbracht-Graetheide’ .

De projectbesluitprocedure is gestart Ja/Nee (R_89b)

Ja. De projectbesluitprocedure is gestart met de publicatie van de kennisgeving daarover in het Provinciaal Blad van 24 april 2024. 

In 2024 is de toekomstgerichte studie Claus centrale opgeleverd (R 90)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 is de toekomstgerichte studie Claus centrale opgeleverd (R 90)

De studie Claus Centrale is opgeleverd Ja/Nee (R_90a)

Ja. Er is een mededeling portefeuillehouder uitgegaan op 21-5-2024 inzake onderzoek 'Toekomstperspectief Clauscentrale en omgeving' (DOC-00652755)

In 2025 is er een energievisie voor Limburg opgeleverd (R 91)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2025 is er een energievisie voor Limburg opgeleverd (R 91)

De energievisie voor Limburg is opgeleverd Ja/Nee (R_91a)

Ja. Het proces van de energievisie en het bepalen van een gezamenlijke koers wordt vervolgd middels het opstellen van Toekomstvisies 2050 (oplevering in 2025). Er is een mededeling portefeuillehouder uitgegaan op 18-11-2024 inzake 'Energievisie 1.0' (DOC-00716014).

In 2025 is er een Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat Limburg vastgesteld (R 92)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2025 is er een Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat Limburg vastgesteld (R 92)

Het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat Limburg is vastgesteld Ja/Nee  (R_92a)

Ja. Op 1 april 2025 heeft Gedeputeerde Staten het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat vastgesteld (DOC-0075801)

In 2024 zijn de instructieregels uit de Provinciale omgevingsverordening voor zonneparken aangepast in overeenstemming met het bestuursakkoord Rijk-IPO-VNG-UvW (R 93)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 zijn de instructieregels uit de Provinciale omgevingsverordening voor zonneparken aangepast in overeenstemming met het bestuursakkoord Rijk-IPO-VNG-UvW (R 93)

De instructieregels uit de Provinciale omgevingsverordening voor zonneparken zijn aangepast Ja/Nee  (R_93a)

Ja. In de vergadering van Provinciale Staten van 13-12-2024 is de Wijzigingsverordening 2024 vastgesteld. Onderdeel van deze Wijzigingsverordening is de aanpassing van de instructieregels voor zonneparken (PS besluit G-24-037).

In 2024 is er inzicht in de potentie van zon-pv in de tredes 1 t/m 3 en zijn de mogelijkheden voor innovatieve toepassingen voor zon op landbouwgrond inzichtelijk (R 94)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 is er inzicht in de potentie van zon-pv in de tredes 1 t/m 3 en zijn de mogelijkheden voor innovatieve toepassingen voor zon op landbouwgrond inzichtelijk (R 94)

Er is inzicht in de potentie van zon-pv in de tredes 1 t/m 3 en de mogelijkheden voor innovatieve toepassingen voor zon op landbouwgrond zijn inzichtelijk. Ja/Nee  (R_94a)

Ja. Er zijn twee onderzoeken opgeleverd:

  1.  innovatie in zon-pv
  2. potentie van zon-pv op de zonneladdertreden  1 - 3.

Via een mededeling portefeuillehouder is de betekenis van deze onderzoeken toegelicht (DOC-00787306).

In 2024 is onderzocht of en met wie een aanvraag wordt gedaan voor de nationale programmaanpak SMRs (R 95)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 is onderzocht of en met wie een aanvraag wordt gedaan voor de nationale programmaanpak SMRs (R 95)

Het onderzoek over de nationale programma aanpak SMRs is uitgevoerd Ja/Nee  (R_95a)

Nee. Het onderzoek over de nationale programma aanpak SMRs loopt nog tot derde kwartaal 2025. Dit onderzoek inventariseert onder andere hoe decentrale overheden de doorontwikkeling willen vormgeven van SMR verkenning tot concreet SMR initiatief, ook in relatie tot de benodigde inzet en middelen. Deze inventarisatie vormt belangrijke input voor de Rijksbrede SMR-visie (gepland derde kwartaal 2025) met daarin de keuze of en hoe SMR initiatieven gefaciliteerd kunnen worden.

In 2024 hebben we samen met PS duidelijk welke doelen we beogen met het LEF (R 96)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2024 hebben we samen met PS duidelijk welke doelen we beogen met het LEF (R 96)

Er is duidelijkheid verkregen over de beoogde doelen met het LEF Ja/Nee (R_96a)

Ja. Er is duidelijkheid verkregen over de beoogde doelen met het LEF. PS hebben op 13-12-2024 ingestemd met Statenvoorstel inzake herijking LEF (G-24-040).

In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed 389 kleine en micro-MKB ondernemingen en 201 maatschappelijke vastgoed­ eigenaren ontzorgd (R 97)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2027 zijn via de SPUK bedrijfsmatig vastgoed 389 kleine en micro-MKB ondernemingen en 201 maatschappelijke vastgoed­ eigenaren ontzorgd (R 97)

Aantal ontzorgde kleine en micro MKB-ondernemingen via de SPUK (R 97a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal ontzorgde kleine en micro MKB-ondernemingen via de SPUK (R 97a)

De subsidieregeling voor het Ontzorgingsprogramma MKB is per 1 mei 2025 in werking getreden. Dit heeft al geleid tot subsidie-aanvragen van ondernemers zijn bij het subsidieloket . 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
Februari 2025
Juni 2025
Limburg
0
0

Aantal ontzorgde maatschappelijke vastgoed-eigenaren via de SPUK (R 97b)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal ontzorgde maatschappelijke vastgoed-eigenaren via de SPUK (R 97b)

Er zijn 80 maatschappelijk-vastgoedeigenaren ontzorgd via een of meerdere trajecten dat bestaat uit 3 fasen.
De pijplijn bestaat momenteel uit 44 lopende trajecten: 3 in fase 1, 15 in fase 2 en 26 in fase 3. Het aantal gestopte of voortijdig beëindigde trajecten is gelijk gebleven en staat nog steeds op 5. In totaal zijn er 129 trajecten opgestart.

Bron: Provincie Limburg

In 2025 is er een ‘proof of concept’ gestart voor WZL (R 98)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2025 is er een ‘proof of concept’ gestart voor WZL (R 98)

De proof of concept voor WZL is gestart Ja/Nee (R_98a)

Ja. Fase 3 van WZL is gestart in september 2024. Deze fase loopt tot begin 2026. Er wordt een Proof of Concept uitgewerkt en een investeringsvoorstel opgesteld. Als hierop positief besloten wordt, kan realisatie van het eerste deel van het warmtenet starten in 2026/2027. 

In 2027 is tenminste één wijk­gerichte aanpak ondersteund waar energiearmoede onderdeel van uitmaakt (R 99)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2027 is tenminste één wijk­gerichte aanpak ondersteund waar energiearmoede onderdeel van uitmaakt (R 99)

Een wijkgerichte aanpak waar energiearmoede onderdeel van uitmaakt is ondersteund Ja/Nee (R_99a)

Nee. Wij zijn in gesprek met gemeenten over pilots in wijken waar energiearmoede een onderdeel van is; ook in relatie tot de ontwikkeling van de PEM. Als de Staten in Q4 hun goedkeuring geven op het Statenvoorstel PEM, kunnen wij pilot(s) in uitvoering gaan brengen. 

In 2027 zijn ten minste 3 initiatieven / samenwerkingsverbanden in Limburg ondersteund die gericht zijn op energiebesparing (R 100)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2027 zijn ten minste 3 initiatieven / samenwerkingsverbanden in Limburg ondersteund die gericht zijn op energiebesparing (R 100)

 

Aantal ondersteunde initiatieven/samenwerkingsverbanden in Limburg die gericht zijn op energiebesparing (R_100a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal ondersteunde initiatieven/samenwerkingsverbanden in Limburg die gericht zijn op energiebesparing (R_100a)

Gemeenten hebben (naast woningcorporaties) de primaire rol voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving . Wij zijn met gemeenten en externe partijen in gesprek om onder de vlag van de PEM een meerwaarde te pakken in dit dossier, door gemeenten te ondersteunen en te faciliteren met uniforme en gestroomlijnde aanpak. Dit kan op termijn ook betekenen dat de Meerjarige Collectieve Ontzorging (MCO) aanpak zal samenvloeien met de generieke aanpak. Als de Staten in Q4 hun goedkeuring geven op het Statenvoorstel PEM, kunnen wij pilot(s) in uitvoering gaan brengen. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
Februari 2025
Juni 2025
Limburg
0
0

In 2025 is een Statenbesluit genomen inzake de oprichting van de Provinciale Energie Maatschappij (R 101)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2025 is een Statenbesluit genomen inzake de oprichting van de Provinciale Energie Maatschappij (R 101)

Een Statenbesluit is genomen inzake de oprichting van de Provinciale Energie Maatschappij Ja/Nee (R_101a)

Nee. Op 29 november 2024 is in de  commissie LEO de ‘Verkenning Provinciale Energiediensten Maatschappij’ sonderend besproken (GS DOC-00707033). Op basis van de uitkomsten daarvan werkt het college aan een PS-voorstel voor de oprichting van de PEM voor de PS-vergadering van november 2025.

In 2027 zijn, op basis van de verkenning naar concretiserend milieubeleid, het Zuidelijke Rekenkamerrapport en de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen, concrete toetsings- en monitoringscriteria vastgelegd in de Omgevingsverordening (R 102)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In 2027 zijn, op basis van de verkenning naar concretiserend milieubeleid, het Zuidelijke Rekenkamerrapport en de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen, concrete toetsings- en monitoringscriteria vastgelegd in de Omgevingsverordening (R 102)

Beschrijving en aantal toetsings- en monitoringscriteria die vastgelegd zijn in de Omgevingsverordening en andere provinciale beleidsregels met betrekking tot het beschermen en bevorderen van een schone, gezonde en veilige leefomgeving  (R_102a)

De volgende beleidsplannen en beleidsregels zijn vastgesteld:

  • Limburgs Actieplan Geluid 2024-2029
  • Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024
  • Beleidsregel beoordeling aanvraag verklaring stortverbod Bssa
  • Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van terreinen anders dan van luchthavens om op te stijgen en te landen Provincie Limburg 2025
  • Verordening Luchthavens Provincie Limburg 2025
  • Verordening Nazorgheffing Stortplaatsen provincie Limburg 2025
  • Rekenrente doelvermogen nazorg stortplaatsen
  • Beleidsregel transparantie maatregelen integrale veiligheid Brightlands Chemelot Campus (geagendeerd voor GS van 9 september)  

In de periode 2024-2027 is er meer inzicht en handelingsperspectieven verkregen in te behalen gezondheidswinst voor het Limburgse leefmilieu (R 104)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In de periode 2024-2027 is er meer inzicht en handelingsperspectieven verkregen in te behalen gezondheidswinst voor het Limburgse leefmilieu (R 104)

Beschrijving van de verkregen inzichten en handelingsperspectieven  (R_104a)

Deze informatie is op 16 januari 2024 gedeeld met Provinciale Staten in de Verkenning concretiserend milieubeleid (GS DOC-00594253). De verkenning heeft als basis gediend voor de modulaire aanpak milieubeleid die is gedeeld met Provinciale Staten op  8 oktober 2024 (GS DOC-00700043).

In uiterlijk 2024 zijn integrale gezondheids­indicatoren vastgesteld (R 105)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - In uiterlijk 2024 zijn integrale gezondheids­indicatoren vastgesteld (R 105)

De gezondheidsindicatoren zijn vastgesteld: Ja/Nee (R_105a)

De gezondheidsindicatoren zijn vastgesteld en reeds gedeeld met Provinciale Staten op 17 december 2024 (GS DOC-00728370). De gezondheidsindicatoren zijn te raadplegen via https://bbm.databank.nl/mosaic/dashboard/milieu.

Vermindering van (ernstige) hinder en slaapverstoring door verkeerslawaai t.o.v. 2023 (R 106)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Vermindering van (ernstige) hinder en slaapverstoring door verkeerslawaai t.o.v. 2023 (R 106)

Aantal maatregelen in het kader van het Actieplan Geluid Provinciale Wegen 2024 (R_106a)

Iedere vijf jaar stelt de provincie een actieplan geluid op. In de afgelopen periode van het actieplan (2019-2023) is circa 30 km geluidreducerend asfalt gerealiseerd. In totaliteit is daarmee 120 km van de provinciale wegen in Limburg voorzien van geluidreducerend asfalt. 

Aantal woningen binnen geluidzone van regionale industrieterreinen (R107aa)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal woningen binnen geluidzone van regionale industrieterreinen (R107aa)

Deze indicator laat zien hoeveel woningen er zijn in de geluidzones van industrieterreinen Chemelot en Swentibold (Nedcar). De geluidzone duidt het gebied aan rond een industrieterrein waar het gezamenlijk geluid van bedrijven op het industrieterrein niet automatisch leidt tot een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De geluidzone markeert ook de geluidruimte die voor het industrieterrein beschikbaar is; buiten de geluidzone mag het gezamenlijk geluid van bedrijven niet meer bedragen dan de ‘voorkeursgrenswaarde’ 50 dB(A).  

Bron: Provincie Limburg

Geluidbelast oppervlak binnen geluidzone van regionale industrieterreinen (R_107ab)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Geluidbelast oppervlak binnen geluidzone van regionale industrieterreinen (R_107ab)

Deze indicator laat het geluidbelast oppervlak zien binnen de geluidzone  van de industrieterreinen Chemelot en Swentibold (Nedcar). 

Een geluidbelast oppervlak is de oppervlakte [km2] van de geluidzone rond een industrieterrein. De geluidzone duidt het gebied aan rond een industrieterrein waar het gezamenlijk geluid van bedrijven op het industrieterrein niet automatisch leidt tot een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De geluidzone markeert ook de geluidruimte die voor het industrieterrein beschikbaar is; buiten de geluidzone mag het gezamenlijk geluid van bedrijven niet meer bedragen dan de ‘voorkeursgrenswaarde’ 50 dB(A).  

Het oppervlak van een geluidzone kan aangepast worden aan de bedrijvigheid op een industrieterrein. 

Bron: Provincie Limburg

40 dB in de stiltegebieden zoals aangewezen in de Omgevingsverordening (R 108)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - 40 dB in de stiltegebieden zoals aangewezen in de Omgevingsverordening (R 108)

Zie indicator D_37d. 

Overzicht van provinciale bedrijven met uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen in 2024 (R 110)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Overzicht van provinciale bedrijven met uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen in 2024 (R 110)

Aantal bedrijven in Limburg onder bevoegd gezag van de Provincie die ZZS uitstoten (R 110a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal bedrijven in Limburg onder bevoegd gezag van de Provincie die ZZS uitstoten (R 110a)

De gegevens zijn afkomstig van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) en zijn een momentopname op 20/02/2025. Het zijn de RIE4- en RIE5-bedrijven. 

Bron: Provincie Limburg

Percentage bedrijven dat een VRP heeft (R 110b)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Percentage bedrijven dat een VRP heeft (R 110b)

Van de 125 bedrijven die onder bevoegd gezag van de Provincie ZZS uitstoten, heeft  3,2% (4/125) een Vermijdings- en Reductieprogramma. Dit percentage is laag, ODZL verwacht een toename omdat er bij het reguliere toezicht aandacht voor wordt gevraagd. De gegevens zijn afkomstig van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg (ODZL) en zijn een momentopname op 20/02/2025. Het zijn de RIE4- en RIE5-bedrijven. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
2024
Limburg
3%

Behartiging van belangen van de kwaliteit van de leefomgeving bij regionale burger en militaire luchtvaartactiviteiten (R 111)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Behartiging van belangen van de kwaliteit van de leefomgeving bij regionale burger en militaire luchtvaartactiviteiten (R 111)

Aantal programma's en kwesties waarbij belangen van de leefomgeving behartigd zijn (R_111a) en beschrijving hoe deze belangen zijn behartigd (R_111b)

De Provincie neemt deel aan vier commissies regionaal overleg (CRO), namelijk die van de luchthaven MAA, en de militaire luchthavens Geilenkirchen (de CAL AWACS), de voormalige vliegbasis De Peel en vliegbasis Volkel. In de commissies regionaal overleg worden zaken die betrekking hebben op geluidoverlast en mogelijke hinderreductie besproken. De commissies kunnen adviezen geven aan de betrokken ministers over verbetering van de lokale leefomgeving in relatie tot de luchthavens en het vliegverkeer.

Uitvoering gegeven aan de opdrachten en taken waarvoor de Provincie aan de lat is op grond van het “Convenant voor een veilige ontwikkeling van Chemelot en haar omgeving” (R 112)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Uitvoering gegeven aan de opdrachten en taken waarvoor de Provincie aan de lat is op grond van het “Convenant voor een veilige ontwikkeling van Chemelot en haar omgeving” (R 112)

Aantal opdrachten en taken waarvoor de Provincie aan de lat is op grond van het Convenant en of deze zijn uitgevoerd (R_112a)

De provincie is verantwoordelijk voor de doelstellingen A (pilot integrale veiligheid) en B (nieuwe campusgebouwen) uit het convenant. De  beschrijving van de uitvoering van deze doelstellingen is onderdeel van een onafhankelijke evaluatie. De resultaten hiervan worden naar verwachting in Q4 2025 met Uw Staten gedeeld. Ten behoeve van doelstelling B wordt, onder voorbehoud, in september de 'beleidsregel transparantie maatregelen integrale veiligheid Brightlands Chemelot Campus' vastgesteld.

Uitvoering gegeven aan motie 3015 Berghorst c.s. “Onderzoek de gezondheidseffecten van Chemelot” (R 113)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Uitvoering gegeven aan motie 3015 Berghorst c.s. “Onderzoek de gezondheidseffecten van Chemelot” (R 113)

Het onderzoek is uitgevoerd (R_113a) en beschrijving van (de resultaten van) het onderzoek (R_113b)

Het onderzoek is nog in uitvoering. Het RIVM voert in 2025 een verkenning uit naar de gezondheid rondom Chemelot, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het ministerie heeft een begeleidingscommissie ingesteld bestaande uit de betrokken overheden en houdt Chemelot en omwonenden (leden van de focusgroep Toekomst Chemelot en omgeving) op de hoogte van de voortgang. Het RIVM heeft ook een website over de verkenning ingesteld (https://www.rivm.nl/industrie/verkenning-gezondheid-omwonenden-van-chemelot). GS zullen relevante informatie met PS delen zoals verzocht in de Gewijzigde Motie 3015 Berghorst c.s..

Openbare geografische informatie van de vervoer van gevaarlijke stoffen op de provinciale wegen beschikbaar (R 114)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Openbare geografische informatie van de vervoer van gevaarlijke stoffen op de provinciale wegen beschikbaar (R 114)

Er is een openbare geografische informatie beschikbaar in het kader van het vervoer van gevaarlijke stoffen op provinciale wegen Ja/Nee (R_114a) en beschrijving van de informatie en positieve maatregelen (R_114b)

Ja, deze data is openbaar beschikbaar.  De wegtracés waar gemeten is, zijn te vinden in de Atlas Limburg: https://portal.prvlimburg.nl/viewer/app/default?tocService=Infrastructuur&tocLayer=METING_GEVAARL_STOFFEN_2024_L. De getelde transporten per categorie gevaarlijke stoffen zijn te vinden in het Dataportaal van Provincie Limburg: https://dataportaal-viewer.prvlimburg.nl/jive?var=r_114a.

Als provincie kiezen we ervoor om tellingen uit te voeren van daadwerkelijke transporten met gevaarlijke stoffen. Het aantal transporten is een autonome ontwikkeling die we monitoren. Op deze manier krijgen we op de gemeten locaties inzicht in de ontwikkeling van het aantal en soort transporten. Op basis van deze informatie kunnen we vaststellen of ontwikkelingen langs provinciale wegen gewenst zijn of niet. 

Effectieve sluiting van een van de stortplaatsen en georganiseerde nazorg in 2027 (R 115)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Effectieve sluiting van een van de stortplaatsen en georganiseerde nazorg in 2027 (R 115)

Aantal effectief gesloten stortplaatsen en aantal stortplaatsen met meervoudig ruimtegebruik (R 115a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal effectief gesloten stortplaatsen en aantal stortplaatsen met meervoudig ruimtegebruik (R 115a)

Deze indicator geeft het aantal gesloten stortplaatsen en het aantal gesloten stortplaatsen met meervoudig ruimtegebruik weer voor het jaar 2024. De Provincie Limburg is vergunningverlener voor en houdt toezicht op stortplaatsen in exploitatie. Voor stortplaatsen die gesloten zijn, is de Provincie Limburg financieel, organisatorisch en bestuurlijk verantwoordelijk. Een gesloten stortplaats kan voor meerdere functies gebruikt worden; naast het beheer van de stortplaats voor extensieve recreatie, ook voor zonneparken of fietsroutes. Dit heet meervoudig ruimtegebruik. Meervoudig ruimtegebruik kan ook plaatsvinden op een stortplaats in exploitatie; dit is dan beperkt tot het deel van de stortplaats waar het afval is afgedekt met een bovenafdichting.
In 2024 is er sprake van één gesloten stortplaats met een zonnepark. Op twee stortplaatsen in exploitatie zijn of worden zonnepanelen aangebracht. De provincie beheert deze gegevens in eigen beheer als gevolg van de wettelijke zorgplicht. De huidige situatie is gelijk aan de situatie in 2024. 

Bron: Provincie Limburg

Periodiek geactualiseerd VTH-Beleidsplan waarin de uitvoerings- en handhavingsstrategie is bepaald en richting is gegeven aan de RUD Zuid Limburg (R 117)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Periodiek geactualiseerd VTH-Beleidsplan waarin de uitvoerings- en handhavingsstrategie is bepaald en richting is gegeven aan de RUD Zuid Limburg (R 117)

Is de jaarlijkse opdracht aan de ODZL verstrekt? (R_117b)

De meest recente opdracht aan de ODZL betreft de opdracht voor het jaar 2024 dd 20 augustus 2024. 

Aantal actualisaties van het VTH-beleidsplan (R 117a)

Terug naar navigatie - 4. Resultaten - Aantal actualisaties van het VTH-beleidsplan (R 117a)

In 2024 is de opvolger van het VTH-Beleidsplan, zijnde de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024 vastgesteld.

Bron: Provincie Limburg