1. Perspectief voor het landelijk gebied

Doelenboom

Terug naar navigatie - 1. Perspectief voor het landelijk gebied - Doelenboom

De indicatoren in dit hoofdstuk relateren allemaal aan de maatschappelijke opgaven, doelstellingen en resultaten uit de doelenboom beleidskader 'Perspectief voor het landelijk gebied' (pdf, 85 kB).

1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen

Terug naar navigatie - - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen

Inleiding

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Inleiding

Aan de hand van indicatoren maken we zichtbaar hoe het gesteld is met de maatschappelijke opgave en doelstellingen van het beleidskader ‘Perspectief voor het landelijk gebied 2024-2027’.  De maatschappelijke opgave krijgt invulling via de nu beschikbare indicatoren voor biotopen en leefgebieden, water en Limburgse bodem. 

Een vitaal landelijk gebied waarin de mens met een goed toekomstperspectief kan leven en werken en de natuur, de bodem en het water in goede staat zijn (MO 1)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Een vitaal landelijk gebied waarin de mens met een goed toekomstperspectief kan leven en werken en de natuur, de bodem en het water in goede staat zijn (MO 1)

In 2027 is de bescherming van en de staat van instandhouding ten gunste van biotopen en leefgebieden van dieren en planten verbeterd (D 1)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - In 2027 is de bescherming van en de staat van instandhouding ten gunste van biotopen en leefgebieden van dieren en planten verbeterd (D 1)

Trend van het gerealiseerde areaal ANLb in Limburg tussen 2023 en 2027 (D_1aa)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Trend van het gerealiseerde areaal ANLb in Limburg tussen 2023 en 2027 (D_1aa)

In 2024 en 2025 zijn in de Provincie Limburg meer hectares voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) beheerd dan in het jaar 2023. Startjaar dataset is 2023. Cijfers zijn gebaseerd op ingetekend beheer vanuit subsidieaanvragen. 

Bron: Provincie Limburg

Realisatie ontwikkelopgave - verwerving (verantwoording v.a. 01-01-2014) (D_1ac)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Realisatie ontwikkelopgave - verwerving (verantwoording v.a. 01-01-2014) (D_1ac)

Het aantal verworven hectares voor de Ontwikkelopgave neemt geleidelijk toe en is in 2024 opgelopen tot 1.783 ha. Doelstelling is de verwerving van 2600 ha in 2027. De groeisprong in 2021 is toe te schrijven aan het administratief inboeken van een aantal in de loop van voorgaande jaren gerealiseerde projecten.

Bron: Provincie Limburg

Realisatie ontwikkelopgave - inrichting (verantwoording v.a. 01-01-2011) (D_1ad)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Realisatie ontwikkelopgave - inrichting (verantwoording v.a. 01-01-2011) (D_1ad)

De realisatie van de inrichting van hectares voor de Ontwikkelopgave neemt geleidelijk toe en is in 2024 opgelopen tot 2.451 ha. Doelstelling is de inrichting van 3431 ha in 2027. De groeisprong in 2021 is toe te schrijven aan het administratieve inboeken van een aantal in de loop van de voorgaande jaren gerealiseerde projecten. 

Bron: Provincie Limburg

Trend van het voorkomen van categorieën faunasoorten in Limburg (D_1bb)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Trend van het voorkomen van categorieën faunasoorten in Limburg (D_1bb)

In de onderstaande grafiek zijn de trendlijnen te zien van kenmerkende Limburgse faunasoorten van de broedvogels, bosgebieden, heide gebieden en zoetwater- en moerasgebieden. Tot en met 2023 is de daling of stijging te zien ten opzichte van het indexjaar 1990.

Faunasoort: Trend: 
Boerenlandvogels Tussen 1990 en 2023 sterk dalend
Bosgebieden Tussen 2000 en 2017 toenemend, na 2021 licht afnemend
Heidegebieden Tussen 1990 en 2000 toenemend, daarna gestaag afnemend
Zoetwater- en moerasgebieden Tussen 2007 en 2014 licht afnemend, daarna nagenoeg stabiel

 

Bron: CBS Statline

In 2027 is uitstoot van broeikasgassen en ammoniak door de landbouw in Limburg verminderd (D 2)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - In 2027 is uitstoot van broeikasgassen en ammoniak door de landbouw in Limburg verminderd (D 2)

Daling van de ammoniakemissie in Limburg door de landbouw (D_2a)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Daling van de ammoniakemissie in Limburg door de landbouw (D_2a)

De grafiek geeft het verloop van de uitstoot van ammoniak (NH3) afkomstig uit de landbouw in kilogram per jaar in de Provincie Limburg. We maken hiervoor gebruik van cijfers van de Emissieregistratie (https://data.emissieregistratie.nl/) van het RIVM. Cijfers komen na 2 jaar beschikbaar vanwege de termijn van dataverzameling en de daaropvolgende nabewerking. De cijfers tot en met 2015 zijn gepresenteerd in blokken van 5 jaar, vanaf 2019 zijn de cijfers op jaarbasis. In de periode 2018-2022 heeft een daling van de ammoniakuitstoot van ongeveer 0,5 Kton plaatsgevonden, inclusief de effecten van generieke maatregelen en autonome ontwikkelingen. Voor Limburg wordt een reductieopgave van 3Kton voor de periode 2018-2030 gehanteerd.

Bron: Emissieregistratie Rijksoverheid

De daling van de CO2-eq emissie in Limburg door de landbouw (D_2b)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - De daling van de CO2-eq emissie in Limburg door de landbouw (D_2b)

De grafiek laat het verloop van de CO2- en methaanemissie (in CO2 eq) voor de provincie Limburg zien voor de landbouwsector. We maken hiervoor gebruik van cijfers van de emissieregistratie (https://data.emissieregistratie.nl/)  van het RIVM. Cijfers komen na 2 jaar beschikbaar vanwege de termijn van dataverzameling en de daaropvolgende nabewerking. Voor methaan maakt het CBS gebruik van een omrekenmethode. Eén kilogram CO2-equivalent staat gelijk aan de broeikaswerking van 1 kilogram CO2. De cijfers tot en met 2015 zijn gepresenteerd in blokken van 5 jaar, vanaf 2019 zijn de cijfers op jaarbasis. De emissie nam in de periode 2018-2022 met ongeveer 300.000 kilogram af. Dit is gelijk aan de reductieopgave van 0,3 Mton tussen 2018 en 2030. 

Bron: Emissieregistratie Rijksoverheid
CO2 equivalent emissie
1990
1995
2000
2005
2010
2015
2019
2020
2021
2022
Koolstofdioxide
1.382.169.470
1.315.535.100
1.218.101.630
1.040.664.000
1.138.631.810
1.022.196.290
1.075.319.040
1.046.622.660
1.078.845.700
807.587.260
Methaan
-
-
31.836.594
-
-
-
32.772.650
31.859.692
30.438.364
28.683.430

We hebben de kwaliteit van het Limburgse landschap versterkt, en daarmee ook de leefbaarheid van het landelijk gebied zowel voor de mens als voor de natuur (D 3)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - We hebben de kwaliteit van het Limburgse landschap versterkt, en daarmee ook de leefbaarheid van het landelijk gebied zowel voor de mens als voor de natuur (D 3)

Percentage groenblauwe dooradering in Limburg (D 3a)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Percentage groenblauwe dooradering in Limburg (D 3a)

Het percentage groenblauwe dooradering (GBDA) is een ambitie voor het landelijk gebied voor het aanleggen en herstellen van de GBDA tot 10% in 2050. Deze ambitie is opgenomen in ons beleidskader Perspectief voor het landelijk gebied en is nu tevens opgenomen in de Ontwerp POVI. De eerste dataset uit het landschapselementenregister (LASREG) is in 2025 beschikbaar gekomen en geeft een indicatie van het huidige percentage GBDA in de provincie Limburg.

Bron: Provincie Limburg

Wij hebben ondernemers helderheid geboden voor de lange termijn over de (on)mogelijkheden op een bepaalde plek en bieden ruimte voor bijbehorende verdienmodellen (D 4)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Wij hebben ondernemers helderheid geboden voor de lange termijn over de (on)mogelijkheden op een bepaalde plek en bieden ruimte voor bijbehorende verdienmodellen (D 4)

Aantal agrarische ondernemers die een businesscase/bedrijfsontwikkelplan hebben gemaakt voor hun bedrijfssituatie (D 4a)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Aantal agrarische ondernemers die een businesscase/bedrijfsontwikkelplan hebben gemaakt voor hun bedrijfssituatie (D 4a)

In  2025 hebben 8 bedrijven een ondernemersplan opgesteld in het kader van het  'Pilot Ondernemersplan van LVVN'. De peildatum van deze gegevens is 11-06-2025.

Bron: Provincie Limburg

Aanwezigheid van een nieuwe systematiek (ism LOS) (D 4b)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Aanwezigheid van een nieuwe systematiek (ism LOS) (D 4b)

In samenwerking met ministerie van LVVN is de pilot Ondernemersplan in uitvoering. Daarnaast is in samenwerking met LLTB, LAJK en Rabobank de Handreiking Blijversaanpak opgeleverd in maart 2025. Deze twee plannen worden de komende tijd verder ontwikkeld. 

 

In 2027 is er een duurzamer, robuuster en ecologisch gezonder watersysteem dat beter kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water van verbeterde kwaliteit (D 5)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - In 2027 is er een duurzamer, robuuster en ecologisch gezonder watersysteem dat beter kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water van verbeterde kwaliteit (D 5)

 

 

Km beekherstel trajecten waar de ecologische doelen zijn behaald (D_5a)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Km beekherstel trajecten waar de ecologische doelen zijn behaald (D_5a)

Beekherstel is het meer natuurlijk inrichten van beken om de ecologie in de beek te herstellen. Hiermee leveren we ook een belangrijke bijdrage aan de doelen van de Europese Kader Richtlijn Water. De totale opgave van 72,2 kilometer dient in 2027 gerealiseerd zijn. In 2023 was 63,6 kilometer daarvan in uitvoering. 

Bron: Waterschap Limburg

Percentage van de meetpunten in Natura2000 gebieden dat verdroogd is (gemiddelde periode van 8 jaar) (D_5b)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Percentage van de meetpunten in Natura2000 gebieden dat verdroogd is (gemiddelde periode van 8 jaar) (D_5b)

Weergegeven is het percentage meetpunten waarbij verdroging is geconstateerd op basis van de gemiddelde laagste (einde van de zomer) grondwaterstand en de gemiddelde hoogste (voorjaars-)grondwaterstand. Hierbij zijn de gemiddelde waarden gehanteerd van de jaarlijkse waarden in een periode van 8 jaar. Hier zijn de resultaten voor de periode 2016 t/m 2023 en de periode 2017 t/m 2024 gepresenteerd. 

Voor alle Limburgse Natura2000-gebieden geld dat alle meetpunten binnen een gebied binnen de range van vereiste grondwaterstand moeten scoren om als goed beoordeeld te kunnen worden. Op dit moment zijn er geen Limburgse Natura2000-gebieden waar alle meetpunten goed scoren.

Bron: Provinciaal Optimaal Grond- en Oppervlaktewater Regime meetnet

Chemische toestand van oppervlaktewater en grondwater (BBV) (D_5da)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Chemische toestand van oppervlaktewater en grondwater (BBV) (D_5da)

De grafiek van de indicator D_5da Chemische toestand van oppervlaktewater en grondwater (BBV) wordt in de Najaarsnota 2025 niet gepubliceerd, omdat er overleg met IPO plaatsvindt over de berekening van de indicator. Zodra deze gegevens beschikbaar komen, worden deze gepubliceerd. 

Ecologische toestand van oppervlaktewater (BBV) (D_5db)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Ecologische toestand van oppervlaktewater (BBV) (D_5db)

Deze indicator geeft aan in hoeverre de ecologie in de beken op orde is. Daarbij is gekeken naar de aanwezigheid van vissen, waterplanten en kleine waterdiertjes. Het bereiken van een goede ecologische toestand is een van de doelen van de EU-Kaderrichtlijn water. De ecologische toestand van de waterlichamen onder de Kaderrichtlijn Water (KRW) is grotendeels matig. Dit komt zowel door de algemeen fysisch, chemische toestand als de biologische, maar bovenal door de aanwezigheid van specifieke verontreinigende stoffen. 

Bron: Kurtosis

Hoeveelheid onttrekking van grondwater WML ten opzichte van de vergunde ruimte (D_5e)

Terug naar navigatie - 1. Maatschappelijke opgave & Doelstellingen - Hoeveelheid onttrekking van grondwater WML ten opzichte van de vergunde ruimte (D_5e)

WML heeft vergunningen voor het onttrekken van grondwater voor de openbare drinkwatervoorziening in Limburg. Om te zorgen dat er ook voor de lange termijn voldoende drinkwater is, monitoren we de vergunde hoeveelheid en de daadwerkelijk onttrokken hoeveelheid grondwater ten behoeve van drinkwater.  We zien de afgelopen jaren geen duidelijk trend in de onttrokken hoeveelheid drinkwater.  

Om in geval van een calamiteit, zoals het uitvallen van een winplaats, toch aan de verplichting tot levering van drinkwater te kunnen voldoen is reservecapaciteit nodig. Dat betekent dat een deel van de totaal vergunde hoeveelheid niet kan worden gebruikt om te voldoen aan de reguliere drinkwatervraag. Deze hoeveelheid bedraagt momenteel circa 16,7 miljoen m3/jaar. De totaal vergunde hoeveelheid (donkerblauwe lijn) minus de benodigde hoeveelheid om calamiteiten op te vangen levert de beschikbare hoeveelheid water om aan de drinkwatervraag te voldoen (lichtblauwe lijn).

Bron: Waterleiding Maatschappij Limburg

1. Resultaten

Terug naar navigatie - - 1. Resultaten

Inleiding

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Inleiding

Aan de hand van indicatoren maken wij zichtbaar of we als Provincie de resultaten, zoals afgesproken in dit beleidskader, behalen. 

 

In 2027 is ter completering van het Natuurnetwerk Limburg NNL (Natuurpact 2013) 1.270 ha. natuur ingericht - waarvoor op 990 ha. nog functieverandering nodig is (R 1)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 is ter completering van het Natuurnetwerk Limburg NNL (Natuurpact 2013) 1.270 ha. natuur ingericht - waarvoor op 990 ha. nog functieverandering nodig is (R 1)

Areaal verworven natuur in hectare ihkv realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), BBV indicator 4 (R_1a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Areaal verworven natuur in hectare ihkv realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), BBV indicator 4 (R_1a)

Conform het Besluit Begroting en Verantwoording heeft de provincie de verplichting om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van deze indicator. Daarom presenteren we deze datareeks naast de dataset van de Ontwikkelopgave (D_1ac en D_1ad). De datareeksen verschillen op drie punten: 

  • Deze BBV-indicator start met het optellen van gegevens vanaf 2011 (en niet zoals de ontwikkelopgave vanaf 2014) zodat de hier gepresenteerde cijfers niet indiceren ten aanzien van de ontwikkelopgave uit het Natuurpact. 
  • Deze BBV-indicator is niet gecorrigeerd voor het achteraf bezien administratief verkeerd inboeken van een aantal in de loop van voorgaande jaren gerealiseerde projecten. Deze correctie zit wel in de indicatoren D_1ac en D_1ad.
  • De gegevens van de BBV-indicator worden een jaar later gepubliceerd dan de gegevens van indicator D_1ac en D_1ad.  

Deze BBV-indicator laat het aantal ha verworven natuur zien voor realisatie van het Limburgse deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) sinds 2011. Bij verworven natuur gaat het om het aantal hectares die blijvend beschikbaar zijn voor natuur, inclusief nieuwe natuur als gevolg van functiewijziging (bijvoorbeeld doordat boerenland als natuurland wordt aangeboden). De cijfers geven de stand van zaken weer op 31 december van het desbetreffende jaar. 

Bron: Interprovinciaal Overleg

Areaal ingerichte natuur in hectare ihkv realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), BBV indicator 4 (R_1b)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Areaal ingerichte natuur in hectare ihkv realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), BBV indicator 4 (R_1b)

Conform het Besluit Begroting en Verantwoording heeft de provincie de verplichting om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van deze indicator. Daarom presenteren we deze datareeks naast de dataset van de Ontwikkelopgave (D_1ac en D_1ad). De datareeksen verschillen op drie punten: 

  • Deze BBV-indicator start met het optellen van gegevens vanaf 2011 (en niet zoals de ontwikkelopgave vanaf 2014) zodat de hier gepresenteerde cijfers niet indiceren ten aanzien van de ontwikkelopgave uit het Natuurpact.
  • Deze BBV-indicator is niet gecorrigeerd voor het achteraf bezien administratief verkeerd inboeken van een aantal in de loop van voorgaande jaren gerealiseerde projecten. Deze correctie zit wel in de indicatoren D_1ac en D_1ad.
  • De gegevens van de BBV-indicator worden een jaar later gepubliceerd dan de gegevens van indicator D_1ac en D_1ad.  

Deze indicator betreft het oppervlak ingerichte natuur in hectare voor realisatie van het Limburgse deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Onder inrichting worden gebieden verstaan waar inrichtingsmaatregelen zijn uitgevoerd, die noodzakelijk zijn voor de versterking en het behoud van (kwetsbare) natuur en biodiversiteit. Als er geen inrichtingsmaatregelen nodig zijn, wordt het gebied ook beschouwd als ingericht. De cijfers geven de stand van zaken weer op 31 december van het desbetreffende jaar. 

Bron: Interprovinciaal Overleg

Mits hiertoe voldoende middelen door het Rijk beschikbaar zijn gesteld, hebben we in 2027 met initiatieven van onderop een betekenisvolle bijdrage geleverd aan de groene opgaven 30%-VHR en vergroting areaal en revitalisering bossen (R 2)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Mits hiertoe voldoende middelen door het Rijk beschikbaar zijn gesteld, hebben we in 2027 met initiatieven van onderop een betekenisvolle bijdrage geleverd aan de groene opgaven 30%-VHR en vergroting areaal en revitalisering bossen (R 2)

Areaal nieuw bos (R_2a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Areaal nieuw bos (R_2a)

In 2020 hebben Rijk en Provincies de landelijke Bossenstrategie opgesteld. In 2021 is begonnen met de uitvoering van de strategie.  In de Limburgse aanpak Bossen is voorwaardelijk de ambitie voorgenomen van 3500 hectaren nieuw bos in 2030, waarvan 1250 hectare binnen het natuurnetwerk Limburg. De daadwerkelijke realisatie is tot op heden beperkt tot enkele tientallen hectaren. De cijfers zijn vooralsnog alleen beschikbaar voor de realisatie van bos binnen het natuurnetwerk Limburg.

Bron: Terreinbeherende Organisaties

Het beheer van Limburgse natuurgebieden is kwalitatief en kwantitatief (in meer gebieden) versterkt (R 3)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Het beheer van Limburgse natuurgebieden is kwalitatief en kwantitatief (in meer gebieden) versterkt (R 3)

Het beheer van natuurwaarden uitgedrukt in hectare binnen het Natuurnetwerk Nederland (BBV) (R_3a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Het beheer van natuurwaarden uitgedrukt in hectare binnen het Natuurnetwerk Nederland (BBV) (R_3a)

In onderstaande grafiek is het aantal hectares natuur in Limburg met gesubsidieerd beheer via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap te zien. Dit zijn de cijfers die zijn opgenomen in de Voortgangsrapportage Natuur (VRN 2024) van IPO. De gepresenteerde data voor 2023 zijn inmiddels gecorrigeerd. Recent bleek dat een subsidieverlenging niet goed verwerkt was in de cijfers.  Dit speelde bij twee partners. Het juiste aantal hectare voor het jaar 2023 is 33.540. In onderstaande grafiek kon dit helaas niet meer aangepast worden. Daarom lijkt er in 2023 sprake van een afname die niet overeen komt met de realiteit.

Bron: Interprovinciaal Overleg

Omvang areaal in Limburg (ha) waarop jaarlijks controle vanuit SVNL plaatsvindt (R_3b)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Omvang areaal in Limburg (ha) waarop jaarlijks controle vanuit SVNL plaatsvindt (R_3b)

Vanaf december 2024 is gestart met de systematische controle van subsidies vanuit de Subsidieverordening Natuur en Landschap (SVNL). De gegevens  komen tweemaal per jaar beschikbaar (peildatum 1 januari en 1 juli).

Bron: Provincie Limburg

Limburg heeft met 24 Natura 2000-gebieden een bovengemiddeld grote opgave; de noodzakelijke Natura 2000-maatregelen zijn uitgevoerd (R 4)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Limburg heeft met 24 Natura 2000-gebieden een bovengemiddeld grote opgave; de noodzakelijke Natura 2000-maatregelen zijn uitgevoerd (R 4)

Percentage Natura2000 maatregelen die lopen, uitgevoerd, in uitvoering en (nog) niet in uitvoering zijn (R_4a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Percentage Natura2000 maatregelen die lopen, uitgevoerd, in uitvoering en (nog) niet in uitvoering zijn (R_4a)

Het percentage van gerealiseerde en in uitvoering genomen Natura2000 maatregelen is licht gestegen in 2025 ten opzichte van 2024.  Peildatum tweede helft 2024 is 26-08-2024; peildatum eerste helft 2025 is 13-02-2025; peildatum 2e helft 2025 is 26-06-2025.

Bron: Provincie Limburg

Kansen zijn benut om natuurdoelen (natuurinclusief) te realiseren in verbinding met opgaven in andere sectoren, waaronder de natuurinclusieve isolatie van gebouwen met het oog op vleermuizen en vogels (R 5)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Kansen zijn benut om natuurdoelen (natuurinclusief) te realiseren in verbinding met opgaven in andere sectoren, waaronder de natuurinclusieve isolatie van gebouwen met het oog op vleermuizen en vogels (R 5)

Aantal gemeenten met een soortenmanagementplan (SMP) (R_5a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Aantal gemeenten met een soortenmanagementplan (SMP) (R_5a)

Doelstelling is om zoveel mogelijk gemeenten een soortenmanagementplan (SMP) op te laten stellen. In 2023 was nog geen van de 31 Limburgse gemeentes bezig met het opstellen van een SMP.  In 2024 zijn er 7 gemeenten gestart met het opstellen van een SMP.  In juni 2025 zijn hier nog geen nieuwe gemeenten bij gekomen. Een SMP wordt ontwikkeld voor de gebouwde omgeving van een gemeente. Dit kan een gehele gemeente betreffen of een deelgebied. Deze grafiek maakt daar geen onderscheid tussen.    

Bron: Provincie Limburg

Het goed samenleven van mens en natuur is verbeterd door versterking van het faunabeheer (R 6)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Het goed samenleven van mens en natuur is verbeterd door versterking van het faunabeheer (R 6)

Totaal betaalde tegemoetkoming van faunaschade (R_6a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Totaal betaalde tegemoetkoming van faunaschade (R_6a)

De tabel laat zien welke totaalbedragen er jaarlijks door BIJ12 zijn getaxeerd en tegemoetgekomen aan faunaschade voor de Provincie Limburg. De getaxeerde schade is de schade zoals deze is vastgesteld door de taxateur. De uitgekeerde schade is de schade zoals deze is uitgekeerd aan de grondgebruiker conform de Limburgse beleidsregels tegemoetkoming faunaschade. We zien de laatste jaren een toename in zowel de hoogte van de getaxeerde schade als in de uitgekeerde tegemoetkoming faunaschade. Meer informatie over schade en welke dieren deze in Limburg voornamelijk veroorzaken is voor de jaren vanaf  2022 te vinden op de website van Bij12

Bron: bij12

Aantal grondgebruikers dat met subsidie preventieve maatregelen tegen faunaschade heeft genomen (R_6b)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Aantal grondgebruikers dat met subsidie preventieve maatregelen tegen faunaschade heeft genomen (R_6b)

In de grafiek wordt getoond hoeveel grondgebruikers met behulp van subsidie preventieve maatregelen hebben genomen ter voorkoming van faunaschade. Met de aanschaf en het plaatsen van preventieve maatregelen kan schade aan landbouw, veroorzaakt door in het wild levende beschermde diersoorten, worden voorkomen.  Aanschaf van wolfwerende afrastering  kan schade door de wolf aan hoefdieren  voorkomen. Door de komst van de wolf is er meer vraag naar subsidie voor wolfwerende afrastering. Dit biedt een verklaring voor de toename van aanvragen tussen 2020 en 2023. In 2024 werd 1 aanvraag ontvangen voor wolfwerende afrastering en vijf overige aanvragen voor preventieve maatregelen. 

Bron: bij12

We verbeteren het inzicht in de staat van instandhouding van de natuur zodat middelen effectief kunnen worden ingezet (R 7)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - We verbeteren het inzicht in de staat van instandhouding van de natuur zodat middelen effectief kunnen worden ingezet (R 7)

Het hebben van een systematiek waarmee natuurmonitoring voor SNL-gebieden wordt uitgevoerd, ja/nee (R_7a)

Nee, er wordt nog gewerkt aan de systematiek.

Publiek toegankelijke bronnen op basis van natuurmonitoringsdata (R_7b)

Bron  Beschikbare gegevens per bron
www.dataportaal.prvlimburg.nl   o.a. natuurbeheerplan en de voortgangsrapportage natuur
www.NatuurgegevensProvincieLimburg.nl 

natuurmonitoringsdata van faunasoorten (verhuist in de loop van '25 naar het Dataportaal)

Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)  monitoringsdata van flora en faunasoorten (sinds februari '25 publiek toegankelijk) 
InformatieKaart Natuur (IKN) - BIJ12.  kaartlagen van de NNN, ecologische verbindingszones en natuurbeheerplannen
Website van de Nationale Databank Vegetatie- en Habitatkarteringen (NDVH) - BIJ12. provinciale vegetatie en habitatkarteringen

 

Ontwikkelingen Verbeterprogramma VHR-monitoring  (R_7c)

In 2022 ging het Verbeterprogramma voor VHR-monitoring (VVM) van start met drie programmalijnen: Natuurmaatregelregistratie, Doelbereik en Omgevingscondities. In 2022, 2023 en 2024 nam de provincie Limburg deel aan alle drie programmalijnen vanuit de clusters Natuur & Water, Plattelandsontwikkeling en Organisatie & Informatie. In 2025 startte de programmalijn Data en Informatievoorzieningen.  We zorgen gezamenlijk voor inbreng vanuit onze organisatie en spelen in op landelijke ontwikkelingen zodat deze goed aansluiten op ontwikkelingen binnen onze eigen organisatie.

Programmalijn Einddoel (2030)
Natuurmaatregelregistratie een gezamenlijk invoerportaal voor de registratie van de voortgang van Natuurmaatregelen 
Omgevingscondities een monitoringsplan voor de omgevingscondities van natuurgebieden
Doelbereik uniforme beoordelingskaders voor de Natura2000 – habitattypen en in kaart gebrachte instandhoudingsdoelen voor VHR-soorten
Data & Informatievoorzieningen registratie van geografische gegevens van de voortgang natuurmaatregelen, het ontwikkelen van informatievoorzieningen en een kennisportaal voor VHR-natuurmonitoring

 

De zonering is zoveel mogelijk via de gebiedsprocessen nader uitgewerkt in het LOS en definitief verankerd in een herziening van de POVI en de omgevingsverordening (R 11)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - De zonering is zoveel mogelijk via de gebiedsprocessen nader uitgewerkt in het LOS en definitief verankerd in een herziening van de POVI en de omgevingsverordening (R 11)

Omschrijving verankering in de nieuwe POVI (R_11a)

De invulling van de indicator vraagt om aanpassing op de actuele beleidsvorming en zal niet op korte termijn ingevuld worden.

Zoneringen op kaart in OVL , ja/nee (R_11b)

De invulling van de indicator vraagt om aanpassing op de actuele beleidsvorming en zal niet op korte termijn ingevuld worden.

In 2027 is het Steunpunt Landschap doorontwikkeld tot een centrale speler in de ondersteuning van vrijwillige land-schapsinitiatieven (R 13)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 is het Steunpunt Landschap doorontwikkeld tot een centrale speler in de ondersteuning van vrijwillige land-schapsinitiatieven (R 13)

Ontwikkeling Steunpunt Landschap tot een centrale speler in de ondersteuning van vrijwillige landschapsinitiatieven (R_13a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Ontwikkeling Steunpunt Landschap tot een centrale speler in de ondersteuning van vrijwillige landschapsinitiatieven (R_13a)

Sinds de opstart in 2022 is het Steunpunt Landschap groeiende naar een centrale speler in de ondersteuning van vrijwillige landschapsinitiatieven. Voor het opstartjaar 2022 is de dataset indicatief  (geen volledig kalenderjaar beschikbaar).  Data gelden per kalenderjaar.

Bron: Steunpunt Landschapsbeheer

Aantal deelnemers dat meedoet aan activiteiten rond beheer, onderhoud en kennisdeling over het landschap (R14a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Aantal deelnemers dat meedoet aan activiteiten rond beheer, onderhoud en kennisdeling over het landschap (R14a)

In 2025 zijn afspraken gemaakt met IVN over de aan te leveren cijfers, met het voornemen om deze afspraken vanaf 2026 vast te leggen in de exploitatiesubsidie. De gepresenteerde data komen jaarlijks beschikbaar en zijn een combinatie van de cijfers van 33 districten (waar lokale vrijwilligers deelnemen aan activiteiten) en de activiteiten met vrijwilligers vanuit de beroepsorganisatie IVN. De cijfers komen jaarlijks beschikbaar uiterlijk per 1 april en geven de stand van zaken weer over het voorgaande kalenderjaar. Het aantal deelnemers aan vrijwilligersactiviteiten van IVN wordt bijgehouden vanaf 2024. 

Bron: Steunpunt Landschapsbeheer

In de programma's van o.a. LPLG, WRL en het Hoogwaterveiligheidsprogramma Maasvallei wordt een systematiek ontwikkeld om de kwaliteitsverbetering van het landschap inzichtelijk te maken (R 15)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In de programma's van o.a. LPLG, WRL en het Hoogwaterveiligheidsprogramma Maasvallei wordt een systematiek ontwikkeld om de kwaliteitsverbetering van het landschap inzichtelijk te maken (R 15)

Het hebben van een systematiek voor inzichtelijk maken van kwaliteitsverbetering landschap, ja/nee  (R_15a)

Nee, er wordt nog gewerkt aan de systematiek. Dit  wordt bemoeilijkt doordat de provincie bij een aantal programma’s niet de directe aansturing heeft, maar meerdere overheden hierin gezamenlijk participeren (zoals het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg en het Hoogwaterbeschermingsprogramma Noordelijke Maasvallei) of omdat het programma nog onvoldoende is uitgewerkt (bijvoorbeeld Limburgs Offensief Stikstof).

 

Het traject Blijversperspectief heeft bijgedragen aan het bieden van duidelijkheid aan agrarische ondernemers over hun toekomstmogelijkheden in relatie tot de omgeving; extra aandacht is gegeven aan jonge boeren. Bedrijfsontwikkelplannen [...] (R 17)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Het traject Blijversperspectief heeft bijgedragen aan het bieden van duidelijkheid aan agrarische ondernemers over hun toekomstmogelijkheden in relatie tot de omgeving; extra aandacht is gegeven aan jonge boeren. Bedrijfsontwikkelplannen [...] (R 17)

Aantal door de Provincie totaal en positief beoordeelde bedrijfsontwikkelplannen (onderverdeeld in alle agrarische ondernemers in Limburg en jonge agrarische ondernemers in Limburg) (R_17a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Aantal door de Provincie totaal en positief beoordeelde bedrijfsontwikkelplannen (onderverdeeld in alle agrarische ondernemers in Limburg en jonge agrarische ondernemers in Limburg) (R_17a)

Op dit moment zijn we nog niet zover dat we plannen (positief) kunnen beoordelen. In de loop van 2025 en 2026 zal in het kader van de pilot Ondernemersplan en Blijversaanpak hier mogelijk verandering in komen. 

Bron: Provincie Limburg
Gebied
Limburg
Limburg
0

In 2027 heeft tenminste 55% van de grondgebonden bedrijven structurele maatregelen genomen voor toename van de biodiversiteit in de bedrijfsvoering (overeenkomstig niveau 2 of hoger van het Actieplan Natuur­ inclusieve Landbouw Limburg 2022) (R 18)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 heeft tenminste 55% van de grondgebonden bedrijven structurele maatregelen genomen voor toename van de biodiversiteit in de bedrijfsvoering (overeenkomstig niveau 2 of hoger van het Actieplan Natuur­ inclusieve Landbouw Limburg 2022) (R 18)

Zoals in het NIL-actieplan beschreven percentage agrarisch ondernemers dat minimaal op niveau 2 werkt (R_18a)

 15% van de Limburgse melkveehouders doet op dit moment mee aan de biodiversiteitsmonitor. Bij niveau 2 is er sprake van een structurele integratie van natuurinclusiviteit in de bedrijfsvoering en wordt de agrobiodiversiteit in en boven de grond verbeterd. Bij niveau 3 is er sprake van een natuurinclusief bedrijf.  We zien een toename van het aantal melkveehouders dat niveau 2 of hoger scoort in de Limburg. In 2024 scoort 5,2% van het totaal aantal melkveehouders niveau 2 of hoger, ten opzichte van 3,8% in 2023. In 2024 nam 1% van de akkerbouwers deel aan de biodiversiteitsmonitor. De gegevens van deze pilot zullen in 2026 beschikbaar komen.  Verder zijn er naast de categorieën melkveehouders en akkerbouwers nog drie andere categorieën.  Dit zijn fruittelers, wijnbouwers en graasdierhouderijen. Van deze categorieën zijn nog geen gegevens bekend. Deze worden later toegevoegd aan deze indicator.

Bron: Stichting Natuurinclusieve Landbouw Limburg

De agrarische kennisinstellingen in Limburg (met name onder meer in relatie tot de campus in Venlo) hebben actief aantoonbaar bijgedragen aan de transitie van de landbouw (R 19)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - De agrarische kennisinstellingen in Limburg (met name onder meer in relatie tot de campus in Venlo) hebben actief aantoonbaar bijgedragen aan de transitie van de landbouw (R 19)

Aanleveren van aantoonbare bijdragen door kennisinstellingen in Limburg aan de transitie van de landbouw  (R_19a)

De Universiteit Maastricht (UM) speelt als aandeelhouder een belangrijke rol in de doorontwikkeling van Brightlands Campus Venlo. Zo is afgelopen jaar de nieuwe onderzoekskas geopend en is er via de Regiodeal Noord-Limburg een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een Roboticalab voor de tuinbouw. Daarnaast werkt UM onder de vlag van Brightlands Future Farming Institute verder aan de landbouw van de toekomst. De HAS Green Academy is betrokken bij diverse projecten rondom het lectoraat Bodem en de in oprichting zijnde Fieldlab Bodem &Water. Binnen Agroleeft participeert Yuverta, samen met de LLTB , Rabobank en bedrijfsleven t.b.v. betere afstemming en opleiding van studenten. Fontys GreenTechLab doet projectmatig onderzoek samen met studenten, docenten, onderzoekers van Fontys, in samenwerking met partner kennisinstellingen op het vlak van agro-mechatronica.

In 2027 is met ondersteuning van de provincie het aantal gemeentelijke riool­ overstorten afgenomen (R 20)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 is met ondersteuning van de provincie het aantal gemeentelijke riool­ overstorten afgenomen (R 20)

Het aantal gesaneerde problematische gemeentelijke riooloverstorten (R_20a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Het aantal gesaneerde problematische gemeentelijke riooloverstorten (R_20a)

Bij hevige neerslag kan de capaciteit van de riolering worden overschreden en ongezuiverd rioolwater overstorten op het oppervlaktewater. Een dergelijke pieklozing kan het bereiken van de ecologische doelen van de KRW belemmeren. In deze grafiek is te zien hoeveel gemeentelijke overstorten van rioolwater er per jaar in de acceptabele en onacceptabele range vallen. Daarnaast is ook te zien hoeveel overstorten nog nader onderzocht worden om te bepalen of deze acceptabel of onacceptabel zijn. De indicator wordt voor de Voorjaarsnota 2026 doorontwikkeld, waarbij dan ook de definitieve cijfers van 2025 worden meegenomen.

Bron: Waterschap Limburg

Door het waterschap is in 2027 de belasting van het oppervlaktewater met nutriënten uit een zestal rioolwaterzuiveringsinstallaties voldoen aan de norm (R 23)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Door het waterschap is in 2027 de belasting van het oppervlaktewater met nutriënten uit een zestal rioolwaterzuiveringsinstallaties voldoen aan de norm (R 23)

Aantal rioolwaterzuiveringsinstallatie met belasting nutrienten (R_23a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Aantal rioolwaterzuiveringsinstallatie met belasting nutrienten (R_23a)

Rioolwater Zuiveringsinstalaties (RWZI’s) vormen een van de bronnen van nutriënten in het oppervlaktewater. Een teveel aan nutriënten belemmert het bereiken van de ecologische doelen van de KRW.  In deze grafiek is weergegeven voor hoeveel van de 6 nog te saneren RWZI's in de periode tot 2027 de sanering in uitvoering is of al is gerealiseerd. 

Bron: Waterschap Limburg

Door het waterschap zijn in 2027 24 vismigratieknelpunten opgelost (R 24)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Door het waterschap zijn in 2027 24 vismigratieknelpunten opgelost (R 24)

Aantal vismigratieknelpunten en aantal opgeloste vismigratieknelpunten (R_24a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Aantal vismigratieknelpunten en aantal opgeloste vismigratieknelpunten (R_24a)

Het opheffen van vismigratieknelpunten, zoals stuwen, is nodig om in 2027 te kunnen voldoen aan de ecologische doelen van de KRW.  Op 25 plekken zijn nog maatregelen om de vispassage beter mogelijk te maken.  In de grafiek is weergegeven op hoeveel van deze punten de werkzaamheden al zijn uitgevoerd of in uitvoering zijn.

Bron: Provincie Limburg

In 2027 zijn afspraken gemaakt met partijen in binnen- en buitenland over het gebruik van de grondwatervoorraad in de diepe Roerdalslenk, tevens rekening houdend met de afbouw van de bruinkoolwinning in Nordrhein-Westfalen (R 25)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 zijn afspraken gemaakt met partijen in binnen- en buitenland over het gebruik van de grondwatervoorraad in de diepe Roerdalslenk, tevens rekening houdend met de afbouw van de bruinkoolwinning in Nordrhein-Westfalen (R 25)

Omschrijving van afspraken (hoeveelheid water wordt onttrokken, inhoud afspraken en met welke partijen)  (R_25a)

De stijghoogte (druk van het grondwater) is in het diepe pakket van de Roerdalslenk niet in goede toestand voor de kaderrichtlijn Water. Er moeten maatregelen worden genomen. Verschillende partijen beïnvloeden de stijghoogte in dit pakket door er grondwater uit te onttrekken. Het gaat dan om Nordrhein-Westfalen, Noord Brabant, Vlaanderen en Limburg. Een maatregel om aan de eisen van de KRW tegemoet te komen, is vastleggen dat de hoeveelheid onttrokken water uit het diepe pakket niet verder toeneemt. Daarvoor gaan we afspraken maken met de beheerders van het grondwater in de genoemde gebieden. 

In 2027 zijn hydrologische maatregelen (kwantitatief en kwalitatief) genomen om de 17 grondwaterafhankelijke Natura2000 gebieden in goede hydrologische toestand te brengen (R 26)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 zijn hydrologische maatregelen (kwantitatief en kwalitatief) genomen om de 17 grondwaterafhankelijke Natura2000 gebieden in goede hydrologische toestand te brengen (R 26)

Aantal in goede toestand gebrachte grondwaterafhankelijke Natura2000 gebieden (R_26a)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - Aantal in goede toestand gebrachte grondwaterafhankelijke Natura2000 gebieden (R_26a)

Om aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te voldoen, dienen in 2027 maatregelen te zijn genomen om alle 17 grondwaterafhankelijke natura 2000 gebieden  in een goede hydrologische toestand te laten komen.  Voor de VJN2026 wordt een indicator voorbereid die meer inzicht geeft in de stand van zaken ten aanzien van de uit te voeren maatregelen.

 

Bron: Provinciaal Optimaal Grond- en Oppervlaktewater Regime meetnet

In 2027 hebben wij in samenspraak met betrokken overheden in binnen- en buitenland normen voor wateroverlast in het regionale watersysteem geactualiseerd (R 28)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 hebben wij in samenspraak met betrokken overheden in binnen- en buitenland normen voor wateroverlast in het regionale watersysteem geactualiseerd (R 28)

Aantal gebieden waarin de normen zijn aangepast voor wateroverlast in het regionale watersysteem (R_28a)

In de bebouwde kern van Slenaken is de norm voor wateroverlast verhoogd van 1:25 naar 1:100.
Bij het Steenen Huys bij Vlodrop is de norm voor wateroverlast verhoogd van 0 (geen norm) naar deels 1:100 en deels 1:25.

De normen voor wateroverlast zijn uitgedrukt als de (jaarlijkse) kans dat wateroverlast vanuit het regionale watersysteem (dit zijn de beken en rivieren in beheer bij het waterschap) optreedt. Het realiseren van deze normen is een inspanningsverplichting voor het waterschap. Een norm van 1:25 betekent voor het waterschap een inspanningsverplichting om de kans op wateroverlast niet groter te laten zijn dan een maal per 25 jaar. Bij een strengere norm van 1:100 mag de kans op wateroverlast niet groter zijn dan 1 maal per 100 jaar.  Wanneer er geen norm is, heeft het waterschap geen inspanningsverplichting om de kans op wateroverlast te beperken.

In 2027 hebben we een beter inzicht in de kwaliteit van de Limburgse bodem en hebben de eerste pilotprojecten voor verhoging van het organisch stofgehalte gezorgd en kennis over te nemen maatregelen vergroot (R 31)

Terug naar navigatie - 1. Resultaten - In 2027 hebben we een beter inzicht in de kwaliteit van de Limburgse bodem en hebben de eerste pilotprojecten voor verhoging van het organisch stofgehalte gezorgd en kennis over te nemen maatregelen vergroot (R 31)

 

Is de 0-situatie voor de staat van de Limburgse bodem in beeld gebracht (in eerste instantie voor pilotlocaties), Ja/Nee (R_31a)

Nee. We brengen de komende tijd de bodemkwaliteit in kaart op de pilotlocaties, die zijn geselecteerd op basis van vastgestelde criteria. Zodra de definitieve pilotlocaties zijn bepaald, voeren we een gedetailleerde nulmeting van de bodemkwaliteit uit. Deze nulmeting staat gepland voor het najaar van 2025.

Binnen de pilots gaan we een breed scala aan parameters meten om een volledig beeld te krijgen van de bodemkwaliteit. Dit doen we op drie niveaus:
-    Chemisch: zoals het gehalte aan organische stof en nutriënten.
-    Fysisch: bijvoorbeeld bodemdichtheid en erosiegevoeligheid.
-    Biologisch: onder andere de samenstelling en aanwezigheid van bacteriën, schimmels en andere bodemdieren.

Door deze drie pijlers te combineren, kunnen we de verschillende bodemfuncties volgen (zoals watervasthoudend vermogen en bodembiodiversiteit) en beoordelen of deze verbeteren na het toevoegen van groene reststromen als bodemverbeteraar.

Beleidsplan ‘Gezond fundament! Een vitale Limburgse bodem door organische stofbeheer’  (R_31c)

Onder het door GS vastgestelde beleidsplan “Gezond Fundament” is het onderzoeksproject Bodem Vitalisering Limburg gestart. In dit project wordt onderzocht óf en hoe groene reststromen binnen gemeenten kunnen worden ingezet als bodemverbeteraar, met als doel het organisch stofgehalte en daarmee de bodemfuncties te verbeteren.

De uitvoering van het project is gestart in het najaar van 2024. In het najaar van 2025 zullen de groene reststromen voor het eerst worden toegepast. Hiervoor worden minimaal drie pilotexperimenten opgezet, verspreid over Noord-, Midden- en Zuid-Limburg.

  • Noord-Limburg: In de gemeenten Bergen, Beesel en Horst aan de Maas zijn inventarisaties uitgevoerd door de HAS-werkgroep. Hierbij is gekeken naar de kwantiteit en kwaliteit van de vrijkomende groene reststromen en de bodemkwaliteit. Na gesprekken met de gemeenten en potentiële agrariërs is het zeer waarschijnlijk dat de pilots in Bergen en Horst aan de Maas zullen plaatsvinden.
  • Midden-Limburg: In de gemeenten Maasgouw, Nederweert en Leudal zijn eveneens inventarisaties uitgevoerd. Op basis van gesprekken met gemeenten en agrariërs is Leudal de meest waarschijnlijke locatie voor een pilot.
  • Zuid-Limburg: In Simpelveld, Beekdaelen, Voerendaal en de Stadsregio Parkstad zijn gesprekken gevoerd. Hier is duidelijk geworden dat de pilot waarschijnlijk in Voerendaal zal plaatsvinden.